Samenleving heeft morele verontwaardiging nodig
Morele emoties doen meer kwaad dan goed, als ze het gesprek over hoe we met elkaar moeten omgaan juist verstoren in plaats van mogelijk maken, betoogt Maureen Sie.
Morele verontwaardiging en woede zijn tegenwoordig dagelijkse kost: Zwarte Piet, #MeToo, Baudet en de NAM doen de gemoederen hoog oplaaien en plaatsen, in sommige gevallen, hele bevolkingsgroepen tegenover elkaar. Het populisme maakt daar dankbaar gebruik van. Wat is de rol van deze morele emoties in onze dagelijkse omgang met elkaar?
Voelsprieten
Morele emoties zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat bepaalde principes en waarden niet alleen met de mond beleden worden maar ook vertaald worden in dagelijks gedrag, zodat die waarden en principes gerealiseerd worden. Dit heeft niet alleen te maken met de corrigerende werking die zulke emoties hebben (we vinden het niet leuk als mensen ons verwijten maken en boos op ons zijn) maar ook met hun communicerende en coördinerende rol.
Emoties zijn de voelsprieten in onze omgang met elkaar. Ze vertellen ons in welke concrete situaties en omstandigheden waarden en principes overschreden worden. Het kenbaar maken van onze morele emoties als gevolg van grensoverschrijdend gedrag is bedoeld om anderen de gelegenheid te geven hun gedrag aan te passen of hun eigen interpretatie van de situatie onder woorden te brengen (zij hebben misschien andere waarden en principes of schatten de situatie anders in).
Met dit soort processen geven we gezamenlijk invulling aan hoe we vinden dat we met elkaar moeten omgaan. Wanneer ik moreel verontwaardigd ben over het feit dat mijn buurvrouw ongevraagd de trap in mijn tuin leent om een losliggende dakpan te fixeren, dan vraagt dit om een reactie van haar. Als zij haar schouders ophaalt, dan heeft dat gevolgen voor onze toekomstige relatie. Als zij op haar beurt boos wordt vanwege mijn reactie, dan zullen we samen moeten bedenken hoe we in de toekomst met elkaars privédomein en spullen zullen omgaan.
De weg kwijt
De #MeToo-campagne is een goede illustratie van het belang van morele emoties. In het seksuele domein belijden we een aantal mooie principes en waarden, bijvoorbeeld die van wederzijdse instemming, maar blijkbaar zijn deze in onze praktijk nog niet gerealiseerd. Sterker nog (en dat is cruciaal als je naar de campagne kijkt vanuit het belang van morele emoties): heel erg veel mensen blijken zich aan wangedrag schuldig te maken en de slachtoffers daarvan voelen zich niet veilig en sterk genoeg om zich daarover uit te spreken.
In de praktijk zijn onze reacties op seksueel onbetamelijk en grensoverschrijdend gedrag kennelijk niet dusdanig consistent en hoorbaar, dat slachtoffers het gevoel hebben dat hun verwijten en boosheid terecht zijn en gehoord worden. Dat zou iedereen zorgen moeten baren. Het betekent immers dat de voelsprieten in onze seksuele omgang met elkaar niet langer hun werk doen. Blijkbaar ontbreken heldere grenzen in het domein van de seksuele omgang en zijn we dusdanig de weg kwijt, dat er een beweging van solidariteit en ”empowerment” nodig is om slachtoffers te sterken in het trekken van hun grenzen en het doen van aangifte, wanneer deze grenzen op grove wijze geschonden worden.
Tegelijkertijd maakt een goed zicht op de rol van morele emoties in onze omgang met elkaar duidelijk dat een beklemmend klimaat van politieke correctheid, waarin we alles tot in het kleinste detail met principes denken te kunnen regelen, een illusie is. Er zal altijd een vertaalslag nodig zijn naar wat die abstracte principes en regels voor onze dagelijkse praktijk betekenen. In die zin hebben voor- en tegenstanders van de #MeToo-campagne beiden een punt.
Kemphanen
Hoewel morele emoties van groot belang zijn in onze dagelijkse omgang met elkaar, is het soms ook verleidelijk om ons te laten meeslepen door deze emoties in het publieke domein. We leven in moeilijke tijden. Een veelheid aan complexe sociale en politieke problemen maakt het lastig om ons moreel te oriënteren. Juist in zo’n tijd kunnen we sterke verontwaardiging en woede gebruiken (misbruiken) om het gevoel te krijgen dat we weten wat we vinden en waarom. Zeker als die woede en verontwaardiging door ‘ons soort mensen’ gedeeld worden.
Losgezongen van de dagelijkse context doen morele emoties meer kwaad dan goed, omdat ze het gesprek over hoe we met elkaar moeten omgaan juist verstoren in plaats van mogelijk maken. Dat zien we gebeuren in de discussie over #MeToo, waarin mensen als kemphanen tegenover elkaar staan, elkaar beschuldigend van een heksenjacht en puriteins gedrag of van ongevoeligheid voor de slachtoffers van seksueel geweld.
Wat de twee groepen zou moeten verbinden, is dat beide grote waarde hechten aan wederzijdse instemming. Streven naar zulke overeenstemming zou de leidraad moeten zijn in onze discussies over de problematiek die #MeToo aan de dag legt.
De auteur is hoogleraar filosofie van moreel handelen. Dit artikel is een beknopte weergave van haar oratie op 9 februari in de aula van Tilburg University. De rede droeg de titel: ”We feel, Therefore I am. The Role of Moral Sentiments in Disorienting Times”.