Politiek

Onderkoning Donner is scherpzinnig jurist

Erudiet, aimabel, een echte christendemocraat en vol humor. Maar ook: rechtlijnig en een tikkeltje regentesk. Dat zijn typeringen van mensen die de afgelopen jaren samenwerkten met de vicepresident van de Raad van State, Piet Hein Donner.

31 October 2018 08:12Gewijzigd op 17 November 2020 04:53
Donner. beeld RD, Henk Visscher
Donner. beeld RD, Henk Visscher

Vorige week zaterdag vierde de onderkoning van Nederland, zoals de Binnenhofse bijnaam van de vicepresident luidt, zijn 70e verjaardag. Woensdag neemt hij afscheid van de Raad. Zijn medewerkers en goede kennissen staan niet te trappelen om hem te typeren. Slechts enkelen zijn bereid mee te werken aan een portret, maar dan wel anoniem.

Donner is een bijzondere verschijning. Meestal is hij gekleed in driedelig pak. Hij beweegt zich in het Haagse voort op een stevig herenrijwiel van het merk Gazelle (zonder versnellingen). Zijn taalgebruik is archaïsch; de woorden „derhalve” en „mitsdien” maken op een natuurlijke wijze deel van uit van zijn woordenschat. Zijn toespraken zijn doorspekt met Bijbelteksten en -verhalen. Zo rijst het beeld op van een neocalvinist uit de jaren vijftig van de vorige eeuw van wie er anno 2018 niet veel meer zijn.

Erudiet

Erudiet. Dat is een kenmerk van Donner dat iedereen noemt. Hij heeft veel kennis van zaken, een brede interesse en is beschaafd. „Donner is ontzettend veelzijdig. Hij weet overal veel van af en kent alle uithoeken van het recht. Als jurist is hij ongeëvenaard scherpzinnig. Hij heeft altijd een authentieke invalshoek”, zegt iemand die de afgelopen jaren met hem samenwerkte.

Donners toespraken en artikelen getuigen daar ook van. „Afgewogen en evenwichtig. Donner is een groot intellectueel. De lezingen die hij geeft, zijn zeer degelijk. Zijn denkraam klopt helemaal. Hij is diep betrokken op de gang van het christendom in Europa. Hij zoekt de Europese ziel”, zo zegt een van zijn vrienden.

De liefde voor Europa kreeg Donner met de paplepel ingegoten. Hij is deels in Luxemburg opgegroeid en heeft al op jonge leeftijd een schoolopleiding ook in het Frans gevolgd. Piet Hein woonde tijdelijk in Luxemburg omdat vader Donner lid was van het Europees Hof van Justitie.

Donner stamt uit een intellectueel geslacht. Zijn vader was voor zijn benoeming tot rechter in Luxemburg hoogleraar staatsrecht in Groningen. In 1971 bedankte hij voor een benoeming tot minister van Justitie. Zijn opa was van 1926 tot 1933 minister van Justitie.

Verantwoordelijkheid

De christendemocraat neemt verantwoordelijkheid voor de ambtenaren met wie hij samenwerkt: „Hij staat voor zijn mensen. En hij is in het openbaar nooit ambtenaren afgevallen”, zo stelt een andere ingewijde. Dat was ook de reden dat hij in 2006 aftrad als minister van Justitie na een vernietigend rapport over een brand in een cellencomplex op Schiphol. Donner zelf had niets fout gedaan, maar hij nam wel de politieke verantwoordelijkheid op zich. Tweede Kamerleden noemden zijn optreden destijds „waardig” en „indrukwekkend.”

Donner wil het debat graag een stap verder brengen. Hij daagt uit en vraagt om tegengas. Vervolgens weerlegt hij de argumenten van de tegenstander. En daar geniet hij enorm van. „Sommige toespraken die hij in de Kamer en daarbuiten hield, zijn om in te lijsten. Hij produceert mooie en inspirerende teksten, heel waardevol”, aldus iemand die nauw met Donner samenwerkte toen hij nog minister was.

Aimabel

Donner is geïnteresseerd in mensen. Met veel mensen met wie hij in de afgelopen jaren samenwerkte, onderhoudt hij nog warme, vriendschappelijke banden. Bijvoorbeeld met oud-staatssecretaris Jette Klijnsma (PvdA), met wie hij de leiding had op Sociale Zaken. Klijnsma groeide op in een degelijk ARP-gezin.

Als opa gaat Donner graag met zijn kleinkinderen op reis om hun de wereld te laten zien. Dat Donner voor zijn werk veel reisde, was voor het thuisfront zwaar. Zijn vrouw ging daarom geregeld mee naar activiteiten waar haar man moest zijn. „Zo zie ik hem nog eens”, zei ze dan.

Het lijkt moeilijk voor te stellen, maar Donner werkte ook geregeld mee aan verkiezingscampagnes van het CDA. Hij ging dan langs de deuren om bloemen of iets anders aan te bieden. En deed dat zelfs met een zekere blijmoedigheid. Ook bij de Raad van State onderhield Donner goede relaties, niet alleen met juristen van de Raad, maar ook met bodes, mensen van de catering en stagiaires.

Christendemocraat

Het relationele mensbeeld is uitgangspunt in Donners denken en handelen. „Hij zal mensen nooit afschrijven, maar zorgen dat ze in staat worden gesteld om mee te doen. De overheid kan een rol spelen, maar nooit alles oplossen. De kracht ligt in de samenleving en bij mensen en hun organisaties. Niet de markt of de overheid, maar de samenleving. Dat is de grote christendemocratische lijn in zijn denken”, aldus een voormalige medewerker.

Ze wijst op een citaat van Donner in Het Financieele Dagblad: „De C in CDA is voor mij nog steeds belangrijk. Politiek is niet christelijk of onchristelijk, maar een christelijke politieke partij rust wel op de fundamentele christelijke overtuiging ten aanzien van mens en samenleving. Naar mijn overtuiging zijn we hier op aarde met een bestemming, en zullen we het nooit perfect doen. Ik vind dat een tamelijk ontspannende gedachte. Je doet je best, en of het genoeg is moet men over tien jaar maar vaststellen.”

In antwoord op de vraag of hij in de loop van de jaren is losgeraakt van het geloof, is de CDA’er stellig: „Nee. Ik vind de religieuze verklaring voor veel zaken bevredigender dan het meer filosofische idee dat het allemaal toeval is en van mensen afhangt.”

Humor

Als de ogen van Donner gaan twinkelen, is het voor ieder duidelijk dat er een humorvolle of verfijnde ironische opmerking komt. In een dolle bui heeft hij in 2006 onder de artiestennaam De Don een rap gepresenteerd waarin hij zijn drugsbeleid toelichtte.

In maart 2009 nam Donner tijdens de ministerraad met het oog op 1 april een aantal collega’s bij de neus. Hij wees hen erop dat een aantal ministers regelmatig ‘s nachts werkt en dat de arbeidsinspectie daarom bestuurlijke boetes dreigde op te leggen. Hij deed daarom een voorstel om de werk- en rusttijden van ministers en staatssecretarissen te regelen. De werktijden zouden maximaal 168 uur per week mogen zijn; precies het totaalaantal uren dat een week telt.

In al zijn rechtlijnigheid vloog Donner een keer uit de bocht. Dat was in 2006, toen hij in Vrij Nederland verklaarde dat de islam als nieuwe zuil in ons land moet worden aanvaard. En als een tweederdemeerderheid van alle Nederlanders dat zou willen, zou de sharia ingevoerd moeten worden. Hij kreeg half Nederland over zich heen. Maar dat bracht Donner niet van de wijs. In eerdergenoemd afscheidsinterview met Het Financieele Dagblad zei hij: „Ik sta er nog steeds achter.”

Regentesk

Donner heeft een sterk verantwoordelijkheidsgevoel. Het land moet geregeerd worden, is zijn motto. Daarom was hij er ook voor dat het CDA in 2006 deel zou nemen aan een kabinet met de LPF. Dat kabinet viel enkele maanden na zijn aantreden.

In 2010 stond Donner op hetzelfde standpunt toen de vraag aan de orde was of de PVV gedoogsteun zou kunnen geven aan een kabinet met VVD en CDA. Binnen het CDA bestond daar veel weerstand tegen, maar Donner trok zich daar weinig van aan. Hij was een van de christendemocraten die de samenwerking erdoor drukten. Dat heeft binnen de partij veel schade veroorzaakt. Diverse top-CDA’ers keerden zich teleurgesteld af van de partij.

Toekomst

Donner zal na zijn vertrek aantreden als voorzitter van de raad van toezicht van de Protestantse Theologische Universiteit. En er komt vast nog wel iets op zijn pad.

Of een nieuwe generatie Donners het land gaat dienen in het openbaar bestuur? Dat ligt in de schoot van de toekomst verborgen. Donner heeft twee kinderen. Een van hen studeerde geneeskunde en de ander rechten. De laatste is ambtenaar op een van de ministeries. In De Nieuwe Koers zegt vader Donner –met een glimlach– in antwoord op de vraag of Nederland nog veel van deze zoon zal horen: „Ik hoop dat hem dat bespaard blijft.”

„Donner wil Tweede Kamer bestrijden”

Oud-minister van Landbouw prof. dr. C. P. Veerman kent Donner vanaf het moment dat ze samen in het kabinet-Balkenende I zaten; vanaf 2002. Toen zijn ze bevriend geraakt. „We zien elkaar regelmatig. Afgelopen zomer zijn we met onze vrouwen een weekje naar Italië geweest. Toen hebben mijn vrouw en ik een culturele oppepper gekregen. Donner vond dat ik als plattelandsjongen meer kennis moest hebben van de renaissance. Donner weet daar heel van.

De vicepresident heeft een sterk verantwoordelijkheidsgevoel. Hij stamt uit de AR-traditie, wil de wereld verbeteren en iets voor elkaar krijgen. Net als de eerste AR-voorman, Kuyper. Zelf kom ik uit de christelijk-historische traditie en heb een hekel aan strijd. Maar dat vormt geen belemmering voor onze vriendschap. We scherpen elkaar op. Ik krijg af en toe de wind van voren. En dan geeft hij weer een lesje staatsrecht of Europese geschiedenis. Ik leer daarvan; ik ben maar een eenvoudige boerenjongen die alleen iets afweet van economie en wijsbegeerte.

Piet Hein is veel gouvernementeler en bestuurlijker ingesteld dan ik. Hij vindt dat er geregeerd moet worden en dat het CDA niet langs de kant mag staan. Dat leidde tot een verschillende beoordeling van de vraag of het CDA moest deelnemen aan een kabinet waaraan de PVV gedoogsteun zou geven. Hij was voor, ik tegen. We spreken daar niet meer over. Dat was een treurige periode voor het CDA. Maar het heeft onze verhouding niet verstoord.

Ook qua debatstijl verschillen we sterk. Ik ben op zoek naar consensus, maar Donner gaat graag het gevecht aan. Hoe meer tegenstand, hoe beter. Op dat moment kan hij zijn eruditie ontvouwen. Schertsend zei hij onlangs: „Uiteindelijk is de Tweede Kamer er om bestreden te worden.”

Donner is een begaafde jurist. Daar zijn er niet veel van in ons land. Ik hoop dat Nederland de vruchten kan blijven plukken van zijn gaven van hoofd en hart. Zou hij niet ergens hoogleraar staatsrecht of Europees recht kunnen worden? Een klein nadeeltje is dat hij niet promoveerde. Ik heb hem gezegd: Als je opschiet, kan dat nog bij mij.”

Levensloop

1948: Jan Pieter Hendrik (Piet Hein) Donner ziet het levenslicht;

1968-1974: rechtenstudie aan de Vrije Universiteit Amsterdam;

1976: ambtenaar bij het ministerie van Economische Zaken;

1993: voorzitter Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid;

2000-2002: voorzitter van commissie toekomst WAO;

2002 -2006: minister van Justitie;

2007-2010: minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

2010-2011: minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

2012-2018: vicepresident Raad van State.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer