Binnenland

Oud-generaal Vermeij: Meer geld naar Defensie

Is de wereld de afgelopen 75 jaar veiliger geworden? Die vraag hield NAVO-generaal b. d. Arie Vermeij zijn gehoor vrijdagavond voor. Volgens hem is het inderdaad wat veiliger, maar Nederland moet wel meer geld steken in Defensie.

23 March 2019 11:55Gewijzigd op 17 November 2020 05:43
NAVO-generaal b.d. Arie Vermeij sprak vrijdagavond tijdens een bijeenkomst in het gebouw van de Erdee Media Groep. Samenwerking in Europa en de cultuur van een ander respecteren is volgens hem belangrijk om de veiligheid te vergroten. beeld RD, Anton Domm
NAVO-generaal b.d. Arie Vermeij sprak vrijdagavond tijdens een bijeenkomst in het gebouw van de Erdee Media Groep. Samenwerking in Europa en de cultuur van een ander respecteren is volgens hem belangrijk om de veiligheid te vergroten. beeld RD, Anton Domm

Vermeij sprak tijdens een bijeenkomst in Apeldoorn die was georganiseerd door de Erdee Media Groep. De oud-generaal leidt in juli een reis naar Normandië, waar op 6 juni 1944 geallieerden landden om de Duitsers te verdrijven. Op de avond kwamen 135 lezers van het Reformatorisch Dagblad af.

Vooral kleine conflicten bedreigen de vrede momenteel, zo zei Vermeij. Hij is niet voor een Europees leger om die conflicten te bestrijden. Maar er moet wel meer samenwerking zijn tussen de legers van EU-landen. Ook is een gezamenlijk defensiebeleid nodig. En Nederland moet het Defensiebudget laten groeien van ruim 1 procent naar 2 procent van het bruto nationaal product.

Vermeij ging ook in op de komst van asielzoekers. „We moeten alle vluchtelingenbootjes laten zinken. Voordat de vluchtelingen aan boord zijn, welteverstaan. Je moet mensen ter plekke helpen. Je moet ze niet opsluiten in Ter Apel of in tentenkampen in Heumensoord, waar ze met de nek worden aangekeken.” Als ze in Nederland zijn, zorg dan dat vluchtelingen niet gefrustreerd raken, zo betoogde de oud-generaal. De meeste mensen komen naar Nederland met de gedachte dat het hier luilekkerland is. Volgens hem gaat het vaak om ontwikkelde mensen. „Zorg dat ze een baan krijgen.”

Vermeij bestreed de gedachte dat tussen de vluchtelingen veel terroristen zitten. „Die hebben andere manieren om hier te komen. We moeten ons niet bang laten maken. Het doel van terroristen is om angst te zaaien. Dat zie je bij de schietpartij in Utrecht. Je moet niet meteen zeggen dat het een georganiseerde aanslag is.”

Taliban

Vermeij diende tijdens zijn carrière in vijf landen. In Afghanistan had hij 11.000 mensen onder zich. Het bestrijden van de taliban in dat land noemde Vermeij een goed voorbeeld van hoe iets kan worden bereikt. Ondanks dat er militaire middelen werden ingezet, was het hoofddoel om het land weer op te bouwen. „In 2001 gingen in Afghanistan slechts 750.000 jongens naar school. In 2015 gingen 9 miljoen kinderen naar school, waaronder veel meisjes.” Onder andere door lokale overheden met elkaar in gesprek te laten gaan, konden de taliban worden verdreven. „De taliban regeerde met de dood.”

Een voorbeeld hoe niet met een conflict moet worden omgegaan, noemde Vermeij de kwesties rond Rusland. Amerika heeft volgens hem te weinig oog voor andere landen. Vermeij vindt dat je beter op elkaars belangen moet letten en het gesprek met elkaar moet aangaan. De Amerikaanse houding heeft volgens hem Poetin in de kaart gespeeld. „Rusland heeft een dictatuur. De Russen zijn trots op hun sterke man Poetin.”

Verweij waarschuwde ook dat Europa niet Oekraïne naar zich toe moet trekken. „We moeten respect hebben voor elkaars cultuur. Qua cultuur hoort Oekraïne bij Rusland, niet bij Europa. Kiev was vroeger de hoofdstad van Rusland.”

Vermeij stond uitgebreid stil bij D-Day. Was de aanval op de Europese kust op voorhand een succes, of was het een dubbeltje op zijn kant? De Duitsers waren er volgens Vermeij van overtuigd dat een aanval van de geallieerden zou niet zou lukken. Bij een mislukking zouden de geallieerden twee jaar nodig hebben om een nieuwe aanval voor te bereiden. Hij ziet het als een wonder van God dat de aanval slaagde.

Nucleaire wapens

De geallieerden moesten Europa wel aanvallen, omdat Hitler beschikte over zware middelen, zoals de V1 en de V2. Ook was hij bezig met de ontwikkeling van nucleaire en bacteriologische wapens. Een probleem voor de Duitsers was dat hun legerleiding niet goed samenwerkte. Bovendien was Hitler niet voor rede vatbaar. „Pas op 24 juni geloofde hij dat in Normandië de echte invasie was. Hij verwachtte een invasie bij Calais.”

Middelen waardoor de geallieerden konden winnen, waren onder andere een kunstmatige haven –op de achterkant van een sigarendoosje uitgedacht door Churchill–, de aanleg van een oliepijpleiding van Engeland naar Normandië en het misleiden van de Duitse inlichtingendiensten. De aanval op Normandië was een immense operatie, die ter nauwernood slaagde.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer