„Kerkgebouw geeft uitvaart geborgenheid”
Steeds vaker kiezen nabestaanden voor een begrafenis vanuit een uitvaartcentrum in plaats van een kerkgebouw. Kerkbestuurders zijn daar niet altijd gelukkig mee.
De kerkenraad van de protestantse Ontmoetingskerk in de Dordtse wijk Sterrenburg wees haar leden in een wijkbrief onlangs op de mogelijkheid een uitvaart vanuit de eigen kerk te laten plaatsvinden.
De wijk, in het zuiden van Dordrecht, telt een kleine 22.000 inwoners. „Het is een typische nieuwbouwwijk van een jaar of vijftig geleden”, vertelt kerkrentmeester Hans van Rossum. „Destijds woonden er veel jonge gezinnen met kinderen en zat de kerk elke zondag stampvol. De kerk werd bijna veertig jaar geleden gebouwd als gereformeerde kerk, sinds 2012 geldt onze wijk als PKN-gemeente.”
Van Rossum wijst op het uiterlijk van de Ontmoetingskerk. „Het kerkgebouw werd gerealiseerd in een periode dat een kerk van het gemeentebestuur –waarin de PvdA een belangrijke rol speelde– er vooral niet mocht uitzien als traditioneel kerkgebouw. Een kerktoren, zeker met een luidklok, was natuurlijk niet toegestaan.”
De Ontmoetingskerk ontwikkelde zich tot het hart van de geloofsgemeenschap in Sterrenburg. Anno 2018 telt de gemeente 1839 leden, iets minder dan de helft is belijdend lid. „De wijk vergrijst en onze kerkelijke gemeente ook. De kinderen werden groot en vertrokken, de ouderen bleven over. Sterrenburg is een typische grotestadswijk met veel papieren leden. Veel leden zijn wel gedoopt, maar zien de kerk amper meer van binnen. Toch willen ze wel lid blijven.”
Die trend is ook zichtbaar in het aantal uitvaarten dat vanuit de kerk wordt verzorgd. „Dat loopt schrikbarend terug”, constateert Van Rossum. „Voor meelevende kerkgangers was het vroeger vanzelfsprekend dat je vanuit de kerk begraven werd. De kerk was de plek waar je was gedoopt, waar je trouwde en van waaruit je ooit begraven zou worden. Op het platteland gebeurt dat tegenwoordig nog wel. In de stad wordt dat langzaam maar zeker minder. Vorig jaar overleden er 28 gemeenteleden, slechts 2 werden er vanuit de kerk begraven.”
De kerkrentmeester wijst op de toenemende ontkerkelijking, waardoor eerst kinderen en later ook ouderen afhaken. „De band met de gemeente en dus ook met het kerkgebouw wordt van lieverlee minder. Bij een begrafenis wordt niet zomaar direct aan de kerk gedacht, zeker niet als de overledene dat zelf niet nadrukkelijk heeft aangegeven. Dan is het logisch dat mensen kiezen voor een algemene begraafplaats. Nabestaanden hebben vaak de indruk dat dat de enige optie is.”
Van Rossum zegt met klem: „Maar ook kerken zijn daarvoor uitstekend geschikt. Onze Ontmoetingskerk heeft naast de kerkzaal verschillende ruimtes waar nabestaanden gebruik van kunnen maken. We kunnen voor koffie of thee en eventueel een lunch zorgen. Daarvoor hoeven de mensen echt niet naar een uitvaartcentrum.”
Begraven vanuit de kerk heeft een duidelijke meerwaarde, vindt Van Rossum. „Al is het alleen maar omdat veel meer gemeenteleden dan de rouwdienst bezoeken. Dat doen de mensen eerder dan wanneer ze daarvoor naar begraafplaats De Essenhof moeten. Ik vind het veel mooier als een begrafenis vanuit de geestelijke geborgenheid van de kerkelijke gemeente plaats heeft.”