Karavaan auto’s naar Athene om vluchtelingen op te halen
Zestig chauffeurs vertrekken vrijdag naar Griekenland. Onder het motto ”We Gaan Ze Halen” willen ze 150 oorlogsvluchtelingen naar Nederland brengen. Als voorschot op de toezegging van de regering.
Het initiatief is afkomstig van Rikko Voorberg (38), theoloog en activist. Nadat hij rond Pasen 2016 met een aantal mensen van de PopUpKerk kamp Idomeni op de grens van Macedonië en Griekenland bezoekt, richten ze de stichting ”We Gaan Ze Halen” op.
De stichting wendt zich eerst tot de Nederlandse politiek. De regering had in het EU-akkoord van september 2015 beloofd om ruim 7000 vluchtelingen op te nemen in Nederland. „Uiteindelijk zijn het er 1755 geworden”, aldus Voorberg. „De kampen in Griekenland en Italië zijn nog steeds vol.”
Tijd voor actie, vinden Voorberg en zijn team. „Nederland stuurt nu geld en experts naar Griekenland, maar dat werkt niet. We moeten het anders aanpakken.”
Op vrijdag vertrekken daarom zestig mensen –in één harmonicabus en 25 auto’s– naar Athene. Om vast 150 vluchtelingen op te halen van de 1000 die Voorberg hier uiteindelijk wil hebben. De colonne auto’s gaat „onder geen beding” naar een vluchtelingenkamp. „We willen de selectie van wie wel en wie niet mee mag, niet zelf gaan doen”, aldus Voorberg. „Ons verzoek aan de Griekse regering is: Selecteer 150 mensen, zoveel kunnen we er meenemen.”
Illegaal
Voorberg kan moeilijk inschatten hoe groot de kans is dat zijn club de vluchtelingen het land uit mag helpen. De Griekse regering reageerde nog niet op het verzoek van de actiegroep, maar volgens Voorberg is er via „de binnenlijn” –lokale politici met wie de groep contact heeft– al vernomen dat de politiek niet staat te springen om hun komst. „Als het niet mag, bekijken we ter plekke met lokale organisaties wat vervolgstappen kunnen zijn.”
”We Gaan Ze Halen” zoekt naar de mazen van de wet. „Met onze karavaan gaan we geen mensen illegaal het land uit helpen, maar misschien moeten we wel andere niet-legale opties verkennen. Daar kan ik nu nog niets over zeggen.” Volgens de theoloog houdt de verantwoordelijkheid van een christen niet op bij wat de overheid verboden heeft.
Jan Pieter Mostert (50), directeur van de interkerkelijke Stichting Gave, heeft „wel een mate van sympathie” voor Voorbergs plan. „Hij doet een appel op de toezegging van de overheid om een groep vluchtelingen die er slecht aan toe zijn, te helpen. Ik weet niet of deze manier de juiste is, maar het is beter dan niets doen.”
Mostert, die met zijn organisatie vluchtelingen in Nederland helpt, denkt dat het initiatief goed is voor de vergeten groep in Griekenland als geheel, maar vreest dat de actie valse hoop kan wekken bij de vluchtelingen die opgepikt worden in Griekenland. „Ik denk dat de Nederlandse overheid de vluchtelingen met juridische argumenten buiten de deur kan houden.”
Hij ziet de actie vooral als een schreeuw om aandacht voor de belofte die de Nederlandse Staat deed. „Het doet me denken aan de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter en de arme weduwe. Soms moet je blijven roepen voor je wordt gehoord.”
Mostert kan zich vinden in de uitspraak van Voorberg over de verantwoordelijkheid van een christen, die verder gaat dan burgerlijke gehoorzaamheid. „Bijbels gezien geldt dat we God meer gehoorzaam moeten zijn dan de mensen. Je hart en de grenzen sluiten gaat het probleem niet oplossen. Vluchtelingen zijn als de regen: je kunt er tegen zijn, maar hij komt toch.”