Cultuur & boeken

Taalrubriek: Een uiltje knappen

„Oehoe, oehoe, oehoe. Heel het bos is moe. Maar ik ben op en voel me top. Ik voel me in mijn schik. Er is geen uil als ik!” las ik onlangs voor. Het was misschien wel voor de 27e keer.

Mariëlle Oussoren-Buys
20 November 2017 15:28Gewijzigd op 17 November 2020 02:50
Een uiltje knappen. beeld iStock
Een uiltje knappen. beeld iStock

De Uil in deze passage, een van de hoofdpersonen in de ”Vos en Haas”-serie van kinderboekenauteur Sylvia Vanden Heede, voelt zich topfit. Zo’n uil, fris en actief, past eigenlijk helemaal niet bij het beeld dat ik van uilen heb. Ik moet juist aan uilen denken als ik iets lees over dutjes, powernaps of schoonheidsslaapjes. Dan verschijnt er prompt een dommelende uil op mijn netvlies, zo eentje waarvan het tweede oog zojuist is dichtgevallen.

Waarom? Omdat zo’n uil er zo heerlijk ontspannen uitziet? Omdat uilen zo graag overdag een dutje doen? Want ja, onze dag is hún nacht.

De uitdrukking ”een uiltje knappen” zou zomaar zo ontstaan kunnen zijn. Er zijn inderdaad deskundigen die in deze richting denken. Knappen betekent dan zoiets als ”meepikken”. Net zoals in de haast vergeten uitdrukkingen ”een misje knappen” en ”een kerkje knappen”, aldus het Genootschap Onze Taal: tijdens de kerkdienst de kerk in wandelen en een poosje met een half oor luisteren, zodat je je plicht hebt gedaan.

Er is nog een tweede verklaring. In die versie is het uiltje een vlinder. Wie even „een uiltje gaat knappen” gaat weg om een vlinder, een uiltje, te vangen. Zogenaamd dan. Wie niet wilde zeggen dat hij ging slapen, maakte gebruik van de verbloemende uitdrukking.

Het woord ”knappen” in de betekenis van ”vangen” was breder bekend. P. C. Hooft (1581-1647) dichtte al: „’k Heb zoo meenghen mug geknapt.” Van een verhullende uitdrukking is hier geen sprake, die muggen waren heus door Hooft gevangen. Het is zelfs niet ondenkbaar dat ze daarbij ook knapten in de moderne betekenis van het woord, weet ik uit ervaring (en enkele groezelige vlekken op de muur zijn daar het bewijs van).

”Een uiltje knappen” zou een prachtige uitdrukking zijn voor Sylvia Vanden Heede, bedacht ik, toen ik weer eens voorlas over Vos en Haas en Uil. De Vlaamse schrijfster grossiert in taalgrapjes en speelt graag met dubbele woordbetekenissen. Maar ik denk niet dat ze het uiltje al eens heeft verwerkt in haar verhalen, en of ze het ooit zal gebruiken is ook de vraag. In Vlaanderen schijnt de uitdrukking ”een uilke vangen” gebruikelijker te zijn.

Best jammer eigenlijk. Want ik zag het al helemaal voor me: „Vos is moe. Hij wil niet meer. „Kom Vos”, zegt Haas. „Ik heb een plan.” Vos kijkt op. Hij stampt op de grond. „Ik wil geen plan. Ik wil rust.” „Jij krijgt ook rust”, zegt Haas. „Jij knapt een uil. Dan knap je op.” „Een uil?” roept Uil. „Knapt Vos een uil? Nee hoor. Kijk zelf!” Uil wijst naar de poot van Vos. „Vos knapt geen uil. Vos knapt een tak!””

Tweewekelijkse rubriek waarin de achtergrond van bekende en minder bekende uitdrukkingen wordt onderzocht

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer