Binnenland

„DNA-onderzoek vaak trigger bij oplossing van een cold case”

Oude misdrijven die tot een ontknoping lijken te komen. Mede door de aanhouding van Jos B. staan cold cases volop in de belangstelling. Een grote doorbraak in de oplossing van oude zaken verwacht strafrechtgeleerde Theo de Roos echter niet.

Redactie binnenland
28 August 2018 11:56Gewijzigd op 17 November 2020 04:30
Een coldcasekalender 2018 in de PI in Zoetermeer. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
Een coldcasekalender 2018 in de PI in Zoetermeer. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

De aanhouding zondag van Jos B., verdacht van de moord op Nicky Verstappen in augustus 1998, galmt nog volop na in de media. Intussen begon dinsdagochtend het gerechtshof in Den Bosch de zaak in hoger beroep tegen Jos de G. Hij wordt verdacht van verkrachting van en doodslag op de 15-jarige scholiere Nicole van den Hurk uit Eindhoven, in oktober 1995.

In beide gevallen gaat het om een zogeheten cold case: een niet-opgelost ernstig misdrijf waar minimaal twaalf jaar cel op staat. Meestal gaat het om moord of doodslag. De zaak krijgt alleen de status van cold case als een leidinggevende binnen de politie daartoe besluit.

Zowel in de zaak-Verstappen als -Van den Hurk speelt DNA-onderzoek een belangrijke rol. „Ik ben daar in het verleden sceptisch over geweest, maar je ziet toch in diverse zaken dat DNA-onderzoek de trigger is voor de oplossing”, zegt strafrechtgeleerde Theo de Roos desgevraagd. Hij noemt als voorbeeld onder meer de moord op Marianne Vaatstra.

De uitkomst van DNA-onderzoek leidt niet automatisch tot de oplossing. „Al heb je een verdachte, daarmee is de zaak nog niet opgelost”, zegt De Roos. „DNA toont aan dat er op de een of andere manier contact is geweest, bijvoorbeeld via kleding. Als het gaat om iemand die dood gevonden is, heb je op z’n minst een stevige verdenking, maar dat is niet voldoende.”

De Roos noemt als voorbeeld een verdachte die ooit werd vrijgesproken. „Zijn DNA was gevonden op een sigarettenpeuk. De verdachte zei dat hij een jointje had gerookt dat hij aan iemand anders had doorgegeven en dat die ander blijbaar betrokken was geweest bij een inbraak.”

Dat DNA-onderzoek een belangrijke factor is erkent ook woordvoerder Robbert Salome van de korpsleiding nationale politie. Hij wijst eveneens op het belang van getuigenverklaringen. „Onderzoek toont aan dat daders bijna altijd aan één of twee mensen in hun omgeving vertellen dat ze een misdrijf hebben begaan. Het kan enorm helpen om daar sterk op in te zetten. In de loop der jaren kunnen omstandigheden veranderen, waardoor getuigen alsnog iets willen vertellen.”

Ten onrechte denken mensen soms dat een verklaring geen zin heeft omdat een zaak zou zijn verjaard. „Door enkele wetswijzigingen geldt dit steeds minder. Zaken kunnen bijna niet meer verjaren. Bovendien, als een zaak wel verjaard is, kan het voor nabestaanden alsnog van belang zijn dat er duidelijkheid komt.”

Het aantal cold cases groeide de afgelopen jaren tot 1774, zegt Salome. „Er komen nog steeds uit allerlei dossierkasten nieuwe zaken bij.”

Salome verwacht dat het aantal zaken dat uiteindelijk wordt opgelost, zal toenemen. „Elke politie-eenheid heeft sinds 2013 een coldcasevoorziening. Aandacht daarvoor leidt ertoe dat er meer zaken worden opgelost.”

De Roos tempert die verwachting. „Gezien het grote aantal cold cases is het aantal opgeloste zaken nog zeer beperkt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer