Belgische boswitjes voor de lens
De vakantie is een tijd om eens een wat langere tocht te ondernemen. Afgelopen zomer waren wij in Zuid-België, in Viroinval. Het is maar een paar uur rijden van huis, maar een compleet andere wereld. Vooral over de vlinders bleven we ons verbazen.
Een van de soorten die we veel tegenkwamen was het boswitje. Dat is een soort die in Nederland erg zeldzaam is, maar daar fladderden ze volop rond. Juist dat fladderen was het probleem. De vlindertjes gingen maar af en toe een seconde zitten, dus een foto maken was er niet bij. Totdat we een exemplaar vonden dat geregeld wat langer ging zitten. We ontdekten al snel waarom. Het vlindertje streek neer op een rolklaver en legde dan een langwerpig, witgekleurd eitje.
Wat later op de dag ontdekten we weer zo’n eitjes leggend exemplaar dat keer op keer ging zitten. Dit keer werden de eitjes afgezet op planten van de voederwikke. Thuis in de vlindergids ontdekten we dat wikke en rolklaver de twee voedselplanten zijn waar de rups op leeft. Maar we ontdekten ook dat er twee soorten boswitjes bestaan die je op het oog niet uit elkaar kunt houden. Er bestaat ook het cryptisch boswitje; een soort die in Nederland in de jaren 50 is uitgestorven. Maar daar in Viroinval vliegen dus beide soorten rond. En welke soort we voor de lens kregen blijft voorlopig onduidelijk.