Laten we niet het economisch wiel over 25 jaar opnieuw uitvinden
Vorige week zaterdag was er een concert in Amsterdam. Alle stoelen waren bezet. Er speelde een band die ooit is opgericht in wat toen nog Joegoslavië was en die op de Balkan enorm populair is.
De stemming bereikte een hoogtepunt toen er een lied klonk met als refrein: „Joegoslavië sta op, zing zodat iedereen je kan horen.” De aanwezigen zongen het zo hard mee dat het waarschijnlijk buiten te horen was. Met kippenvel keek ik de zaal in. Jong en oud was er. Bosniërs, Kroaten, Serviërs, Macedoniërs. Broederlijk zongen ze samen het liedje over een land dat al ruim 25 jaar niet meer bestaat. Over het land waarvan de vlaggen desondanks het gebouw sierden.
Met dat beeld op mijn netvlies moest ik denken aan de hedendaagse discussie over de toekomst van de eurozone en de Europese Unie, meer specifiek de wens van sommigen dat Nederland de Unie zou moeten verlaten. Dat zou beter zijn voor ons. Het uiteenvallen van de EU zou beter zijn voor alle leden ervan.
Joegoslavië, eveneens een unie, van Zuid-Slaven, viel ook uit elkaar omdat velen destijds dachten dat iedereen beter af zou zijn. Hadden ze gelijk? Ik beperk me tot het economische aspect.
Economen schatten de kosten van het uiteenvallen van Joegoslavië op ongeveer 350 miljard euro. Het gaat dan over de directe schade, de gemiste economische groei door het wegvallen van de gezamenlijke markt. Om dat in perspectief te plaatsen: dat is twee keer zo veel als het totale bruto binnenlands product (bbp) van alle deelstaten die voortgekomen zijn uit Joegoslavië!
Om het tij te keren, zijn ze de laatste jaren bezig om het economische wiel opnieuw uit te vinden. Zo tekenden ze 25 jaar na het uiteenvallen bijvoorbeeld een akkoord over vrij verkeer van goederen. Omdat ze dat economisch zinvol achtten. Alleen, dat en meer was precies wat ze 25 jaar geleden hadden!
Het uiteenvallen van Joegoslavië heeft, in ieder geval economisch bezien, bij lange na niet gebracht wat het volgens de pleitbezorgers ervan zou brengen. Al die mensen vorige week zaterdag in die zaal en vele anderen met hen weten dat. Vandaar de heimwee naar het land dat volgens velen 25 jaar geleden uit elkaar moest vallen omdat er van alles mee mis was.
Ik hoop dat Brussel daarvan leert en voorvallen zoals recent de regenteske benoeming van de nieuwe secretaris-generaal van de Europese Commissie, de Duitser Selmayr, of pogingen om het financiële gat op de begroting als gevolg van de brexit op te vangen door nog meer geld van de lidstaten af te troggelen, achterwege laat. Die voeden namelijk alleen maar de aversie tegen het Europese project.
Ik hoop dat Brussel zich dus meer normaal gaat gedragen en alle EU-landen samen de aanwezige misstanden in de Unie aanpakken. Zodat de generatie van mijn kinderen niet over 25 jaar ergens in Europa luidkeels de liedjes van een Europese popgroep zingt en met de vlag van de niet meer bestaande Europese Unie zwaait. Maar ook zodat onze leiders over 25 jaar niet ergens in een Europese hoofdstad trots aankondigen dat ze net hun handtekening hebben gezet onder een akkoord voor vrij verkeer van goederen en dat ze reizen door Europa makkelijker maken voor de burgers. Dat wiel hebben we al uitgevonden, laten we er zuinig op zijn.
De auteur is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer.