Jaarlijkse herinnering aan woestijnleven levend gehouden in hut
In tuinen, op balkons, daken, trottoirs en zelfs parkeerplaatsen staan hier nu de loofhutten. Zondag begon het Loofhuttenfeest, een herinnering aan het woestijnleven van het Joodse volk.
Niet iedereen maakt een loofhut, maar religieuze Joden doen het in ieder geval wel. Er komt veel creativiteit bij kijken. Als mensen een klein balkon hebben, bouwen ze bijvoorbeeld zulke kleine hutten dat je je er nauwelijks in kunt omdraaien. Hutten kunnen echter ook tientallen meters lang zijn en voldoende plaats bieden voor hele groepen.
Het opzetten van zo’n tijdelijke onderkomen is geen sinecure. Op televisie klonken ook dit jaar weer waarschuwingen van de ambulancedienst om voorzichtig te zijn bij de opbouw. „Pas op met hamers, wees voorzichtig met elektriciteit”, klonk het.
De wanden van de hutten zijn van hout of stof, het dak bestaat uit materiaal waar gaatjes in moeten zitten, want de inzittenden –en soms zelfs de slapenden– moeten de sterrenhemel kunnen zien. Bij de nieuwste flatgebouwen voor ultraorthodoxen is met die eis zelfs rekening gehouden. De balkons zijn niet netjes onder elkaar gebouwd, maar steken op elke verdieping op een andere plaats naar buiten.
Aan de binnenkant van de hut hangen mensen van alles op. Een afbeelding van de tempel bijvoorbeeld, of portretten van belangrijke rabbijnen. Daarnaast hangen er slingers in allerlei vormen en kleuren, vruchten, planten of foto’s van voorouders. Het eten moet in de loofhut gebruikt worden en die moet er dan natuurlijk leuk uitzien, zeker omdat het de gewoonte is om vrienden of familieleden uit te nodigen.
Net als met Pasen denken Joden met dit feest aan de uittocht uit Egypte. Oud-ambassadeur Yoram Ettinger schrijft in zijn nieuwsbrief dat het Hebreeuwse woord ”soekot” (loofhutten) ontleend is aan de eerste plek waar het volk verbleef na de uittocht uit Egypte. In Numeri 33 vers 5 lezen we dat de Israëlieten zich legerden te Sukkoth toen ze uit Egypte trokken.
Bij het feest staan de mensen stil bij de overgang van de slavernij naar het land van de belofte, van het nomadische leven in de woestijn naar het vaste bestaan in het beloofde land. De soekot herinneren de Israëlieten aan de veertig jaar dat ze door de woestijn zwierven en in tenten woonden.
Wat mij dit jaar sterk opviel, is dat veel buitenlandse gasten zich ook graag in het beloofde land zouden vestigen. Een Britse christen, die ook uitgenodigd was in een ”soeka”, vertelde dat hij graag in Israël zou willen wonen. Nu komt hij samen met zijn vrouw enkele maanden per jaar naar dit land. „Ik had een vrouwelijke Joodse voorouder, maar helaas kan ik dat niet bewijzen.” Als hij dat wel had gekund, had hij mogelijk kunnen immigreren vanwege de wet op terugkeer.
Na maandag worden de hutten weer afgebroken. Sommigen doen het dan gelijk al, anderen wachten nog een paar dagen. Alle doeken, latten en schotten verdwijnen in de opslagplaatsen. Of in de schuilkelders onder de flatgebouwen, die tevens dienen als rommelhokken. Tot het Loofhuttenfeest van volgend jaar.