Kindervredesprijs voor Syrische vluchteling
De 16-jarige Mohamad Al Jounde uit Syrië heeft maandag in Den Haag de Internationale Kindervredesprijs gewonnen. Mohamad vluchtte uit Syrië naar Libanon, waar hij een school oprichtte voor de kinderen in het vluchtelingenkamp. Hij kreeg de prijs uitgereikt van Nobelprijswinnares Malala Yousafzai. Zij kreeg de onderscheiding in 2013 voor haar strijd voor de toegang van meisjes tot onderwijs.
Als kindvluchteling in Libanon kon Mohamad net als duizenden lotgenoten daar niet naar school. Samen met zijn familie bouwde hij daar een school die nu tweehonderd kinderen toegang geeft tot onderwijs. Mohamad zelf gaf daar op zijn twaalfde al aan zijn leeftijdsgenoten les in wiskunde en Engels. Mohamad gebruikt nu fotografie en spelletjes om kinderen te helpen trauma’s te verwerken, te leren en om plezier te maken.
De Pakistaanse Malala werd bekend toen zijn in 2009 op elfjarige leeftijd voor de Britse omroep BBC een weblog bijhield over het geweld van de Taliban, die in 2012 hierom een aanslag op haar pleegden. Malala raakte zwaargewond door een kogel in haar hoofd en hals. Voor een behandeling werd zij overgevlogen naar Engeland waar ze bleef wonen. Een jaar later kreeg zij op haar zeventiende de Nobelprijs voor de vrede. Zij was daarmee de jongste winnaar van een Nobelprijs ooit. Dit jaar is zij met haar studie aan de Universiteit van Oxford begonnen.
De Internationale Kindervredesprijs wordt dit jaar voor de dertiende keer uitgereikt. Vorig jaar won milieuactiviste Kehkashan Basu (toen 16) uit de Verenigde Arabische Emiraten. Op twaalfjarige leeftijd richtte ze organisatie Green Hope op, waarmee ze afvalinzamelingsacties, schoonmaakacties op stranden en bewustwordingscampagnes organiseert.
Winnaars Kindervredesprijs
Voor de dertiende keer is maandag de Internationale Kindervredesprijs uitgereikt. Een overzicht van alle winnaars.
2017: Mohamad Al Jounde (16) uit Syrië, voor het oprichten van een school voor kinderen in een vluchtelingenkamp in Libanon.
2016: Kehkashan Basu (toen 16) uit de Verenigde Arabische Emiraten, voor haar strijd tegen milieuvervuiling met haar organisatie Green Hope.
2015: Abraham Keita (toen 17) uit Liberia, voor zijn strijd om misdrijven gericht tegen kinderen aan te pakken. Hij maakte zich als lid van het Liberiaans kinderparlement sterk voor wetgeving ter bescherming van kinderen.
2014: Neha Gupta (toen 18) uit de Verenigde Staten, omdat ze met haar stichting Empower Orphans tienduizenden weeskinderen in India en de Verenigde Staten helpt. Ze zette onder meer bibliotheken en computerlokalen op voor kinderen.
2013: Malala Yousafzai uit Pakistan (toen 16), omdat ze zich met gevaar voor eigen leven inzet voor de toegang van meisjes tot onderwijs. Ze werd door de Taliban in Pakistan in haar hoofd geschoten. In 2014 kreeg ze de Nobelprijs voor de Vrede.
2012: Kesz (toen 13) uit de Filipijnen, omdat hij zich inzet voor de rechten van straatkinderen in zijn land.
2011: Michaela Mycroft (toen 17) uit Zuid-Afrika, voor haar strijd voor de rechten van gehandicapte kinderen in haar land.
2010: Francia Simon (toen 16) uit de Dominicaanse Republiek, voor haar inzet voor de officiële registratie van kinderen zonder geboortebewijs in haar land. Alleen met zo’n registratie krijgen de kinderen recht op gezondheidszorg en onderwijs.
2009: Baruani (toen 16) uit de Dominicaanse Republiek, die in zijn radioprogramma praat over problemen waarmee vluchtelingenkinderen als hij kampen.
2008: Mayra Avellar Neves (toen 17) uit Brazilië, voor haar voortdurende strijd tegen geweld in sloppenwijken waarbij elk jaar duizenden kinderen sterven.
2007: Thandiwe Chama (toen 16) uit Zambia, die zich inzet voor de rechten van kinderen in haar land, vooral het recht op onderwijs. Op haar achtste werd haar school gesloten waarop zij een protestmars leidde, waarna ze met alle zestig kinderen uit haar dorp op een andere school terechtkon.
2006: Om Prakash Gurjar (toen 14) uit India, voor zijn werk tegen kinderarbeid en het bevrijden van kindslaven in India.
2005: Postuum toegekend aan Nkosi Johnson uit Zuid-Afrika, voor zijn werk om kinderen met hiv en aids een menswaardiger bestaan te bieden. Nkosi stierf in 2001 op twaalfjarige leeftijd aan aids. Hij werd wereldberoemd toen hij in 2000 zijn verhaal over zijn ziekte vertelde op een internationale aidsconferentie.