Tussen gereformeerd en baptist
Het is een behoorlijk kerkgebouw in een nieuwe wijk van het Amerikaanse plaatsje Choteau. Over de identiteit hoeft niemand in het onzekere te verkeren: ”Old paths Strict Baptist”, zo valt met grote letters te lezen.
De kerk is weliswaar wat kleiner dan de nabijgelegen mormonentempel, maar een kleine 200 man moet er toch wel in kunnen. Tweemaal per zondag is er dienst en bovendien op woensdagavond. Die weekdiensten kunnen zich in ieder geval niet in een hoge opkomst verheugen. Afgedacht van de buitenlandse gasten en de predikant en zijn vrouw komt op een woensdagavond in september het aantal aanwezigen niet boven de tien uit. Op zondag zijn het er wel wat meer, maar ook dan blijven de meeste plaatsen leeg.
Kennelijk heeft deze Strict Baptist-gemeente in de staat Montana betere tijden gekend. Althans qua kerkbezoek. In ieder geval heeft de gemeente een bijzondere geschiedenis achter de rug. In 1954 werd in Choteau een gereformeerde gemeente geïnstitueerd. Tot 1957 diende de uit Middelharnis overgekomen ds. G. Zwerus deze gemeente in combinatie met het 800 kilometer verderop in de staat Washington gelegen Sunnyside. Daarna was de gemeente vacant.
Het was ook maar een klein groepje. De cijfers in de kerkelijke jaarboekjes laten daar geen twijfel over bestaan: 25 leden en 35 doopleden. In die orde van grootte.
Een van de gemeenteleden, Henry Bouma, voelde zich in de jaren zeventig geroepen om predikant te worden. Toen hij door de Netherlands Reformed Congregations (de Amerikaanse Gereformeerde Gemeenten) niet tot dat ambt werd toegelaten, vond hij dat hij zich daar niet bij kon neerleggen. Met de kleine gemeente van Choteau, deels bestaande uit familieleden, verliet hij in 1975 het kerkverband. Door een ouderling liet hij zich als onafhankelijk predikant bevestigen. Na verloop van tijd vond hij met zijn gemeente kerkelijk onderdak bij de Strict Baptist-gemeenten.
Ten aanzien van doopbeschouwing en dooppraktijk betekende dat een ingrijpende overgang. Het ambt van ouderling werd afgeschaft. Ook werd in de eredienst de psalmbundel ingeruild voor de hymns van Gadsby. Maar voor het overige veranderde er in leer en leven nauwelijks iets. Daarvoor staan de gemeenten van Philpot dicht genoeg bij de Gereformeerde Gemeenten.
Inmiddels wordt de gemeente van Choteau na het overlijden van ds. Bouma gediend door de 60-jarige ds. M. T. Pickett. Twee jaar geleden nam hij vanuit Engeland het beroep aan. Zijn kinderen moest hij daar achterlaten.
Ds. Pickett groeide op in een onkerkelijk milieu, al ging hij wel eens naar de Anglicaanse Kerk omdat hij van zingen hield. Op vakantie in Zwitserland ontmoette hij degene die later zijn vrouw zou worden. Zij behoorde tot de Strict Baptists en hij ging met haar mee. „In een proces van ontlediging werkte de Heere in mijn hart”, zo vertelt hij. Op een nacht werd hij bepaald bij Jesaja 1:18: „Kom dan en laat ons samen richten”, een bijbeltekst die hem voordien onbekend was. Na zijn bekering werd hij gedoopt door onderdompeling.
Een opleiding tot predikant heeft hij niet ontvangen. Daarbij komt dat hij weinig naar school is geweest. „Net als Petrus was ik een onwetend mens. De Heilige Geest roept een mens echter tot het ambt en maakt hem daartoe bekwaam.” Ook voor zijn vrouw was het een gebedszaak. Toen hij voor het eerst gepreekt had, zei zij: „De Heere heeft mijn gebed verhoord.”
Ds. Pickett is een overtuigd baptist. Hij wil staan in de traditie van ds. J. C. Philpot. Over een man als Spurgeon oordeelt hij genuanceerder. „Op de ene bladzij lees ik bij hem dingen waar ik het hartelijk mee eens ben, maar op een andere bladzij kan ik niet met hem mee.”
Baart de teruggang en de vergrijzing van de gemeente hem geen zorgen en is die ontwikkeling niet symptomatisch voor veel Strict Baptist-gemeenten? „Ik geloof dat de Heere mij hierheen gezonden heeft. Hij heeft werk voor mij.”
Hij wil niet ontkennen dat de Gereformeerde Gemeenten er beter in slagen hun mensen en zeker ook de jongere generatie te binden. „Maar blijkt niet uit de geringe avondmaalsdeelname dat er in die gemeenten toch maar weinig bekeerde mensen zijn?”
Dat neemt niet weg dat het in een kleine gemeente voor jongeren moeilijk is om een huwelijkspartner te vinden. En de eigen scholen van de Gereformeerde Gemeenten vervullen hem met een zekere jaloersheid.
In totaal zijn er drie Strict Baptist-gemeenten in de Verenigde Staten. Ook de gemeente van Sheboygan (Wisconsin) is uit de Gereformeerde Gemeenten ontstaan. Toen ds. G. H. Kersten in de jaren dertig deze gemeente bezocht, voelde hij zich al geroepen „een ernstige waarschuwing te laten horen tegen de dwalingen van het baptisme.”
Overigens is recent een deel van de Strict Baptist-gemeente van Choteau teruggekeerd naar het verband van de Netherlands Reformed Congregations (NRC). Na eerder in het nabijgelegen Fairfield vergaderd te hebben, houden zij nu weer in Choteau dienst, in de kerk van de Zevende-Dags Adventisten. Die stond zondags toch maar leeg. Ook zijn er nogal wat leden overgegaan naar een lichtere baptistenkerk in het verderop gelegen Great Falls.
Hoe kan de kleine groep die overgebleven is het kerkgebouw onderhouden en een eigen predikant betalen? De woning, het interieur en het wagenpark van de predikant wekken niet de indruk dat hij nauwelijks rond kan komen. Daar wil hij echter niets over zeggen. „Het geld dat er nodig is, komt binnen”, zo is zijn reactie.
Waarschijnlijk is het de welgestelde en goedgeefse familie Bouma die voor de kerkelijke financiën zorgt. Zij waren ook degenen die dertig jaar geleden de vlieglessen en de helikopter voor ds. G. Kuyt betaalden, toen de zendingsdeputaten van de Gereformeerde Gemeenten dat niet nodig vonden.
Henry Bouma liet ook het kerkgebouw in Choteau op de groei bouwen. God had hem laten zien dat de gemeente aanzienlijk zou groeien. Die verwachting is, althans tot dusver, niet uitgekomen.