„Iets leuks gedaan? Ja, ik ben naar de kerk geweest”
In de stoel bij de kapper vertellen dat je naar de kerk bent geweest. Of Bijbelstudie doen en bidden in een IKEA-restaurant. Hervormd Nijkerk oefent zich in missionair gemeente-zijn.
Het carillon van de Grote Kerk strooit vrolijke klanken uit over het centrum van Nijkerk. Wat merken bewoners van de Gelderse stad verder van de aanwezigheid van de kerk? Het is een vraag waarop de hervormde gemeente zich intensief bezon. Een tweejarig Focustraject van de IZB (vereniging voor zending in Nederland) hielp daarbij.
Nijkerk is een van de tien plaatsen die de afgelopen twee jaar als eerste deelnamen aan zo’n traject, gericht op het verlangen om meer mensen met het Evangelie te bereiken. Vanuit de IZB bood ds. K. van Meijeren (60) ondersteuning. Deze maand gingen tien andere (wijk)gemeenten met Focus aan de slag, waaronder Amersfoort (Joriskerk), De Bilt (Dorpskerk), Groningen (Martinikerk) en Huizen (Meentkerk).
Inge Trommel (49) maakt deel uit van de Nijkerkse Focusgroep, bestaande uit kerkenraads- en gemeenteleden. Toen ze van haar wijkouderling de vraag kreeg of ze mee wilde doen, reageerde ze meteen enthousiast. „Het missionaire werk heeft mijn hart. Met Kerst stond ik weleens bij een evangelisatiekraam op de markt. Dan besef je dat een grote groep inwoners van Nijkerk leeft zonder God en zonder kerk.”
De hervormde gemeente bezon zich vanaf 2016 op mogelijkheden om meer naar buiten gericht te zijn. Een optie was het aantrekken van een missionair werker. In gesprekken met de IZB kwam echter het Focustraject in beeld. Dit gaat uit van de missionaire roeping van de hele gemeente.
Geloof en werk
De hervormde gemeente Nijkerk telt drie wijken, twee kerkgebouwen (Grote Kerk en Opstandingskerk) en 2860 (doop)leden. Daarin schuilt een risico, signaleert ds. Van Meijeren. „Ik denk dat het gemiddelde kerklid denkt: „We zijn een kerkelijke plaats, er komen best wat jongeren in de kerk, het gaat goed met ons.” Het is belangrijk dat de ogen ervoor opengaan dat we in een geseculariseerde samenleving staan. Ik vind 1 Petrus 3:15 een belangrijke Bijbeltekst. We worden geroepen verantwoording af te leggen van de hoop die in ons is. Dat zijn we verleerd.”
Het Focustraject richtte allereerst de aandacht op wat het betekent om Jezus Christus te (leren) kennen en met Hem te leven. De huiskringen in de gemeente gebruikten maandelijks bijbehorend bezinningsmateriaal. Ook voor gezinnen waren er speciale boekjes beschikbaar; en in preken kwam de missionaire opdracht van christenen naar voren. Ds. Van Meijeren: „Hoe krijgt het Evangelie gestalte in ons dagelijks leven? Daar gaat het onder meer om.”
Dergelijke vragen kwamen ook aan bod tijdens thema-avonden, bijvoorbeeld over ”geloof en werk”. Een landbouwersechtpaar, een verloskundige en een gepensioneerde vertelden wat het christen-zijn in hun situatie betekent. Als vervolg hierop ging in de kerkbode een doorgeefcolumn van start, waarin gemeenteleden ervaringen delen en gebedspunten noemen.
Focus biedt ook „oefeningen om in beweging te komen”, zegt Trommel. „We hebben besproken hoe God onze agenda bepaalt en of dat meer zou kunnen zijn. Heb ik innerlijke ruimte om iemand te ontmoeten die Hij op mijn weg plaatst? Vlak voor Pasen kregen we de opdracht om bij vijf huizen aan te bellen en uit te leggen wat Pasen is.”
Twee jongeren uit de gemeente brachten in het kader van de samenwerking tussen IZB-Focus en de GZB (zendingsorganisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland) een bezoek aan Praag om te zien hoe christenen daar present zijn in de stad. Ze ontdekten dat gemeenteleden Bijbelstudies houden op openbare plekken, zoals restaurants.
Trommel: „Zelf hebben we daarna ook zoiets gedaan, als oefening. We gingen naar de IKEA. In het restaurant spraken we in groepjes met elkaar over twee Bijbelteksten en baden we hardop. Het was mooi om dat te doen in een omgeving waar veel mensen voorbijlopen en om dan ook voor hen te bidden. Door zo’n oefening wordt het gewoner om iets van je christen-zijn te laten zien in het dagelijks leven.”
Wat Trommel duidelijk bijbleef van het Focustraject is „dat het gebed ontzettend belangrijk is. Ik ben daar nu bewuster mee bezig, vraag de Heere hoe ik een licht kan zijn in mijn omgeving.” Ze merkt dat ze daardoor eerder openingen ziet om het geloof ter sprake te brengen. „Als ik op maandag bij de kapper zat en die vroeg of ik iets leuks had gedaan in het weekend, dan zei ik: Nee, niets bijzonders. Nu zeg ik: Ja, ik ben naar de kerk geweest.”
Dienstbaar zijn
Hoewel het tweejarige Focustraject recent is afgerond, blijft de gemeente verder werken aan missionair bewustzijn. Ds. Van Meijeren: „Het is een valkuil dat je denkt het effect van het traject te kunnen meten aan het aantal mensen dat tot geloof is gekomen. In hoeverre valt het werk van God en de Heilige Geest te meten? In de verlegenheid die wij in onze tijd voelen, willen wij het verlangen voeden om opnieuw in woord en daad leerling van Jezus Christus te zijn. Om de kloof die er vaak is tussen het Woord van God en ons eigen leven te overbruggen. Daar gaat zegen vanuit.”
De predikant ziet dat vooral terug in individuele verhalen van mensen die meer oog kregen voor anderen. Zoals een gemeentelid dat zich „geroepen wist” een Syrische vluchteling aan werk te helpen. Trommel herkent dat. „Iemand vertelde vaker een eenzame persoon te bezoeken en dan ook uit de Bijbel te lezen en te bidden. Een ander bad in de wachtkamer van de dokter met een vrouw die veel zorgen had om haar gezondheid. Zo mogen we op allerlei manieren licht verspreiden.”