Geestelijke zorg
Psalm 122:9

„Om het huis des Heeren onzes Gods wil zal ik het goede voor u zoeken.”
Ik ben geen profeet, maar ik verbind mij ertoe dat de vrede van de Nederlandse kerk de vrede zal zijn van veel andere kerken. De rechte leer, bevestigd in Nederland, zal haar hoofd in vele andere plaatsen opsteken. Daarom laten we om de broeders, in de wereld verstrooid, arbeiden dat de waarheid en de eendracht in alle Nederlandse plaatsen elkaar omhelzen, in aanmerking genomen dat in het behoud van één kerk het behoud van zoveel kerken is besloten. Gesteld dat onze broeders op aarde deze arbeid en zorg van ons niet begeren, toch wil God in de hemel die van ons hebben. Hoor de psalmist: „Om het huis van de Heere, onze God, zal ik het beste voor u zoeken.” „Gij, heilige God”, zegt de profeet, „hebt ons deze genade bewezen dat Gij, met voorbijgaan van zoveel volkeren, ons U tot een eigendom hebt uitverkoren en tegelijk als een woonplaats van Uw tegenwoordige genade gesteld.” Zo zie ik dan wat de dankbaarheid van mij vereist, dat ik al wat tot versiering van dit huis, al wat tot lof van de Heere van dit huis dient, met alle vlijt verzorg. Wend uw gedachten van Jeruzalem af en keer ze naar Nederland. God, de Heere, heeft Zichzelf in het klare licht van het Evangelie geopenbaard, door de dienst van de heilige martelaren en in de nog in leven zijnde voortreffelijke theologen.
Abraham Scultetus, hoogleraar in Heidelberg (”Preek op de Synode te Dordrecht”, 1618)