Aantreden nieuwe Palestijnse premier brengt verzoening niet dichterbij
De spanningen tussen Israël en de Palestijnen zijn opnieuw fors opgelopen. Afgelopen weekeinde kwam dat onder andere tot uiting in het afschieten van raketten op Israël vanuit de Gazastrook en daaropvolgende vergeldingsaanvallen door de Israëlische luchtmacht.
Al weken waarschuwen Israëlische veiligheidsexperts voor een mogelijke uitbarsting van geweld in zowel de Gazastrook als op de Westelijke Jordaanoever. De oorzaken daarvan zijn vooral intern van aard. De Palestijnen kunnen het maar niets eens worden over het herstel van het bestuur van de Palestijnse Autoriteit in Gaza. Ondanks het feit dat Hamas en de Palestijnse Autoriteit daarover in 2017 een akkoord sloten. De verzoening tussen beide partijen lijkt inmiddels op een regelrecht fiasco te zijn uitgelopen.
Om die mislukking nog eens te onderstrepen, trad zes weken geleden de regering van de Palestijnse premier Rami al-Hamdallah af. Hij werd dit weekeinde opgevolgd door de econoom Mohammed Shtayyeh. Hamas heeft de benoeming van Shtayyeh direct afgewezen. De technocraat geldt als een naaste vertrouweling van de Palestijnse leider Mahmud Abbas en zal daarom in de ogen van de radicale beweging de Palestijnse eenheid niet dichterbij brengen.
Om de druk op Hamas op te voeren, knijpt Abbas al geruime tijd de betaling van subsidies aan de Gazastrook af. Daardoor verslechtert de economische situatie daar nog verder. Dat komt de verzoeningspogingen uiteraard evenmin ten goede en het is de vraag of de nieuwe premier daar verandering in kan brengen.
Het probleem is dat de onenigheid tussen Hamas en de Palestijnse Autoriteit zich vooral in geweld tegen Israël uit. In Jeruzalem is het al een tijdlang onrustig op de Tempelberg. Op de Westelijke Jordaanoever raakten onlangs enkele militairen gewond toen een terrorist doelbewust met een auto op hen inreed. En vanuit de Gazastrook worden weer met enige regelmaat projectielen en vuurballonnen richting Israël de lucht ingestuurd.
De opleving van het geweld lijkt ook alles te maken te hebben met de Israëlische parlementsverkiezingen die op 9 april zullen worden gehouden. Kennelijk grijpen de Palestijnen de politieke onzekerheid in de Joodse staat aan om Israël te provoceren. De vraag is wat zij daarmee denken te bereiken. De capaciteit van Israël om zich te verdedigen zal er bepaald niet minder om zijn, zo bleek ook afgelopen weekeinde. En in de aanloop naar de stembusstrijd valt het nauwelijks te verwachten dat ook meer één van de partijen in Israël concessies aan de Palestijnen zal doen.
Misschien moeten de Palestijnen eerst een voorbeeld aan Israël nemen en zelfs eens verkiezingen organiseren. Dat wordt wel eens tijd sinds de laatste stembusgang in 2005. Meteen een goed moment om het leiderschap ter verantwoording te roepen. Daar ontbreekt het al veertien jaar aan.