Slob maant Kamer tot geduld in kwestie-Haga
Het kan nog tot de zomer duren, voordat de onderwijsinspectie haar onderzoek naar het Amsterdamse Cornelius Hagacollege heeft afgerond.
Pas dan is duidelijk in hoeverre het kabinet met de huidige onderwijswetgeving in de hand sancties tegen de school kan treffen. Daarvoor waarschuwde onderwijsminister Slob de Tweede Kamer donderdag in een debat over de in opspraak geraakte onderwijsinstelling.
De maatregelen die de minister zou kunnen treffen, lopen uiteen. Zo zou de school de opdracht kunnen krijgen het onderwijsprogramma aan te passen, maar de minister kan ook besluiten de bekostiging op te schorten. Voor alle maatregelen geldt echter dat ze gebaseerd moeten zijn op een zorgvuldig en afgerond inspectierapport, zo waarschuwde Slob. Anders is de kans veel te groot dat de sancties via de rechter kunnen worden teruggedraaid.
Het kostte Slob de nodige moeite om de Kamer uitgelegd te krijgen waarom hij de oplevering van de inspectierapporten wil afwachten. Vormde de alarmerende brief die de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) naar het Amsterdamse college had gestuurd niet al voldoende bewijs dat het schoolbestuur strafrechtelijk over de schreef was gegaan?, zo wilde de Kamer weten. Nee, luidde het antwoord, de NCTV heeft tot taak het dreigingsbeeld voortdurend te actualiseren. Maar de dienst moet niet verward worden met het OM dat zaken voor de rechter brengt.
Ook op andere momenten toonde de Kamer zich ontsteld, bijvoorbeeld toen parlementariërs citeerden uit het via de media uitgelekte concept-inspectierapport over het Cornelius Hagacollege. Duidelijk is dat de toezichthouder voornemens was in december een uitermate lovend rapport over de onderwijsinstelling naar buiten te brengen. Pas na de alarmsignalen van de NCTV werd de publicatie uitgesteld en begon de inspectie aan een verdiepend onderzoek. Hoe is het mogelijk dat de inspectie zich zo om de tuin heeft laten leiden?, klonk het in de Kamer. Én: is de inspectie niet te naïef geweest?
Slob bracht daar tegenin dat de inspectie juist de rug recht had gehouden door onder grote druk van het schoolbestuur het onderzoek te intensiveren. Het huidige, verdiepende onderzoek richt zich op de onderwijskwaliteit, de financieringsstromen en de bestuursstructuur van de school.
De Kamer reageerde ook furieus toen Slob uit de doeken deed wat er precies was voorgevallen toen de inspectie vorige week in het kader van het geïntensiveerde onderzoek een onaangekondigd bezoek bracht aan de school. De schoolbestuurder waarschuwde toen voor mogelijke ordeverstoringen als de lesbezoeken doorgang zouden vinden. „Ook zei hij dat hij in dat geval zijn mensen niet in de hand zou kunnen houden”, aldus Slob.
Reden genoeg voor onmiddellijke sancties, was opnieuw de snelle conclusie van de Kamer. Weer moest Slob nuanceren. De inspectie kan haar onderzoek gewoon voortzetten. Ook onaangekondigde bezoeken zijn inmiddels weer mogelijk.
Na Slobs uitleg bond de Kamer aanzienlijk in. Alleen de PVV pleitte nog voor het onmiddellijk sluiten van de school. De vier regeringspartijen vroegen de bewindsman in een motie om de school intensief te volgen en om elke bestaande wettelijke mogelijkheid te verkennen „om de zorgelijke situatie op het Cornelius Haga Lyceum te beëindigen.” Ook SGP-Kamerlid Bisschop deed een dergelijk verzoek.
De coalitie wil verder dat Slob in kaart brengt of hij zijn aanwijzingsbevoegdheid zo kan verruimen dat hij het bevoegd gezag in de toekomst een onderwijsbestuurder kan laten schorsen. Andere oproepen vanuit coalitie en/of oppositie hadden te maken met nieuwe onderwijswetgeving die nog in de maak is. Slob kreeg het dringende verzoek deze wetten zo aan te scherpen dat een kabinet hoe dan ook kan ingrijpen als een school antidemocratische denkbeelden verspreidt of de Nederlandse rechtsstaat ondermijnt en zo de rechtsorde of de veiligheid van de leerlingen in gevaar brengt.