Avonturenpark Hellendoorn schrapt „satanische” attractie
„Gruwelijke rituelen”, bedoeld om tieners entertainment te bieden. Avonturenpark Hellendoorn besloot afgelopen weekend een attractie te schrappen na bezwaren uit christelijke hoek.
„Een satanische tempel met gruwelijke rituelen wacht op jou en jouw vrienden. Jullie zijn uitgenodigd om getuige te zijn van een ritueel offer om demonische entiteiten te voeden.” Zo omschreef Avonturenpark Hellendoorn de attractie ”Devils Church” (kerk van de duivel, GM). Het zou een van de zeven ”scarezones” zijn tijdens het horrorevenement ”Screams” op 19 en 26 oktober. Doelgroep: iedereen vanaf 14 jaar.
Marriët Bakker (30) uit Vroomshoop –zo’n 15 kilometer bij Hellendoorn vandaan– „schrok zich wild” toen ze vorige week de teksten las. Ze is bang dat jongeren die het evenement bezoeken last krijgen van „demonische aanvallen. Je zet zo’n grote poort open naar occultisme.”
Bakker, lid van de baptistengemeente in Vroomshoop, schreef over haar zorgen op Facebook. Het bericht werd veel gedeeld. Een Bijbelstudiegenoot van Bakkers vader belde het pretpark. Hij was niet de enige die contact opnam, vertelt pretparkwoordvoerder René Peul maandag desgevraagd. „Het evenement en deze attractie bestaan al twee jaar in deze vorm. We hebben nooit eerder iets gehoord. Maar dit jaar kwamen er klachten in een mate waar we best van schrokken.” De reacties brachten het park ertoe de attractie Devils Church te schrappen, aldus Peul. „De klachten kwamen uit onze directe omgeving. We willen daar niemand tegen het zere been schoppen.”
Verwensingen
Begrijpt Peul de bezwaren? „Ik begrijp de emotie. En we waarderen het als park wanneer mensen ons waarschuwen, dat nemen we ter harte. Ik begrijp ook dat christenen het niet fijn vinden als de duivel wordt genoemd, die zone hebben we dan ook verwijderd.”
Peul heeft echter weinig begrip voor de toon van sommige reacties. „Mensen schreven dat we moesten branden in de hel. Die verwensingen vinden we net zo eng en vervelend als gelovigen onze attractie vinden.”
Meer aanpassingen zullen er niet komen, aldus Peul, die Screams omschrijft als „een wat engere versie van Halloween.” Peul: „Screams staat als een huis. Het evenement is een schot in de roos voor de doelgroep. Als we het afgelasten, zouden we duizenden gasten teleurstellen.”
Ook in de zones die nog zijn overgebleven staat horror centraal, met bijvoorbeeld „gestoorde clowns” of „zombies.” Volgens Peul zoekt het evenement „de grens op qua spanning en adrenaline. De ideeën komen vanuit een panel met jeugd. Het zijn thema’s die je in hun games terugziet. Die spellen zijn veel enger dan wat wij bieden.” De marketing, waaronder een filmtrailer met bloederige beelden, richt zich op deze jongerengroep. Peul: „Als je niet op het randje gaat zitten, komt de jeugd niet. Dan is het te soft voor hen.”
De woordvoerder herkent zich niet in de kritiek op Halloween als duister feest met de nadruk op geweld. „Het is niet duister, maar spannend. Wat wij bieden is 100 procent nep, met geschminkte acteurs. Dit duurt twee dagen per jaar, de andere dagen zijn we superkindvriendelijk.”
Bidstond
Marriët Bakker reageert maandag verrast op het nieuws dat de attractie Devils Church geschrapt is. „Dat vind ik zo gaaf, ik ben er heel erg blij mee.” Ze distantieert zich van sommige felle reacties richting het park. „Dat is niet gepast. Wij wilden puur aangeven hoe verdrietig we hierom waren en onze zorg delen.”
Met de aanpassing is Bakkers zorg nog niet volledig weggenomen. „Over Devils Church kwam het meeste protest. Maar de overige dingen die ik zag waren ook verschrikkelijk. Daar blijf ik voor bidden.”
Vrijdag –de eerste dag van Screams– heeft ze een bidstond gepland met „christelijke vrienden.” De titel: Streams. Een verwijzing naar „de stromen van Gods genade.” Gaat die bidstond door na dit bericht? „Ja, al zou het alleen maar een dankstond zijn. Maar er zijn nog meer pretparken waar Halloween wordt gevierd. We leven in een tijd waarin occultisme steeds meer voorkomt. Satan komt in ons land niet meer door kruipruimtes. Hij staat aan de deur en we laten hem binnen.”