Museum Rijssen zoekt kappersverhalen
Een kapper in Rijssen reciteert in de jaren 50 voor een bruidegom tijdens het knippen Psalm 128. De belofte „en gij zult uw kindskinderen zien” wordt bewaarheid nadat de man op zijn 49e een hartaanval ternauwernood overleeft. Hij heeft al zijn dertig kleinkinderen gezien.
Het zijn dit soort verhalen waarnaar directeur Gerrit Dannenberg van het Rijssens Museum op zoek is, zegt hij terwijl hij de doorgeknipte rood-witte linten van de opening van de wisselexpositie ”Haar, hoofdzaak” weghaalt.
De Rijssense kappers Joop Kalkman en Bennie Nijsink hanteerden woensdagavond de schaar voor de opening. De tentoonstelling beslaat één kamer in het museum, in landhuis De Oosterhof. „We zochten een laagdrempelig onderwerp voor de zomer”, aldus Dannenberg.
Topstukken zijn twee kappersstoelen met armleuningen die met marmer zijn ingelegd, afkomstig van verzamelaar Marco Leus uit Hengelo. Dannenberg poseert er graag voor.
Halverwege augustus wil Dannenberg nog een avond beleggen waarop Rijssense verhalen over kappers en haar worden verteld. Misschien wel van dat Rijssense vrouwtje dat eens in de zes weken haar haren met groene zeep waste, en dan mopperde dat het zo pluizig was. Of van de met psalmen profeterende kapper.
De zomer is een museumluw jaargetij. Daarom heeft Dannenberg als voorheen weer Oudhollandse spelen klaarstaan om kinderen en hun ouders naar het museum te lokken. Die kunnen met hetzelfde kaartje van het Rijssens Museum ook het Brandweermuseum bezoeken.