Moeten we binnenkort verplicht DNA afstaan?
Dankzij grootschalig DNA-onderzoek heeft de verdachte van de moord op Nicky Verstappen na twintig jaar een naam en gezicht gekregen. Moet het verplicht worden om DNA af te staan, zodat daders sneller kunnen worden opgespoord? Hoe haalbaar is zo’n DNA-databank?
Stel: er komt een landelijke databank waar ons DNA in is opgeslagen. Het wordt gemakkelijker om misdaden op te lossen, omdat mensen sneller op te sporen zijn. Hoe realistisch is zo’n databank? Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid wil in ieder geval debatteren met de Tweede Kamer over verplichte DNA-afname, zo zei hij woensdag naar aanleiding van de doorbraak in de zaak-Nicky Verstappen. Nu mag er alleen verplicht DNA worden afgenomen bij daders die veroordeeld zijn voor langere celstraffen. Deelname aan een DNA-verwantschapsonderzoek is vrijwillig. Verdachte Jos Brech weigerde DNA af te staan. Daardoor duurde het veel langer voor hij als verdachte in beeld kwam.
Hoe doorslaggevend is een DNA-spoor bij een misdrijf?
Als er op de plaats van een misdrijf een DNA-spoor gevonden wordt, betekent dit niet automatisch dat die persoon ook de dader is, zegt Rob ten Hove, forensisch DNA-deskundige. „We zijn DNA-machines, we laten overal DNA achter. Als we op de plaats delict een spoor vinden en we stellen vast van wie het is, dan moeten we nog de vraag beantwoorden: hoe is het daar terechtgekomen? Je moet voorzichtig zijn met de interpretatie. Lang niet alle sporen hebben direct te maken met de misdaad.” Met een landelijke DNA-databank wordt het wel gemakkelijker om zo’n spoor te traceren, aldus Ten Hove. „Het scheelt de politie werk. Je kunt mensen sneller opsporen.”
Waarom is er nog geen landelijke databank, als het de opsporing van daders zo sterk vergemakkelijkt?
Zo simpel ligt het niet. Het idee is omstreden en er zitten nadelen aan. Strafrechtadvocaten zijn tegen: ze vinden dat het basisprincipe van onze rechtsstaat –je bent onschuldig tot het tegendeel bewezen is– ermee in gevaar komt. Ook hoogleraar ethiek aan de Theologische Universiteit Kampen en de PThU Groningen Theo Boer heeft zo zijn bedenkingen. „Vanuit het perspectief van de overheid snap ik het, maar aan de andere kant is het een schrikbeeld. Een landelijke databank voor DNA past in een trend waarbij de overheid haar burgers steeds meer in de gaten houdt. Maar het zet onze rechtsstaat op zijn kop: je hoeft niet mee te werken aan het bewijzen van je eigen onschuldigheid.”
Forensisch DNA-deskundige Ten Hove denkt daar anders over. „Natuurlijk, er komen met zo’n databank veel mensen in beeld, ook burgers die niets met het misdrijf te maken hebben. Maar als ik de voor- en nadelen afweeg, ben ik toch een voorzichtig voorstander. Je kunt een verdachte veel sneller opsporen. En als jouw spoor gevonden wordt in een zaak en je hebt er niets mee te maken, dan kun je met de huidige technieken best gemakkelijk je onschuld aantonen. Een telefoon slaat bijvoorbeeld informatie op over waar je geweest bent.”
Maar hoe zit het met de veiligheid van zo’n databank? Wat gebeurt er bijvoorbeeld als er informatie lekt en al je vertrouwelijke gegevens op straat komen te liggen?
We gaan er allemaal vanuit dat onze gegevens bij de overheid veilig zijn, zegt Boer. „Maar de technologie ontwikkelt zich ook steeds verder. Het gevaar is dat de informatie over je DNA een eigen leven gaat leiden. Het is maar de vraag hoeveel vertrouwen je hebt in de overheid. Wat als die zich in een zeer negatieve richting ontwikkelt? Dan kun je als burger geen kant op. Voor het hacken van zo’n DNA-databank door derden ben ik echter, anders dan anderen, niet bevreesd.”
Zo’n vaart zal het niet lopen, zegt DNA-deskundige Ten Hove. „Het is een argument dat ik vaak hoor bij tegenstanders. Maar het klassieke DNA-onderzoek focust puur op de getallencode die nodig is om achter iemands identiteit te komen. De vraag of je voor bepaalde ziektes in aanmerking komt, vereist heel ander DNA-onderzoek.”
Volgens Ten Hove kan misbruik voorkomen worden door daar goede afspraken over te maken. „In strafzaken willen we snel iemand identificeren, we kijken alleen om die reden naar het DNA. Als je het onderzoek in de wetgeving goed afbakent, moet dat te doen zijn.”
Is het opzetten van een databank logistiek gezien haalbaar onder 17 miljoen mensen?
Het is een eenmalige flinke stap, maar het kan wel, aldus Ten Hove. „Je zou in de toekomst bijvoorbeeld kunnen zeggen: iedereen die vanaf een bepaalde datum is geboren, moet DNA afstaan. Natuurlijk, zoiets opzetten kost geld. Maar er zijn wel meer projecten in Nederland die veel geld kosten.”
Hij benadrukt dat zo’n eventuele databank niet betekent dat alle misdrijven in de toekomst in één keer opgelost zullen zijn. „Maar het zorgt ervoor dat de recherche verdachten veel sneller kan opsporen.”
Doorbraken na DNA-onderzoek
DNA-verwantschapsonderzoek is mogelijk sinds 2012. In die korte tijd heeft het onderzoek in drie onopgeloste moordzaken voor een doorbraak gezorgd.
• De moord op de 11-jarige Nicky Verstappen in 1998. Uit DNA-onderzoek blijkt nu dat vermoedelijk de 55-jarige Jos Brech het jongetje ombracht.
• De moord op de 16-jarige Marianne Vaatstra in 1999. Een DNA-verwantschapsonderzoek onder 8000 mannen leidde in 2012 tot de aanhouding van Jasper S.
• De moord op de 25-jarige Milica van Doorn in 1992. Er vond DNA-onderzoek plaats onder 133 Turkse mannen. De verdachte Hüseyin A. was een van de twee mannen die niet kwamen opdagen. Omdat familie van hem dat wel deed, werd hij eind 2017 opgepakt.