Opinie

Europa moet onderwijs aan lidstaten overlaten

Het is al lastig genoeg om in Nederland tot herziening van het onderwijsprogramma te komen, laat staan dat dit gaat werken met de 27 EU-lidstaten, betoogt Roelof Bisschop.

Roelof Bisschop
20 November 2017 14:32Gewijzigd op 17 November 2020 02:50
„Als burgers een warm gevoel krijgen bij een vlag, is het in ieder geval niet de Europese.” Foto: de vlaggen van de lidstaten van de Europese Unie bij het Europees Parlement in Straatsburg. beeld EPA, Patrick Seeger
„Als burgers een warm gevoel krijgen bij een vlag, is het in ieder geval niet de Europese.” Foto: de vlaggen van de lidstaten van de Europese Unie bij het Europees Parlement in Straatsburg. beeld EPA, Patrick Seeger

De Europese Commissie slaat op hol. Na voorstellen voor een Europees openbaar ministerie, een Europese grens- en kustwacht en een Europese arbeidsinspectie wordt nu het plan gelanceerd om een Europese onderwijsruimte te creëren. Europese leiders spraken vrijdag in Göteborg voor het eerst over het plan. Het wordt tijd dat zij de werkelijkheid nuchter onder ogen gaan zien.

De Commissie schrijft in haar brief dat er reden is om diep na te denken over de kracht van de gemeenschappelijke identiteit van de Europese Unie. De EU heeft namelijk verschillende crises achter de rug. Er zijn volgens de Commissie ook nieuwe dreigingen voor de EU, zoals de invloed van nepnieuws. En ”de Europese waarden” worden op de proef gesteld door zogenaamd populistische krachten.

De Europese leiders hebben vervolgens besloten dat de beste reactie is het gaspedaal verder in te drukken. Een stroom aan voorstellen om de greep van de EU te versterken, overspoelt de afgelopen maanden de lidstaten. De Commissie wil bijvoorbeeld een nieuwe sociale pijler gaan slaan onder de EU, waarvan bijvoorbeeld centrale regelingen voor kinderopvang deel uitmaken. En nu dus het voorstel voor een Europese onderwijsruimte. Het gaat om een alomvattend plan dat de Europese integratie door middel van het onderwijs wil versterken. Daarvoor vraagt de Commissie uiteraard ook meer geld.

Bemoeizucht

Het is onheus en dom van de Commissie om de populistische bewegingen de zwartepiet toe te spelen. Populistische stromingen groeien onder meer door ergernis over de Brusselse bureaucratie. Door bemoeizucht van de EU. En door het uitblijven van oplossingen voor echte problemen, zoals de ontwrichtende gevolgen van het vrije verkeer op de arbeidsmarkt en het vreemdelingenvraagstuk.

Het zou de EU sieren als de hand werkelijk in eigen boezem zou gaan. Geen gas geven maar op de rem trappen. Nieuwe plannen dus om minder dingen te doen en dingen beter te doen. De Commissie miskent deze missie (de moeilijkste!) en grijpt gemakkelijk naar meer macht. En wanneer je populisten nog eens een veeg uit de pan geeft, geef je de groei van hun bewegingen juist een impuls.

Seculiere wind

Het spreken over een Europese onderwijsruimte leidt op subtiele wijze tot het ondergraven van de positie en het beleid van de lidstaten. De eenheid die hiermee wordt gesuggereerd, draagt bij aan de veronderstelling dat de EU hiervoor ook een verantwoordelijkheid zou hebben. Het is echter niet voor niets dat de EU op basis van het EU-verdrag weinig te zoeken heeft op het gebied van het onderwijs.

Onderwijs raakt bij uitstek de cultuur en de identiteit van de lidstaten. Er zit een wereld van verschil tussen het centralistische staatsonderwijs in Frankrijk en de manier waarop wij in Nederland het onderwijs hebben ingericht, met openbare en bijzondere scholen. Als de Grieken en de Zweden zich met ons onderwijsprogramma gaan bemoeien, vrees ik het ergste voor ons onderwijs. En uit Brussel waait nogal eens een gure seculiere wind. De nationale lidstaten hebben de ‘hulp’ van de EU echt niet nodig om maatschappelijke uitdagingen op te pakken. Integendeel!

Religieuze symbolen

De Commissie spreekt in haar brief over een Europese manier van leven. Daarmee blijft ze tegen alle waarschuwingssignalen in achter een mythe aanjagen. Die gezamenlijke levensstijl bestaat niet. De verschillen in cultuur zijn groot. In het Franse model worden religieuze symbolen in de openbare ruimte bijvoorbeeld als gevaarlijk gezien, terwijl men in Italiaanse openbare scholen juist hecht aan de aanwezigheid van een kruis. En er zijn de afgelopen jaren zelfs hooglopende juridische ruzies geweest tussen de Commissie en lidstaten zoals Polen en Hongarije. Minder dan ooit is de EU een huis waarin de lidstaten knus samenwonen. Een relatietherapeut zou het niet verstandig vinden om in die situatie klef te doen en suikerzoete taal te bezigen. Europa heeft vooral behoefte aan grenzen, nuchterheid, bescheidenheid en verstandige voorstellen.

De Europese onderwijsruimte is bedoeld om het EU-gevoel te versterken. De Commissie wil ook werken aan gemeenschappelijke waarden die bruikbaar zijn in het onderwijs. Als het toch over onderwijs gaat: laat de Commissie zelf eerst eens leren van de recente geschiedenis. In 2005 hebben burgers duidelijk gemaakt dat zij niet gediend zijn van een Europese grondwet. De christelijke wortels van Europa stonden er niet eens in. Het kost al moeite genoeg om in Nederland tot herziening van het onderwijsprogramma te komen, laat staan dat dit gaat werken met 27 lidstaten. Op EU-symbolen zitten burgers helemaal niet te wachten. Als burgers een warm gevoel krijgen bij een vlag, is het in ieder geval niet de Europese.

De auteur is Tweede Kamerlid voor de SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer