„Reactie minister Bot wel erg mager”
De repressie tegen christenen in Iran lijkt zich te beperken tot groepen die zich actief met bekering van moslims bezighouden, antwoordde minister Bot van Buitenlandse Zaken vorige week op kamervragen. De stichting Open Doors noemt zijn reactie „wel erg mager.”
De Iraanse politie arresteerde op 9 september zo’n 85 voorgangers tijdens de jaarlijkse conferentie van de pinksterkerk Assemblies of God. Al snel werden de meesten van hen weer vrijgelaten, met uitzondering van ds. Hamid Pourmand. Deze zit nog steeds vast. Iraanse christenen maken zich grote zorgen over hem.
Het bericht over de arrestatie van de Iraanse voorgangers bracht SGP, SP, CDA en GroenLinks ertoe kamervragen te stellen aan minister Bot. Diens antwoord luidde dat de repressie tegen christen zich lijkt „te beperken tot groepen die zich actief met bekering van moslims bezighouden.” En: „Voorzover op dit moment valt na te gaan, wordt nog slechts één voorganger vastgehouden.” De minister beloofde Iran hierop aan te spreken namens de Europese Unie.
De stichting Open Doors, die zich sinds 1955 inzet voor de vervolgde kerk wereldwijd, toont zich teleurgesteld over Bots antwoord. „Natuurlijk ben ik blij dat de minister erkent dat er in Iran sprake is van vervolging”, aldus woordvoerder Jenö Sebök. „Maar de minister relativeert zijn antwoord meteen. Tussen de regels door zegt hij eigenlijk dat deze christenen hun arrestatie aan zichzelf te danken hebben. Moeten ze maar niet gaan evangeliseren. Maar het gaat hier om een mensenrecht! Dus als de minister daaraan hecht, dan zal hij dat ook bij de Iraanse regering moeten aankaarten. Daar komt bij dat evangeliseren een godsdienstige plicht is voor christenen. En ook dat hoor ik niet terug in het antwoord van de minister.”
Wat Bot zou moeten doen, zegt Sebök, is op zijn minst de Iraanse ambassadeur op het matje roepen. „Want dit muisje kon wel eens een heel lange staart krijgen. Punt is dat de Iraanse politie deze voorgangers niet zomaar heeft laten gaan. Ze zijn uitvoerig bevraagd over hun achtergronden, hun relaties, familie, enzovoorts. Volgens een persbericht van de Amerikaanse nieuwsdienst Compass Direct hadden de voorgangers computers bij zich. Reken maar dat die zijn ingenomen, of op z’n minst gekopieerd.”
Nu actie ondernemen namens de EU zou de gevolgen voor de christenen in Iran misschien nog kunnen beperken, stelt de Open Doors-woordvoerder.
Christenen in de islamitische republiek Iran hebben zo goed als geen rechten. „Iedere kerk of gemeente waar Farsi wordt gesproken, wordt vervolgd. Alleen christenen die geen Farsi spreken, onder wie de Armeniërs en de Assyriërs, worden redelijk vrijgelaten, mits zij niet evangeliseren.” Iran telt inmiddels „heel wat bekeerde moslims”, aldus Sebök. Meer wil hij niet kwijt. Deze christenen komen voornamelijk samen in kleine, ondergrondse huisgemeenten.
SGP-kamerlid Van der Staaij geeft desgevraagd aan in elk geval tijdens het debat over de begroting van Buitenlandse Zaken op 1 november te willen terugkomen op de situatie in Iran. „We willen dan ook de antwoorden die zijn gegeven op kamervragen over bijvoorbeeld Irak nog eens bekijken. Zijn er nog elementen die onvoldoende zijn beantwoord?” Een andere mogelijkheid om de omstandigheden in Iran opnieuw aan te kaarten, is volgens hem het (mogelijke) debat over een versoepeling van de opstelling als het gaat om de handelsbetrekkingen met dit land, volgende week. „Als dat debat doorgaat, willen we beslist ook aandacht vragen voor de situatie van de christenen in Iran.”