Natuur wordt getekend door twee uitersten: overleven óf vergaan
Hoe wij de natuur zien, is in sterke mate afhankelijk van hoe goed we haar kennen. Hoe beter je haar kent, hoe meer de romantiek naar de achtergrond verdwijnt en de strijd om het bestaan op de voorgrond komt.
In het groot en in het klein, de natuur wordt getekend door twee uitersten: overleven óf vergaan. Het schone ligt er dicht bij het kwaad en het leven draagt altijd de dreiging van de dood in zich. Dat werd me vorige week weer eens duidelijk toen ik langs de Nederrijn dromerig naar de horizon staarde, waar groepen zwaluwen onrustig zwermden.
Er plofte ineens iets naast mij in het gras. Ik hoorde zwaar gonzen en gefladder. Tussen de ijle grasstengels werd gestreden. Een hoornaar had een grote nachtvlinder uit de lucht gegrepen. Samen waren ze omlaag getuimeld, dwars door mijn dagdromen heen. Ik volgde de strijd met een mengeling van verbazing en ontzetting. De nachtvlinder vocht voor zijn leven, maar de hoornaar hield haar vast met poten en kaken. Er was geen ontkomen aan. De hoornaar begon al te eten terwijl de vlinder nog fladderde. Het beest stierf een ellendige dood. Een klein, kortdurend drama op een paar vierkante centimeter gras. Meer was het niet. Maar genoeg als boodschap dat élk leven onvermijdelijk verbonden is met de dood.