Flinke kostenbesparing door latere AOW
De verhoging van de AOW-leeftijd naar 65 jaar en 9 maanden heeft de schatkist vorig jaar 1,7 miljard euro opgeleverd. Dat bedrag had de overheid extra uit moeten geven als de pensioenleeftijd op 65 jaar was gebleven, becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Sinds de AOW-leeftijd in 2013 voor het eerst omhoog ging, bespaarde de Staat al bijna vier miljard euro. Dit jaar steeg de AOW-leeftijd naar 66 jaar en de komende jaren gaat die verder omhoog. Met iedere stap nemen de besparingen verder toe.
Vorig jaar werd aan AOW-uitkeringen 37,4 miljard uitgegeven. Dat was in 2007 nog 25,2 miljard euro. De kosten van de AOW stijgen door een combinatie van de toename van het aantal gerechtigden als gevolg van de vergrijzing en een halfjaarlijkse indexering. De toename van het aantal AOW-gerechtigden piekte in 2011.
Als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) waren de AOW-uitgaven vorig jaar 5,1 procent. Dat is iets lager dan de 5,2 procent een jaar eerder. Dat kwam door de economische groei. In 2007 bedroegen de AOW-uitgaven nog 4,1 procent van het bbp.