De Oostvaardersplassen werden nooit écht natuur
De natuur de vrije loop laten: dat was het ideaal in de Oostvaardersplassen. Maar vanaf volgende week start de afschot van 1830 edelherten. Vier vragen over de situatie in het natuurgebied.
Waarom zijn de Oostvaardersplassen al lang voer voor discussie?
Staatsbosbeheer stelt: „Natuurlijke processen zijn leidend in de Oostvaardersplassen, maar dat betekent niet dat wij niets doen.” In de praktijk blijkt deze spanning tussen menselijk ingrijpen of de natuur haar gang laten gaan veel vragen op te roepen. Critici stellen dat de Oostvaardersplassen zich niet lenen voor natuurlijke processen: de populatie wild –onnatuurlijk groot door een gebrek aan natuurlijke vijanden– graast het gebied –te klein voor de aantallen– volledig kaal, waarna veel dieren dood gaan door gebrek aan voedsel.
Hoe kwam het besluit om 1830 herten te laten afschieten tot stand?
In de afgelopen strenge winter stierf 68 procent van de edelherten, 33 procent van de heckrunderen en 44 procent van de konikpaarden; in totaal ruim 3000 dieren. Toen deze cijfers bekend werden, ontstond forse maatschappelijke onrust. In reactie hierop besloot de provincie Flevoland begin maart om de dieren te gaan bijvoeren. Het was echter duidelijk dat in een volgende winter vergelijkbare problemen zouden ontstaan. Eind april concludeerde de onderzoekscommissie Van Geel dat er een „reset” nodig is in het gebied. Er kunnen maximaal 1500 grazers leven in de Oostvaardersplassen, aldus de commissie, terwijl dat er voor de winter zo’n 5200 waren. Verhuizing –zoals met een deel van de konikpaarden gebeurt– was voor de edelherten niet mogelijk; daarom moet hun populatie door afschot worden verkleind.
Wanneer worden de dieren afgeschoten?
Staatsbosbeheer begint waarschijnlijk in de loop van volgende week met de uitvoering. Wanneer dat precies gebeurt, hangt af van onder andere de weersomstandigheden en de locatie van de herten. Het afschieten zal zo veel mogelijk doordeweeks gebeuren.
Wat gebeurt er met de gedode herten?
Een deel van de dieren blijft liggen voor aaseters. Het overige vlees zal aangeboden worden voor menselijke consumptie. De provincie Flevoland en Staatsbosbeheer lieten in september weten in gesprek te zijn met poeliers die het wild willen verkopen. Tot nu toe werden dode dieren uit de Oostvaardersplassen nooit aangeboden voor consumptie; volgens de provincie was dit niet mogelijk omdat het altijd om verzwakte of zieke dieren ging die uit hun lijden werden verlost.