„Hulpverlener met oog voor individu”
Soms konden de twee inwoners van ’s-Gravenzande niet verder, teut als ze waren. Ze zakten neer op de straat. Dan stapte vader Lock naar buiten, nam hen bij de hand en bracht hen naar huis. Hij zag ze niet als dronkelap; „hij zag hen als mens.”
Het maakte op zoon Jan diepe indruk. Zo diep dat hij het vrijdagmiddag bij zijn vertrek als bestuurder van Woord en Daad als voorbeeld noemde.
„Mensen serieus nemen zoals ze zijn” leerde hij ook als zendingswerker in een kampong op Irian Jaya. Een hulpverlener moet ook vooral niet hoogmoedig worden, „want hij weet dat menselijke oplossingen vaak de opmaat naar nieuwe problemen zijn”, zei GZB-directeur ds. J. P. Ouwehand –ooit tegelijk met Lock werkzaam voor Zending Gereformeerde Gemeenten, zij het in een ander werelddeel– tijdens het afscheidssymposium in de Bunschoter Eemlandhoeve. „Een profetisch leider heeft daar oog voor en roept op tot bescheidenheid.”
Ir. Lock was zo’n profetisch, strategisch denker, zei ds. Ouwehand. „Een profeet proeft de tijd en voelt het moment aan dat er iets moet gebeuren. Een profetisch leider ziet armen niet als abstract begrip, maar heeft oog voor de individuele mens.” Een christelijk leider heeft daarbij Christus als Voorbeeld.
Een voorbeeld is ook de barmhartige Samaritaan. „Die sprak niet de priester en de leviet aan op hun onchristelijk gedrag, maar was zelf de naaste voor de man langs de weg.”
Intussen lijkt hulp zoals een organisatie als Woord en Daad die biedt, een druppel op een gloeiende plaat. „Echter nooit zonder het perspectief dat er een God is Die regeert”, zei ds. C. Westerink, voorzitter van de raad van toezicht. „Psalm 93 spreekt over bruisende watervloeden. We zien ze nu in Mozambique. Wat is er dan te zien van de Godsregering? Als dan echter de storm gaat liggen en de wateren bedaren, blijkt dat Gods troon nog even vaststaat; onaantastbaar. Het gaat heen naar de dag van de toekomst van Jezus Christus. Dan zal alle gebrokenheid weg zijn.”
Over gebrokenheid gesproken: de wereld telt 700 miljoen allerarmsten, onder wie 350 miljoen kinderen, zei Dick den Hertog in zijn toespraak over het ondernemersplatform dat via Woord en Daad hulp biedt. In Guatemala vroeg hij een ontwikkelingswerker hoeveel projecten hij er had. Het waren er 5500, zei de man: „We helpen 5500 kinderen; elk kind is een project.”
Zakelijkheid en strakke financiële controle zorgen ervoor dat zoveel mogelijk geld bij de allerarmsten terechtkomt, zei Den Hertog. Leren is volgens hem van belang. Zoals van China: „Van dat land kunnen we leren dat Europa meer in Afrika moet investeren.”
China is het land waar voormalig CDA-Kamerlid Ferrier de achterliggende vijf jaar woonde. Ze leerde er vooral hoe snel de wereld verandert, zei ze. „In onze wereld zijn we volstrekt afhankelijk van elkaar geworden. Nauwe samenwerking op grond van onderlinge gelijkwaardigheid is nodig om de problemen het hoofd te bieden.”
Verandering
Als Kamerlid sprak Ferrier de Woord en Daad-bestuurder voorafgaand aan elke begrotingsbehandeling van ontwikkelingssamenwerking. „Lock is rustig, koersvast en heeft visie.” Beiden realiseerden ze zich de veranderingen: „De tijd van liefdadigheid voor zielige mensen is voorbij. Het gaat om het investeren in mensen, in onze planeet.” En om samenwerking in de wereld.
Muren optrekken is volgens de Surinaamse presidentsdochter dan ook de oplossing niet. Met een verwijzing naar de FVD-overwinning bij de Statenverkiezingen: „Het proces dat leidt tot populisme, confrontatie, oppervlakkigheid, eigen ik eerst, ervaren we deze week weer. Als een mokerslag.”