Onzekere Moniek praat niet zo veel
Eigenwijzer
De oudste van onze drie meisjes, Moniek (6), vertelt weinig uit zichzelf. Alleen desgevraagd geeft ze korte antwoorden. Ook is ze snel onzeker en teruggetrokken en houdt ze zich graag op de achtergrond. Hoe kan ik Moniek aandacht geven en ervoor zorgen dat Moniek thuis meer vertelt en niet zo onzeker blijft?
Voor ouders is het fijn als hun kind spontaan veel vertelt over bijvoorbeeld school. Zij horen als vanzelf wat het leuk vindt en leert. Er is meteen een moment van aandacht en contact.
Elk kind is echter anders. Niet ieder kind vertelt veel uit zichzelf.
Zo verschilt Moniek sterk van haar 4-jarige zusje Maartje. Moniek vertelt niet veel over school en haar moeder moet alles „uit haar trekken.” Ook staat Moniek niet graag in het middelpunt van een groep.
Maartje daarentegen vertelt spontaan hele verhalen over haar belevenissen op school. Haar moeder luistert graag naar haar verhalen en krijgt daardoor het gevoel dat ze Maartje meer aandacht geeft dan Moniek.
Vergelijken
Het is begrijpelijk dat ouders hun kinderen met elkaar vergelijken en de verschillen opmerken. Wel is het daarbij goed te beseffen dat elk kind uniek is en een eigen karakter heeft. Kinderen hóéven niet allemaal hetzelfde te zijn. Maartje is een gezellige prater en Moniek houdt zich liever op de achtergrond. Dat mag. Een kind mag zijn wie het is.
Natuurlijk is het goed dat Monieks moeder zich bewust is van de verschillen en erop let dat ook Moniek genoeg aandacht krijgt, juist omdat ze er zelf niet om vraagt. Kinderen die niet graag in het middelpunt staan, trekken zich soms nog meer terug als andere kinderen veel vertellen en aandacht ‘nemen’.
Teruggetrokken gedrag kan horen bij het karakter en de aanleg van een kind. Dat lijkt bij Moniek zo te zijn.
Dit gedrag kan echter ook een signaal zijn dat er iets aan de hand is. Dat er op school iets is gebeurd, dat het kind ergens bang voor is of zich ergens zorgen over maakt. Ouders kennen hun zoon of dochter het best. Daarom is het belangrijk dat zij letten op een verandering in zijn of haar gedrag.
Moeder wil Moniek ook graag aandacht geven door te luisteren naar haar verhalen over school. Maar Moniek is niet zo praterig en geeft korte antwoorden als moeder haar wat vraagt. Dit kan moeder het gevoel geven dat ze iets niet goed doet en dat ze moeilijk contact krijgt met haar dochter.
Open vragen
Moeder probeert eveneens te letten op haar manier van vragen. Stelt ze een open vraag te stellen, dat ontstaat er sneller een gesprekje dan bij een gesloten vraag.
Open vragen beginnen bijvoorbeeld met waar, wanneer, wat of hoe en nodigen uit tot vertellen. „Hoe was het gymmen vandaag?” in plaats van: „Ging het leuk met gym?” Moniek kan dit soort vragen niet met alleen ja of nee beantwoorden.
Jonge kinderen vinden het vaak nog moeilijk om antwoord te geven op heel brede vragen zoals: „Hoe was het op school?” Een vraag concreet maken helpt dan: „Hoe ging het buitenspelen vanmiddag?” Of: „Waarover heeft de juf verteld?” Het is goed om Moniek even de tijd te geven om na te denken en te reageren.
Haar moeder vraagt Moniek ook naar haar gedachten en gevoelens. „Hoe vond je het dat…” Of: „Wat dacht je toen?” Het helpt als moeder zelf het voorbeeld hierin geeft. „Ik vind het fijn dat je dit vertelt!” Gevoelens benoemen helpt Moniek in het herkennen en uiten ervan.
Inleven
Het is goed als Monieks ouders zich in haar proberen in te leven en zich in haar verplaatsen. Misschien was papa of mama op die leeftijd ook wat teruggetrokken en stonden zij niet graag in het middelpunt van de belangstelling.
Als haar ouders zich verplaatsen in Monieks leeftijd en karakter, helpt dit om haar beter aan te voelen. Moniek wil als ze uit school komt misschien liever eerst even bijkomen en niet meteen belangstellende vragen beantwoorden. Het is belangrijk om dit te accepteren. Natuurlijk wil moeder graag horen hoe het vandaag ging, maar daarin is het goed om rekening te houden met Monieks karakter en behoeften.
Moeder kan ook op andere manieren dan met een gesprekje laten merken dat ze er voor Moniek is en aandacht voor haar heeft. Een knuffel, lekker even naast mama op de bank zitten en samen fruit klaarmaken en opeten zijn andere manieren van aandacht geven.
Vijf liefdestalen
Monieks ouders kunnen ook denken aan de vijf talen van de liefde, manieren om liefde en waardering te uiten.
De Amerikaanse christelijke gezinstherapeut Gary Chapman is ook in Nederland bekend geworden door zijn boeken. Samen met psychiater Ross Campbell schreef hij ”De 5 talen van de liefde van kinderen”. Hierin beschrijven zij dat ieder kind openstaat voor vijf manieren van het ontvangen van liefde en een voorkeur heeft voor een van deze zogenoemde liefdestalen. Deze talen zijn: lichamelijke aanraking, positieve woorden, tijd en aandacht, cadeaus en dienstbaarheid.
De eerste liefdestaal van een kind is de manier waarop hij liefde het beste ontvangt, begrijpt en ook zelf zijn liefde voor iemand toont. Waar wordt Moniek blij van? Van samen een spelletje doen of van voorlezen? Doet Moniek graag iets voor papa of mama of knuffelt ze graag? Als haar ouders dat weten, proberen ze juist daarmee Moniek te laten merken dat ze van haar houden en aandacht voor haar hebben.
Eigen momenten
Moeder kan Moniek eens een paar dagen observeren en letten op haar manieren en momenten van communiceren. Wanneer vertelt ze wél iets over haar dag? Als moeder haar helpt met douchen? Zingt ze wel de liedjes en versjes die ze op school geleerd heeft? Als Moniek deze zingt, staat ze misschien op dat moment wel open voor een gesprekje.
Moeder probeert Moniek haar eigen momenten te laten kiezen om iets te delen. Tijdens het eten koken komt Moniek misschien graag even in de keuken kijken of vindt ze het leuk om de komkommer te helpen snijden. Tijdens een bezigheid praten kinderen meestal makkelijker. De aandacht ligt dan niet bij hen, maar bij het werkje waar ze mee bezig zijn. En als Moniek niet wil praten, is dat ook goed.
Eigenschappen waarderen
Laten Monieks ouders eens onderzoeken welke eigenschappen ze in hun dochter waarderen en daar vervolgens meer aandacht aan besteden. Kan Moniek leuk tekenen of speelt ze graag met haar jongste, eenjarige zusje? Kan Moniek goed onthouden wat er in de kerk werd gezongen of hangt ze haar jas netjes aan de kapstok? Misschien houdt Moniek ervan papa te helpen?
Wanneer dit wordt benoemd leert Moniek haar goede eigenschappen kennen en zichzelf waarderen om wie ze is en wat ze kan. Letten op dingen die goed gaan en daar aandacht aan geven werkt beter dan je vooral richten op wat ouders anders willen zien in het gedrag van hun kind. „Ik vind dat je zo leuk kunt tekenen, Moniek!” Of: „Wat gezellig dat je weer thuis bent.”
Moeder en vader geven Moniek ook de kans om kleine taken in huis te doen en zo verantwoordelijkheid te leren dragen: helpen de tafel te dekken, samen de kamer opruimen of de planten water geven. Dat versterkt haar gevoel van eigenwaarde. „Ik kan dit al!”
Gemeende complimenten geven Moniek een positief gevoel over haarzelf en dat zorgt ook voor meer zelfvertrouwen. „Zo, de tafel is al helemaal gedekt en zelfs de bekers heb je neergezet! Goed, zeg!”
Spelenderwijs
Een spelletje doen aan tafel kan ook een fijne manier voor Moniek zijn om iets over de dag te laten vertellen. Om de beurt raden de gezinsleden van elkaar wat ze die dag het leukst vonden. „Ik denk, Moniek, dat jij het voorlezen het leukst vond, heb ik dat goed?” Ook papa en mama doen mee. Zo krijgt iedereen de beurt en de kans om iets te vertellen.
”Eet ze!” van Janneke Burger is een boek dat ouders aan tafel kunnen gebruiken om met elkaar de dag door te nemen. Er staan vragen en opdrachten in en Bijbelteksten waarover het gezin kan doorpraten. Om beurten mag een gezinslid tekenen of schrijven over zijn belevenissen van de dag.
Schrijven
Moniek houdt niet zo van praten, maar misschien vindt ze het wel fijn om ’s avonds een tekening te maken of, als dat al lukt, een verhaaltje te schrijven. Hoe ging het spelen en werken op school en thuis? Moniek kan hiervoor een mooi schrift gebruiken en mama kan dan ook iets terugschrijven. Zo zijn Moniek en mama positief in contact met elkaar. Dat is goed voor de onderlinge band.
Ook bij het naar bed brengen kunnen mama en Moniek de dag even doornemen. Wat was fijn en wat niet? Er zijn boekjes die hiervoor handvatten geven.
De ouders praten ook met Monieks juf. Hoe gaat het op school? Wordt Moniek in haar contacten belemmerd? Een socialevaardigheidstraining zou Moniek in de toekomst kunnen helpen in haar omgang met anderen. Nu is Moniek nog erg jong en mag ze de tijd krijgen om zekerder te worden en zich op haar eigen tempo te ontwikkelen.
>>rd.nl/eigenwijzer
Tips
lProbeer het kind te accepteren zoals het is.
lKijk goed naar het kind en geef complimenten voor dingen die goed gaan.
lGeef op andere manieren aandacht: een knuffel of doe samen een spelletje.
lGebruik een schrift of boekje om belevenissen te delen.
lLees meer over effectief communiceren met kinderen, bijvoorbeeld in ”How2talk2kids” van Adele Faber en Elaine Mazlish.
Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan de pedagogen Mirjam Blom en Anja Helmink. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@rd.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.