Dertigers nemen de macht over? Nee, dat is te cru gezegd
Met de verkiezing van Rob Jetten tot D66-voorman steeg het aantal fractievoorzitters in de Tweede Kamer dat jonger is dan veertig jaar tot wel zes. Grijpt een nieuwe generatie de macht? Geenszins.
Het viel veel Binnenhofwatchers op. Na de verkiezing van Rob Jetten (31) tot D66-aanvoerder worden maar liefst zes van de dertien Kamerfracties geleid door dertigers. Naast Jetten kennen we immers Klaver (GL, 32), Marijnissen (SP, 33), Baudet (FvD, 35), Dijkhoff (VVD, 37) en Kuzu (DENK, 37).
Toegegeven, dit ís uniek. In zetels uitgedrukt wordt nu exact de helft van de Kamer geleid door broekjes.
Om een situatie te vinden die daar een béétje op lijkt, moeten we terug naar 1982/1983. Toen zaten echter slechts drie dertigers vooraan in de Kamerbankjes: Nijpels (VVD), Engwirda (D66) en Brouwer (CPN). En zij leidden gezamenlijk slechts 45 volksvertegenwoordigers.
Boeiend is hoe we de huidige situatie moeten duiden. Nemen „dertigers de macht over”, zoals sommige media suggereerden? Dát is in elk geval geen juiste typering.
Om te beginnen omdat er geen sprake is van dertigers die de macht grijpen. Deze jongelingen (en één jonge dame) grijpen helemaal niets, maar worden door de oudere generatie naar voren geschoven.
Bovendien is er geen sprake van één samenhangende beweging. Leiderschapswisselingen worden bepaald door de interne leiderschapscycli van partijen. Staat een politicus een jaar of tien aan het roer, dan nadert gewoonlijk zijn houdbaarheidsdatum en gaat zijn partij op zoek naar een nieuw en fris gezicht. Dat enkele van deze leiderschapswisselingen in ruwweg dezelfde periode plaatsvonden, is toeval.
Wel klopt het dat partijen zich meer dan vroeger richten op jonge opvolgers –en dan soms rustig de tussenliggende generatie overslaan–, in de hoop daarmee ook de jeugdige kiezer aan zich te binden. Opvallend is bovendien dat zij gemakkelijk kiezen voor Kamerleden die nog maar kort in het parlement zitten. Klaver zat in 2015, toen hij als 29-jarige tot fractieleider werd gekozen, weliswaar vijf jaar in de Kamer; maar Jetten bereikte die positie al na anderhalf jaar Kamerlidmaatschap en Marijnissen werd nota bene al op het schild geheven na slechts negen maanden aan het Binnenhof te hebben vertoefd. Dat is, historisch gezien, ongekend.
Toch wijst niets erop dat partijen bij het kiezen van hun leiders uitsluitend en eenzijdig focussen op leeftijd. Zeker niet. Kwaliteit (lees: kennis, politieke behendigheid en charisma) staat altijd voorop. En als de beste kandidaat dan bovendien jong blijkt te zijn, is de keuze snel gemaakt.
Tot slot nog één reden waarom het frame ”dertigers nemen de macht over” niet deugt: het valt nauwelijks wetenschappelijk te onderbouwen dat er een generatie dertigers (of millennials) bestáát, een groep leeftijdsgenoten met geheel eigen, van andere generaties afwijkende kenmerken. Zeker, het idee is aansprekend: deze mensen groeiden op in dezelfde tijd, luisterden naar dezelfde muziek en keken naar dezelfde NOS-journaals; ze zullen dus ook wel op eenzelfde manier in het leven staan en een gelijksoortige wereldbeschouwing hebben.
Ja? Nou, vergeet het maar. Want wat heeft Baudet gemeen met Klaver, en Dijkhoff met Marijnissen? Niets toch? Iemand zegt: Hun moderne levensgevoel. Jawel, maar dát vind je toch net zo goed bij Wilders (55) en bij Krol (68)?