Christen China kan bijna niets meer in het geheim doen
China scherpt haar regime tegen christenen aan. Ook stichting China ondervindt de gevolgen daarvan. Voorzitter Arie van Eijsden: „We moeten nog voorzichtiger worden.”
Het gebeurde dit voorjaar, tijdens een werkbezoek. De bestuursleden van stichting China, een stichting die onder andere gereformeerde lectuur verspreidt onder huisgemeenten, waren nog maar net op weg om enkele contactpersonen te bezoeken, toen hun –christelijke– chauffeur opmerkte: we worden gevolgd. Ze keerden terug naar het hotel en probeerden het de volgende dag nog een keer. Dezelfde auto hield hen echter opnieuw in de gaten.
Na drie dagen gaf de chauffeur het op en bracht hen naar het vliegveld. Onverrichter zake keerden de bestuursleden terug in Nederland. Eenmaal daar vernamen ze van contacten in China dat hun chauffeur was opgepakt. Van hem werd nooit meer iets gehoord.
Het grijpt Van Eijsden (68) aan dat deze man vanwege het contact met hen is opgepakt. „Wat er met hem is gebeurd, weet ik niet. De overheid geeft geen informatie over personen die gevangen zitten. Zelfs familieleden tasten vaak in het duister over het lot van hun geliefden.”
Deze gebeurtenis is volgens hem een illustratie van de groeiende repressie jegens christenen door de Chinese overheid. In de Chinese zuidelijke provincie Yunnan werd dit jaar een groep christenen tot gevangenisstraffen van vier tot dertien jaar veroordeeld. Ze werden ervan beschuldigd tot een sekte te horen.
Een leider van tientallen mini-Bijbelscholen werd begin dit jaar opgepakt door de politie en veroordeeld tot zeven jaar cel. Stichting China zorgde jarenlang voor het onderhoud van tientallen studenten die aan deze scholen studeerden. „Het hele netwerk van de mini-Bijbelscholen is opgerold. We weten niet hoe de overheid aan de namen kwam. Dat vind ik heel beangstigend. Was er een mol? Van sommige contactpersonen hebben we niets meer vernomen.”
Oeigoeren
Van een oorlog tegen het kruis, zoals de Chinese dissident Bob Fu het noemt, wil de voorzitter echter niet spreken. „Het zijn niet alleen christenen die onder de toenemende repressie lijden. Ook de islamitische Oeigoeren in het noordwesten van China en de aanhangers van de Falun Gong sekte (een spirituele beweging, die is gebaseerd op het boeddhisme en taoïsme, JvH) hebben te maken met onderdrukking.”
De incidenten tegen christenen passen volgens Van Eijsden in een grote overheidscampagne om godsdiensten met buitenlandse invloeden in China onder striktere staatscontrole te brengen. „President Xi Jinping wil ze meer in lijn brengen met de Chinese cultuur en de socialistische waarden en meer vrijwaren van buitenlandse invloeden.”
Om haar doel te bereiken zet de overheid moderne technieken in om haar burgers in de gaten te houden. „Nu al telt China naar schatting 170 miljoen bewakingscamera’s, waarvan 20 miljoen met gezichtsherkenning. Als het aan de overheid ligt, moeten dat er in 2020 zelfs 570 miljoen zijn. Dat komt neer op een camera per twee inwoners in het land.”
Door de opmars van gezichtsherkenning wordt het voor niet-geregistreerde christenen en huisgemeenten steeds moeilijker om onder de radar te blijven, verwacht Van Eijsden. „Je kunt nu al door middel van gezichtsherkenning pinnen, in een restaurant betalen en in hotels inchecken. In de toekomst zul je bijna niets meer in het geheim kunnen doen als christen.”
Hij verwacht dat huisgemeenten nog kleiner zullen worden, om zo min mogelijk op te vallen. „Christenen worden nog steeds geregistreerd als ze een Bijbel kopen. Om dat risico te ontlopen maken veel huisgroepen gebruik van digitaal materiaal. Wij proberen hen daarvan te voorzien.”
Wat betekent de toenemende repressie voor het werk van stichting China?
„Onze projecten gaan door, maar we zullen nog voorzichtiger moeten zijn in het contact met lokale christenen. De vaak verstrekkende gevolgen voor Chinese christenen die opgepakt worden, vind ik beangstigend.
Ik hoorde onlangs dat tientallen Chinese voorgangers die een theologische bijeenkomst in Zuid-Korea wilden bezoeken op verschillende Chinese vliegvelden zijn tegengehouden. Sommigen van hen werden zelfs gevangen genomen. Ze wilden juist vertrekken vanuit verschillende steden om niet al te veel op te vallen. Het is benauwend dat de macht van de Chinese overheid zo ver reikt dat zij informatie kan achterhalen over het voornemen van individuele predikanten.
Het brengen van een bezoek aan onze projecten zullen we anders moeten gaan organiseren en wellicht tijdelijk moeten opschorten. Toch geloven we dat het werk door mag gaan. We klemmen ons vast aan het woord van de Heere Jezus: „Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.”
Verder merken wij dat het lastiger wordt om als buitenlandse organisatie geld over te maken naar China. Tijdens het Chinaberaad, waaraan diverse organisaties die in China werken deelnemen, bleek dat andere organisaties daar ook last van hebben. Geldstromen kunnen alleen nog via een omweg de juiste plek bereiken.”
De stichting bestaat 25 jaar. Wat heeft ze in die jaren bereikt?
„We hebben honderdduizenden boeken gedrukt en verspreid. Het gaat voornamelijk om gereformeerde lectuur, zoals het psalmboek, de Heidelbergse Catechismus en de kinderbijbels van Van Dam en van Vreugdenhil. Wij richten ons met deze kinderbijbels sterk op de jeugd, die in het Chinese schoolsysteem met het atheïsme wordt geïndoctrineerd. Maar ook veel volwassenen lezen een kinderbijbel, omdat ze nog weinig van het Evangelie weten.
Er is in China veel vraag naar geestelijke lectuur. Ik denk weleens: Bereikt president Xi Jinping niet het tegenovergestelde van wat hij wil? Ondanks de verdrukking en vervolging groeit de kerk in China. Tijdens werkbezoeken horen bestuursleden van mensen die tot bekering komen.
Verder heeft onze stichting een bijdrage geleverd aan de opleiding en toerusting van voorgangers van huisgemeenten. De kosten voor het levensonderhoud van een predikant in China zijn niet te vergelijken met hier. Met een bedrag van circa 200 euro per maand komen wij een heel eind. Naast de ondersteuning van predikanten en evangelisten steunen wij diverse diaconale projecten, zoals een kindertehuis voor gehandicapten, een opvang voor straatkinderen en de bouw van kerken in het gebied dat in 2008 door een grote aardbeving werd verwoest.”
De stichting heeft in 2016 een pastoraal handboek voor voorgangers uitgegeven. Vanwaar deze uitgave?
„Aanleiding voor de uitgave was de aardbeving van 2008. Veel inwoners kampten met trauma’s, maar voorgangers wisten niet altijd hoe ze daar op een goede manier mee om moesten gaan. Het handboek wil de deskundigheid van pastors op het gebied van traumaverwerking vergroten en hen toerusten voor de hulp aan slachtoffers. Het boek wordt inmiddels ook gebruikt door voorgangers van andere huisgemeenten.”
Er bestaan verschillende organisaties die zich richten op zending en diaconaat in China. Waarin onderscheidt stichting China zich?
„Er bestaan inderdaad meerdere organisaties, maar gezien de grootte van het land zijn het er relatief weinig. Als zouden er nog honderd bij komen, dan zouden we elkaar nog niet voor de voeten lopen. Wij zijn een stichting met een brede achterban in de gereformeerde gezindte en richten ons vooral op huisgemeenten in China.”
Waar staat stichting China over 25 jaar?
„De belangrijkste vraag waar wij ons momenteel over buigen is: hoe moeten we verder nu fysiek contact tussen christenen steeds moeilijker wordt? Wij brengen momenteel de mogelijkheden in kaart hoe we via de digitale weg studenten en voorgangers kunnen toerusten, bijvoorbeeld via seminars op afstand, of via usb-sticks met informatie. Bezoeken aan China zullen echter nodig blijven.
De toekomst voor christenen in China lijkt niet positief gezien de toenemende vervolging. Tegelijkertijd zie ik hoopgevende signalen. De kerk in China groeit en is in Gods hand. Als ik daar niet in geloofde, was ik niet aan dit werk begonnen.”