Leren van gereformeerden over de grens
„Zowel in Duitsland als in Nederland staat de kerk voor grote uitdagingen. Nodig is dat wij van elkaar blijven leren.” Dat was de boodschap van de Duitse predikant dr. Hans-Georg Ulrichs afgelopen week op een conferentie over het gereformeerd protestantisme in Nederland en Duitsland in Wuppertal.
Ulrichs is predikant voor studerenden in Heidelberg, voorzitter van het Genootschap voor de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme en docent kerkgeschiedenis aan de universiteit van Osnabrück. Hij organiseerde de conferentie samen met prof. dr. George Harinck, hoogleraar neocalvinisme aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ulrichs hield een lezing over het gereformeerde Nederland gezien door de ogen van de Duitse gereformeerden.
Ulrichs (52), geboren in een gereformeerd gezin in Oost-Friesland, heeft zich altijd beziggehouden met gereformeerde theologie. Hij studeerde in Wuppertal, Tübingen, Aarhus (Denemarken) en Heidelberg. Hij houdt zich ook graag bezig met de kerkgeschiedenis. „In Duitsland zijn gereformeerden altijd in de minderheid geweest. Gereformeerd zijn betekent naar mijn mening ook het erkennen van pluraliteit.”
Ulrichs zegt dat er niet eerder een conferentie is geweest waarop de betrekkingen tussen het Duitse en het Nederlandse gereformeerde protestantisme in de 20e eeuw werden belicht. „In Nederland heeft de Duitse theologie grote invloed gehad. De landen hebben ook veel gemeenschappelijk als het gaat over de thematiek: Zuid-Afrika en de apartheidsbeweging, de theologie van Karl Barth, kernbewapening en de ervaring met het nationaal-socialisme. Er zijn veel punten van overeenkomst.”
Waarom keken de Duitse gereformeerden naar de Nederlandse gereformeerden?
„De Duitse gereformeerden zijn altijd in de minderheid geweest. Wij hebben veel van de situatie in Nederland geleerd. Over bepaalde onderwerpen, zoals de kernbewapening, hebben we zelfs de opvatting van de Nederlandse gereformeerden overgenomen.” Toch zijn er maar weinig Duitse theologen die iets gedaan hebben met de Nederlandse theologie. Als er werk van Nederlandse theologen in het Duits werd vertaald, dan werd dat gedaan door Nederlanders. Alleen de theologen Arnold van Ruler, Heiko Miskotte en Gerrit C. Berkhouwer zijn enigszins bekend in Duitsland.
U heeft ook iets met Abraham Kuyper gedaan.
„Ja, dat klopt, ik heb in een lezing mijn visie op Kuyper gegeven. Er waren nog geen Duitsers die zich met Kuyper bezighielden. Voor mij is Kuyper een grote theoloog van de vrijheid. Er zijn natuurlijk ook negatieve effecten van Kuypers opvattingen in Noord-Amerika en Nederland geweest, bijvoorbeeld als het gaat om de apartheid in Zuid-Afrika. Maar toch ben ik positief over Kuyper. Hij was typisch calvinistisch in zijn streven om de wereld op een positieve manier vorm te geven en te veranderen.”
Hoe is het gesteld met de secularisatie in Duitsland?
„Die lijkt bij ons minder sterk dan in Nederland. Dat komt omdat de gereformeerde kerk in Duitsland in een traditie staat waarin er sprake is van een staatskerk. Zestig procent van de bevolking in Duitsland is lid van een kerk. In de praktijk is echter slechts tien procent van hen daarin actief. Misschien is de secularisatie in Duitsland wel even sterk als in Nederland. De gereformeerden maken overigens maar een klein deel uit van de kerken in Duitsland: zij zijn ongeveer met twee miljoen. In hun traditie zijn zij gereformeerd omdat zij een presbyteriale kerkstructuur hebben en de Heidelbergse Catechismus als belijdenisgeschrift hanteren.”
Hoe ziet u de toekomst van de kerk in Duitsland?
„Ik zie alleen perspectief voor de kerk als vrije kerk, los van de staatskerk.”
Wat is uw boodschap voor Nederland?
„We hebben gemeenschappelijke problemen zoals de secularisatie en de leegstand en verkoop van kerken. Ik hoop dat de Duitse gereformeerden daarbij niet alleen op hun eigen problemen letten, maar ook naar de Nederlandse gereformeerden kijken. En omgekeerd natuurlijk. We begrijpen elkaar, we zijn goed bevriend.”