Christelijke vluchteling: Overgang van Damascus naar Hierden niet groot
De overgang van Damascus naar Hierden lijkt groot. Maar de Syrische vluchteling Nezar Alshhadeh (56) en zijn gezin hebben het in het Veluwse dorp prima naar hun zin.
Een ruim huis met tien kamers in de Syrische hoofdstad Damascus. Dat was jarenlang de plek waar Nezar, zijn vrouw Montaha Alsahwi (46) en hun zes kinderen zich thuis voelden. De christelijke Syriër had er bovendien ruimte voor zijn hobby. „Ik hield 500 vogels: parkieten en putters.”
Vanwege de oorlog besloot Nezar, die een schildersbedrijf had, in 2015 zijn land te ontvluchten. Via Turkije en Griekenland reisde hij in 23 dagen naar Nederland. Een bewuste keus, vertelt hij in de woonkamer van zijn rijtjeshuis in Hierden. De mogelijkheden voor gezinshereniging zouden hier groter zijn dan elders.
Nezar behoort tot de 44.000 Syrische vluchtelingen die in de periode van januari 2014 tot juli 2016 een verblijfsvergunning kregen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deed onderzoek naar deze groep en concludeerde vrijdag dat de integratie van de Syriërs nog een lange weg is.
Na aankomst in Nederland verbleef Nezar in diverse asielzoekerscentra, voordat hij in september 2016 een woning in Hierden kreeg toegewezen. Op 11 november van dat jaar sloot hij op Schiphol zijn vrouw en vier kinderen –Christeen (23), Jonsleen (20), Charbel (16) en Amal (12)– in de armen. De tweede oudste kinderen zijn getrouwd en wonen in Oostenrijk en Duitsland. Nezars vrouw logeert bij haar dochter in Hamburg vanwege de binnenkort verwachte geboorte van een tweede kleinkind.
Grote kerken
De overgang van de Syrische hoofdstad Damascus naar het Veluwse dorp Hierden, gemeente Harderwijk, ervaart Nezar niet als groot. „In Syrië gingen we in de zomer vaak op vakantie naar een dorp met 5000 inwoners, 80 kilometer van Damascus. Net zoiets als Hierden”, zegt hij, probleemloos in het Nederlands. Blij is hij met de goede contacten met veel buren.
Nezar behoort tot de kleine minderheid (8 procent) van de Syrische vluchtelingen die blijkens het SCP-onderzoek christen is. In Damascus was het gezin betrokken bij een rooms-katholieke en een protestantse kerk in de buurt. „Ik ging soms naar de ene kerk, soms naar de andere. Het waren grote kerken, waar tegenwoordig bijna alleen nog ouderen komen. De meeste jongere mensen zijn naar Europa gevlucht.”
In Hierden raakte Nezar al snel betrokken bij de hervormde gemeente die samenkomt in de Dorpskerk. „Ik ga er elke zondag heen, mijn vrouw meestal ook.” De Syriër voelt zich er thuis en ziet weinig verschil met de kerken in Damascus. „Het is hetzelfde huis van Jezus. De mensen zijn heel aardig, ook de dominee.”
Nezar zegt de dienst inmiddels redelijk te kunnen volgen in het Nederlands. Hij is druk bezig met een taal- en inburgeringstraject. Voor het onderdeel luisteren is hij al geslaagd. Op 18 juni doet hij opnieuw examen voor lezen, schrijven en spreken en voor kennismaking met de Nederlandse cultuur.
Als hij voor alle onderdelen is geslaagd, wil de vluchteling zo snel mogelijk aan het werk. Hij heeft goede hoop als schilder aan de slag te kunnen. „Ik heb dertig jaar ervaring.”
Ook zijn vrouw en kinderen zijn druk bezig de taal te leren. Christeen en Jonsleen gaan drie keer per week naar een taalinstituut in Harderwijk. „Als ik het goede taalniveau heb, wil ik een mbo-opleiding management gaan doen, samen met mijn zus”, zegt Jonsleen.
De jongste twee zitten in een internationale schakelklas. Charbel overweegt daarna een ict-opleiding te gaan volgen, terwijl Amal waarschijnlijk vmbo-kader of havo gaat doen. Ze kijken er alle vier naar uit een reguliere opleiding te beginnen. Jonsleen: „Dan krijgen we meer contact met Nederlandse jongeren. Dat mis ik nu nog een beetje.”