Verhalen uit het Sleutelbos: sprookjes met soms simpele oplossingen
De verhalen zijn sprookjesachtig, met christelijke noties erin. Maar wat het meest opvalt: de witte vlakken in ”Wonderlijke verhalen uit het Sleutelbos”. Om zelf illustraties te maken. Ook opmerkelijk: het boek is een van de weinige christelijke kinderboeken ooit die zijn opgenomen in de selectie van de Nederlandse Kinderboekenjury.
De verhalen hebben wat weg van die van Max Lucado. In de eerste verhalen brengt Schoonmaker het meisje Twist, dat alles verkeerd zegt en schrijft, naar het Sleutelbos. Daar schrijft ze vlekkeloos het verhaal van Flut, die geen gevoel van eigenwaarde heeft.
Vergeving, verzoening en een goede afloop zijn steeds terugkerende elementen in de verhalen. Een greep: Swif steelt een fietsje uit de speelgoedwinkel van de ”oude baas”. Hij wil het terugbrengen, maar de winkel is dicht. Het blijkt dat de oude baas zijn zaak verkocht heeft om voor Swif een houten paleis te bouwen. „In iedere kamer vind je een schat en je zult zien: er is meer dan genoeg, het raakt je leven lang niet op.” Kortom: er is lekker eten, speelgoed en een zwembad.
Het valt niet mee zulke kant-en-klare oplossingen uit te leggen in Bijbels perspectief. Zo staat koorddanseres Sizzel een dag nadat het gips van twee gebroken enkels mag, alweer op het touw. Dankzij Tumtum, de snoepkraamjuffrouw, van wie ze haar zelfvertrouwen terugkrijgt.
Leuk is dat lezers illustraties mogen maken. Jammer dat de opdrachten dwingend zijn: „Teken hoe je Sizzel op bed ziet liggen met haar enkels in het gips.” Kinderen hebben allang hun eigen tekening in hun hoofd.
Boekgegevens
Wonderlijke verhalen uit het Sleutelbos, Anke van der Pol; uitg. Ark Media, Amsterdam, 2017; ISBN 978 90 338 3345 8; 46 blz.; € 9,95.