ASML: We hadden diefstal eerder moeten melden
Chipmachinemaker ASML erkent dat het aandeelhouders eerder had moeten inlichten over diefstal van bedrijfsgeheimen bij een kantoor in de Verenigde Staten. Het incident vond jaren geleden plaats, maar werd onlangs aan het licht gebracht door Het Financieele Dagblad.
De tijdgeest was destijds anders, waardoor diefstal van intellectueel eigendom een minder prangend onderwerp leek dan nu, verklaart ASML op de algemene aandeelhoudersvergadering.
Medewerkers van ASML in de VS stalen bedrijfsgeheimen, om die vervolgens te gebruiken bij het in 2014 opgerichte bedrijf XTAL. In die periode konden werknemers informatie van het concern gemakkelijker mee naar huis nemen dan tegenwoordig, bekende ASML op de jaarvergadering.
ASML blijft erbij dat de diefstal een „bagatel” is, waarvan de schade zo klein was dat die volgens de boekhoudregels niet gemeld hoefde te worden aan aandeelhouders. Maar nu er steeds meer aandacht is voor bedrijfsspionage vanuit China, is het volgens topman Peter Wennink logisch dat een journalist de zaak uit het verleden weer opdiept. „Achteraf gezien was het wellicht nuttig om het toen te melden.”
Tegen XTAL werd uiteindelijk een aanklacht ingediend. De rechter stelde ASML in het gelijk en kende een schadevergoeding toe van 223 miljoen dollar. Volgens ASML staat dat bedrag niet gelijk aan daadwerkelijk geleden schade, maar is de hoogte gebaseerd op de onderzoeks- en ontwikkelingskosten die XTAL door de diefstal niet hoefde te maken. Het is nog de vraag of ASML het geld krijgt, want XTAL vroeg na de rechtszaak faillissement aan.
Het FD schreef in zijn artikel dat ASML met de diefstal slachtoffer was geworden van Chinese spionnen. De chipmachineproducent liet op de aandeelhoudersvergadering andermaal weten geen bewijs te hebben dat de Chinese overheid betrokken was bij de ontvreemding van patenten.