AkzoNobel: Instortingen door zoutwinning haast onmogelijk
Op vijf locaties in Nederland wordt zout gewonnen. Ook onder het afvalverwerkingsbedrijf Twence in Enschede. Kans op plotselinge instorting is daar reëel, zei het Staatstoezicht op de Mijnen donderdag. Volgens AkzoNobel is een plotselinge bodemdaling tegenwoordig haast onmogelijk. „Als de grond op 400 meter diepte in beweging komt, nemen wij direct maatregelen.”
Zout wordt in Nederland gewonnen door oplosmijnbouw. Zoutwinningsbedrijven pompen zoet water in de grond. Het zout lost erin op, waardoor pekel ontstaat. Dat wordt omhoog gepompt en gekookt, waardoor het water verdampt en het zout achterblijft. AkzoNobel doet dat in Twente, Nedmag op drie locaties in Groningen en Frisia in Harlingen.
De winningsmethode zorgt voor grote holtes, cavernes, in de grond. „Die zijn in Twente zo groot als een voetbalstadion en zitten op 400 meter diepte”, vertelt John de Munnik van AkzoNobel. „Om te voorkomen dat ze instorten, pompen we er verzadigde pekel in terug. Daar kan zout niet meer in oplossen.”
De maatregel blijkt niet afdoende. De Munnik: „Het plafond van zo’n holte kan naar beneden komen. Als dat vaak gebeurt, stijgt de caverne als een soort zeepbel naar boven. Het duurt vijftien tot twintig jaar voor hij aan het aardoppervlak komt.”
Gat van Hengelo
Vroeger was moeilijk te zien of een caverne in beweging was. Daardoor stortte er in 1991 bij Hengelo onverwacht één in. Er ontstond een grote krater, ”het gat van Hengelo”.
In het rapport van het Staatstoezicht op de Mijnen werd donderdag gewaarschuwd voor nieuwe instortingen. Met name de cavernes onder afvalverwerkingsbedrijf Twence verdienen volgens de toezichthouder speciale aandacht. Het leidde tot boze reacties op sociale media. „Van de zotte om in dichtbevolkt gebied zout te winnen.” Een foto bij een Telegraaf-artikel van een auto die door een zinkgat wordt opgeslokt, maakte het drama compleet.
De ophef is volgens De Munnik onnodig. „Zinkgaten zijn hier zeker niet van toepassing. Een caverne is zo groot dat er eerder een enorme krater zou ontstaan.” In 2016 waren er op drie plekken kleine zinkgaten in Enschede. De Munnik: „Daar weten wij niet van. Het lijkt me sterk dat die door zoutwinning zijn ontstaan.”
Sinds eind vorig jaar maakt AkzoNobel in Twente gebruik van een nieuwe methode om instortingen te detecteren: een microseismisch netwerk. „Daarmee kunnen we de kleinste trillingen waarnemen”, vertelt De Munnik. „Ziet het systeem dat een caverne in beweging is, dan storten we direct vast materiaal in de holte.”
„Onder het terrein van Twence is dat lastig”, geeft De Munnik toe. „We kunnen niet door de afvalberg heen boren. Dat zal dus vanaf de zijkant moeten. Daar hebben we echter jaren de tijd voor.”
Twence wil zelf weinig kwijt over het instortingsgevaar. „Wij wisten van de cavernes af toen we ons vestigden”, vertelt woordvoerder Evelien Morriën. „Het risico op instorting is echter zo klein dat het voor ons geen probleem was. Het contact met AkzoNobel is altijd goed. We vertrouwen erop dat zij de boel in de gaten houden.”