Het pimpernelblauwtje is een echte parasiet
Het pimpernelblauwtje legt zijn eitjes op het bloemhoofdje van de grote pimpernel. De rupsen eten van de bloedrode bloempjes.
De rupsen vervellen vier keer. In de laatste fase laten ze zich op de grond vallen en worden ze meegenomen door de werksters van knoopmieren naar de broedkamers van het mierennest. Daar overwinteren ze en voeden ze zich met mierenlarven; het zijn echte parasieten.
In juni kruipen ze omhoog, verpoppen, en na korte tijd fladderen de blauwe vlindertjes rond.
Omstreeks 1970 waren de pimpernelblauwtjes in Nederland uitgestorven. Op 2 augustus 1990 vond een herintroductie plaats. In een natuurgebied in Noord-Brabant werden 156 van die blauwtjes uitgezet. Ze kwamen uit Polen. Sinds die tijd vliegen er meer rond in dat ene gebied. Ze zijn uiterst kwetsbaar.