PBL: Geen actuelere cijfers over energiemarkt
Om het Klimaatakkoord door te rekenen, blijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uitgaan van cijfers over de energiemarkt uit 2017. Er is „geen actueler basisscenario”, aldus het PBL. Bovendien zijn de onderhandelingen afgelopen jaar ook gevoerd op basis van die gegevens. Nieuwe cijfers zouden tot verwarring en onrust kunnen leiden.
Deze week bleek dat de energierekening dit jaar drie keer zo hard stijgt als waar het kabinet op Prinsjesdag van uitging. Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) erkende dat dit komt doordat bij de berekening van de koopkrachtplaatjes diezelfde oude cijfers zijn gebruikt over onder meer het verbruik en de prijzen van stroom en gas.
Doorgaans maakt het PBL elk jaar een analyse van de energiemarkt. Vorig jaar is dat evenwel niet gebeurd, omdat druk gewerkt werd aan het Klimaatakkoord. Daartoe is besloten in overleg met de betrokken ministeries en maatschappelijke organisaties, benadrukt het PBL.
De uitleg van Wiebes stuitte op felle kritiek van de Tweede Kamer. Daarbij moest niet alleen het kabinet het ontgelden maar ook het PBL. Sommige Kamerleden zetten daarbij ook vraagtekens bij de modellen die het planbureau gebruikt om de effecten van klimaat- en energiebeleid op de portemonnee van de burger inzichtelijk te maken.
Het PBL laat weten zich steeds te baseren „op de meest recente wetenschappelijke inzichten”. Hoewel modellen volgens het planbureau onmisbaar zijn om de gevolgen van maatschappelijke veranderingen of nieuwe beleid vooraf in kaart te brengen, leveren ze wel „altijd een gestileerde weergave van de werkelijkheid”.
Op 13 maart komt het PBL met een doorrekening van het Klimaatakkoord. Daarin staan honderden mogelijke maatregelen opgesomd om Nederland op termijn CO2-neutraal te maken. Bij die analyse kan het planbureau naar eigen zeggen prima uit de voeten met de marktverkenning uit 2017. Fluctuaties van jaar tot jaar in bijvoorbeeld de olie- en gasprijzen zijn namelijk op de langere termijn „minder relevant”.