Elke dag biddag voor het gewas
Planten zijn volmaakt geschapen. Door de zondeval hebben ze te maken met allerlei ziekten en schadelijke insecten. De mens heeft daar middelen voor uitgevonden, maar die zijn niet onomstreden. Deel 3 van de serie in de Week van de Schepping: gewasbescherming.
Een Nederlandse agrariër is zo afhankelijk van het weer dat hij iedere dag wel biddag mag houden. „Bij teelten op de volle grond heeft de mens slechts voor 15 procent invloed op het succes van een teelt. Voor de overige 85 procent moeten we bidden om regen en zegen.”
Christiaan Bondt (38) weet waar hij over praat: twee dagen in de week werkt hij op zijn eigen boerenbedrijf in Aalten. De overige drie dagen komt hij bij agrariërs in heel Nederland om hen te adviseren over de mogelijkheden om met minder gewasbeschermingsmiddelen en bemesting dezelfde opbrengsten te halen.
„Tuinders met kassen kunnen al veel meer factoren beïnvloeden, zij bepalen ongeveer 50 procent van het oogstsucces. Voor de andere helft zijn ze afhankelijk van het klimaat en dus van God.”
Nederland heeft geen gemakkelijk klimaat voor akkerbouwers zoals Bondt. „We leven in een vochtig landje, waardoor gewassen erg vatbaar zijn voor schimmels en insecten. Bij een mooie, droge zomer hebben we veel minder gewasbescherming nodig dan als er veel neerslag valt.”
En over dat spuiten tegen schimmels en insecten is de laatste tijd nogal wat te doen. Zeer binnenkort komt de Europese Commissie met een definitief voorstel om het gebruik van neonicotinoïden verder aan banden te leggen. Dit zijn bestrijdingsmiddelen tegen insecten. Ze zouden niet alleen schadelijke insecten zoals luizen doden, maar ook bestuivende insecten zoals bijen.
Landbouwminister Schouten schreef vorige week aan de Tweede Kamer dat ze ervan uitgaat dat de Europese Commissie het gebruik van neonicotinoïden alleen nog maar gaat toestaan in kassen. Dat zou voor akkerbouwers zoals Bondt een gigantisch probleem betekenen. „Er zijn nog geen goede alternatieven. Als wij onze gewassen niet mogen beschermen, betekent dat wel dat we een deel van de oogst kunnen afschrijven.”
Bondt zou met een verbod op neonicotinoïden kunnen leven, als er tijd was om een alternatief te bedenken. „Als de Europese Commissie had gezegd dat het middel over vijf jaar verboden werd, dan hebben we vijf jaar de tijd om iets anders bedenken. Nu is die tijd er niet en voorzie ik dat veel agrariërs inkomsten zullen mislopen.”
Het steekt de Achterhoeker dat veel natuurorganisaties door hun machtige lobby dergelijke verboden voor elkaar krijgen, maar de boeren maar moeten zien hoe ze het oplossen. „Ook heel veel burgers zijn voor zo’n verbod, maar ze wensen geen cent meer te betalen voor de groente in de supermarkt. Dat is waar een boer moe van wordt: het moet allemaal beter voor het milieu, maar daarvoor betalen is er niet bij. Tussen het zeggen en het doen, zit een groot verschil.”
Toch is Bondt –die kerkt bij de christelijke gereformeerde kerk in Aalten– niet pessimistisch. „Ik geef graag voorlichting om Nederlandse burgers te laten zien wat er allemaal moet gebeuren voordat de bloemkool op tafel staat of voordat een zak chips in de winkel ligt. Ik merk dan vaak iets van bewondering dat agrariërs, ondanks de vele en strenge eisen, toch zo’n mooi en gezond product kunnen telen.”
Qua milieunormen is Nederland het braafste jongetje van de klas, vindt Bondt. „En dan leggen afnemers er nog vaak een schepje bovenop. Een supermarkt die niet wil dat er een bepaald bestrijdingsmiddel wordt gebruikt, of een patatfabriek die alleen maar mancozebvrije aardappels wil. Terwijl mancozeb een toegestaan middel tegen schimmel is.”
Bondt vindt dat agrariërs al veel hebben gedaan voor het milieu. „De belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen is in de afgelopen twintig jaar met ruim 90 procent afgenomen. Dat noem ik positief.”
Alternatieven voor neonicotinoïden?
Er zijn genoeg milieuvriendelijke alternatieven voor neonicotinoïden. Dat was de conclusie van negen wetenschappers eind vorige maand. Ze noemden het wisselen van teelten, het ontwikkelen van variëteiten in gewassen die beter bestand zijn tegen ziekten, het toepassen van biologische bestrijdingsmiddelen en het inzetten van natuurvriendelijke insecticiden.
Volgens landbouwminister Schouten worden veel van deze alternatieve middelen al toegepast in Nederland. Iedere keer een andere teelt op dezelfde akker gebeurt bijvoorbeeld al op grote schaal in Nederland.
De wetenschappelijke studie gaat bovendien over gewassen die in Nederland niet of nauwelijks worden geteeld. Het blijft zoeken naar alternatieve gewasbeschermingsmiddelen voor gewassen zoals pootaardappelen, suiker- en voederbieten, bloemkool- en knolgewassen.
Zo helpen we insecten een handje
- Zorg voor meer bloeiende planten en bomen in de tuin. In een betegelde tuin kunnen bijen geen nectar vinden, in een tuin vol bloeiende planten, struiken en bomen wel. Er zijn speciale zaadmengsels te koop waardoor de tuin in de zomer vol staat met voor insecten interessante bloemen. Met het poten van bloembollen help je insecten in het vroege voorjaar. meergroenzelfdoen.nl
- Open een insectenhotel. In deze bouwsels kunnen bijvoorbeeld lieveheersbeestjes, vlinders en solitaire bijen en wespen overwinteren. De hotels zijn overal te koop, maar ook heel makkelijk zelf te maken. detuinoptafel.com/zelf-een-insectenhotel-maken
- De natuur, dus ook de insecten, is gebaat bij een wat minder aangeharkte tuin. Waar het gras mag groeien, onkruid mag bloeien, afgevallen bladeren mogen blijven liggen, neemt de biodiversiteit toe. gewildgroei.nl