Theologenblog: Alleen wie in vrijheid is opgegroeid, kan vertrouwen hebben
Letland was altijd speelbal van naties die machtiger waren. Daarom beheerst angst zijn inwoners. Maar in de gereformeerde kerken in Riga wordt de vrijheid in Christus verkondigd, ervoer prof. dr. Barend Kamphuis.
Een lange rij van tienduizend grote, brandende fakkels slingert traag door het oude centrum van Riga. Ze worden gedragen door zwijgende mannen en vrouwen, bejaarden en kinderen, allemaal Letten die zo hun vrijheid vieren. Letten zijn niet een erg extravert volk. Hun bevrijdingsfestival verloopt heel wat ingetogener dan dat van ons. Maar het zit wel dieper.
Mijn vrouw en ik zijn tien dagen in Riga. Ik geef daar een serie colleges aan het gereformeerd seminarie en preek in twee van de kleine gereformeerde kerken in de stad. Juist in deze periode vallen twee belangrijke nationale feestdagen: 11 november, Herdenkingsdag voor de soldaten die in de strijd voor de vrijheid vielen, en 18 november, Onafhankelijkheidsdag, ter herinnering aan het uitroepen van de Letse onafhankelijkheid op 18 november 1918.
Op 11 november zien we kinderen vrolijk duizenden waxinelichtjes plaatsen bij het kasteel van Riga. Op 18 november is er die fakkeloptocht en zijn er diverse lichtshows, onder andere een op een muur van de Dom, ter herdenking van 500 jaar Reformatie.
Volgend jaar wordt het eeuwfeest van de Letse onafhankelijkheid gevierd. Meer dan de helft van die eeuw is het land trouwens helemaal niet onafhankelijk geweest. Van 1940 tot 1941 en van 1945 tot 1991 werd Letland bezet door de Sovjet-Unie, van 1941 tot 1945 door nazi-Duitsland. ”Bloedlanden” noemde de Amerikaanse historicus Timothy Snyder de landen in Midden-Europa die hopeloos in de tang zaten tussen Hitler en Stalin.
Letland is zo’n bloedland. En de Letse geschiedenis van de twintigste eeuw is in feite alleen maar een repetitie geweest van die van de eeuwen daarvoor. Duitsers, Russen, Zweden, Polen: Letland was altijd speelbal van naties die machtiger en rijker waren.
Op straat in Riga valt op dat zeker oudere mensen je nooit aankijken, laat staan groeten. Dat is nog steeds het resultaat van een halve eeuw Sovjetoverheersing. Onderlinge relaties worden beheerst door angst. Je weet niet wie je vertrouwen kunt en wie niet, en dus vertrouw je vrijwel niemand.
Een van onze gastheren heeft als kind de Sovjettijd meegemaakt. Hij zei: „Ik hoor bij een overgangsgeneratie. Ook bij ons zit die angst er nog, diep van binnen.” Pas als je in vrijheid bent opgegroeid, kun je vertrouwen hebben.
Vrijheid. Op hun kalme wijzen genieten ze ervan, de Letten. Maar het gaat niet zonder spanning. Zo’n beetje de helft van de inwoners van Riga is van Russische afkomst, spreekt Russisch, gaat naar de Russisch-Orthodoxe Kerk, voelt zich geen Let en heeft vaak ook geen Lets burgerrecht. Grote buurman Rusland let heel goed op hoe het met hen gaat. De gebeurtenissen in Oekraïne zijn wat dat betreft zorgwekkend. Zal het lidmaatschap van de NAVO Letland vrijwaren van Russische inmenging?
Wat gun je al deze mensen vrijheid! Wat gun je hen de vrijheid in Christus. Dietrich Bonhoeffer bezingt die vrijheid in zijn adembenemende gedicht ”Stadia op weg naar de vrijheid”. Zoek naar vrijheid via tucht (discipline), daad en lijden, is zijn oproep. Maar hij eindigt met: „Lang zochten wij je, vrijheid, in tucht, in daad en in lijden. Stervend vinden wij je in het aangezicht van God.”
Tucht, daad en lijden - ze weten er veel van in Letland. Maar dat de echte vrijheid te vinden is in Christus, voor het aangezicht van God, zelfs door de dood heen, dat kun je alleen uit het Evangelie weten. Wat is het goed dat er in Riga die kleine gereformeerde kerken zijn, waar deze vrijheid verkondigd wordt. God zij met hen.
De auteur is emeritus hoogleraar systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit blog als lid van de onderzoeksgroep BEST.