SGP-wethouder Leidschendam-Voorburg blijft aan na ‘Nashvilledebat’
SGP’er Jan-Willem Rouwendal blijft wethouder in Leidschendam-Voorburg. Ondanks het minderheidsstandpunt dat hij twee weken geleden innam toen het college zich uitsprak tegen de Nashvilleverklaring.
Dat was de uitkomst van een dinsdagavond gehouden debat in de gemeenteraad.
Twee weken geleden sprak de coalitie van VVD, CDA, PvdA en CU-SGP –die leunt op 18 van de 35 zetels– zich uit tegen de Nashvilleverklaring. Het voltallig gemeentebestuur ventileerde toen dat inhoud en toon van deze verklaring „niet past binnen ons lokale beleid. Het college heeft daarom besloten afstand te nemen van de Nashvilleverklaring. Ter zake dit laatste besluit heeft wethouder Rouwendal een minderheidsstandpunt ingenomen.”
Rouwendal moest zich hiervoor dinsdagavond verantwoorden. De oppositie rook bloed. Ze probeerde uit alle macht een wig te drijven tussen wethouder Rouwendal en de rest van het college en zelfs zijn eigen CU-SGP. Daarbij werden persoonlijke aanvallen niet geschuwd.
Fractievoorzitter Frank Rozenberg van GBLV/Gemeentebelangen –met negen zetels de grootste oppositiepartij– zei dat hij veel waardering had voor CU-SGP-fractievoorzitter Kees Verschoor die de Nashvilleverklaring „hardvochtig” en „polariserend” noemde.
Regenboogstad
Vervolgens suggereerde hij dat in het gezin-Verschoor geslikt zou moeten worden als een van de kinderen zou verklaren homo te zijn, maar dat hij „zich niet durft voor te stellen hoe dat zou gaan binnen het gezin-Rouwendal.”
Leidschendam-Voorburg is een regenboogstad en wil koploper zijn op het gebied van homorechten. In het coalitieakkoord zijn daarover afspraken gemaakt. Volgens Jeroen van Rossum (GroenLinks) is de handtekening van Rouwendal onder dit akkoord niets waard als hij niet openlijk afstand neemt van de Nashvilleverklaring.
De collegepartijen maakten het Rouwendal niet moeilijk. Philip van Veller (VVD) verweet Van Rossum dat hij Rouwendal woorden in de mond legde die hij niet had gezegd en verzocht hem vanwege de gevoeligheid van het debat „scherp en goed te formuleren.” Hij wees erop dat gelijkwaardigheid voor iedereen een groot goed is. Ook herinnerde hij het GroenLinks-raadslid eraan dat Rouwendal niet heeft gezegd dat hij vindt wat de Nashvilleverklaring stelt. „Zijn handtekening staat niet onder de Nashvilleverklaring maar onder het coalitieakkoord. Dat is voor mij het belangrijkste.”
In de beantwoording van de vragen gaf Rouwendal aan dat het college nooit reageert op verklaringen die het lokale beleid niet raken en dat dat voor hem de reden was dat nu ook niet te doen. Hij onderstreepte nog steeds achter het coalitieakkoord te staan. Op de vraag van Rozenberg of hij homoseksualiteit zonde vindt, antwoordde Rouwendal dat dat een vraag is naar zijn persoonlijke overtuiging waar hij als wethouder geen verantwoording van aflegt.