Thomas Kaufmann: Luther kreeg herkansing bij Rome
Luthers rusteloze vraag naar zijn individuele heil werd niet beantwoord door de kerk van Rome. Maar zijn vraagstelling zou Rome op den duur wel verwerken, zegt de Duitse Reformatiekenner prof. dr. Thomas Kaufmann. „Zonder de Reformatie was de Katholieke Kerk een andere kerk geweest.”
Prof. Kaufmann was recent in Nederland vanwege de promotie van een van zijn promovendi. De Duitse hoogleraar in Göttingen geniet wereldwijd bekendheid vanwege zijn grondige studies over de kerk in de late middeleeuwen, de Reformatie en de vroegmoderne tijd.
Dat Luthers vraag naar zijn persoonlijke heil niet door de kerk werd beantwoord, ziet prof. Kaufmann als de oorsprong van de Reformatie. „Er was geen officiële kerkelijke leerbeslissing vóór de Reformatie waarin de relatie tussen geloof, goede werken, genade en menselijke beslissing beantwoord werd. Dat was een niet uitgewerkte en niet opgeloste dogmatische vraag. Luther heeft deze existentiële vraag naar zijn persoonlijke heilszekerheid gesteld. Het antwoord van de kerk was tamelijk duidelijk: maak gebruik van de traditionele sacramenten, dan kom je in de hemel, en wat eraan ontbreekt, wordt door de aflaat afgedekt. Dat was het antwoord van het kerkelijk instituut op de individuele heilsvraag.”
Dat was echter voor Luther niet genoeg, aldus prof. Kaufmann. „Daarover raakt hij juist met zichzelf en met de kerk in conflict: hij kreeg nooit zekerheid over de vergeving van zijn zonden. Het antwoord dat hij vond, was een persoonlijke Godsverhouding. Het is God Die mij het heil toezegt. Luthers inzet voor een persoonlijke Godservaring was iets nieuws in de geschiedenis van het christendom. Dat hing ook samen met het nieuwe levensgevoel in de zestiende eeuw: de toenemende individualisering. Individuen lieten zich portretteren. De mens liet zich niet meer door het collectief van de christenheid bepalen.”
Luther was dus modern.
„Ja, hij was in dat opzicht een kind van zijn tijd. Maar hij was onmodern in die zin dat hij het antwoord in de traditie van het christendom zocht, in de kerk, de Bijbel. Luther kon natuurlijk aansluiten bij Paulus, bij wie het geloof een relatie tot God is. Dat is het fascinerende bij Luther: hij vond in de oude traditie antwoorden op actuele vragen.”
U stelt in een van uw werken dat de vroomheid van de middeleeuwen gebaseerd was op „nooit genoeg.”
„Dat was de bedoeling van het aflaatsysteem, namelijk om de twijfel dat het nooit genoeg is weg te nemen. Men moest méér aflaten kopen om méér genade te verzamelen en méér zekerheid te krijgen. Luther zag natuurlijk dat dit een oneindig proces was. Als de priester voor mij de vergeving bemiddelt en nog een boetedoening toevoegt, dan moet ik nog wat doen. Luther baseerde zich op de belofte, zoals die ook tot ons komt in de sacramenten van doop en avondmaal. God zegt mij het heil toe. Je kunt dit vergelijken met wanneer je een gevangene verkondigt dat hij vrij is. Of wanneer je zegt: Ik hou van je. Dat is meer dan informatieve taal, het is een mededeling van iets wat werkelijk gemeend is.”
Luther was de juiste man op de juiste plaats en in de juiste tijd?
„Ja, ik heb weleens gezegd als Luther tien jaar eerder of later geleefd had, de Reformatie heel anders zou zijn verlopen. Een nieuwe keizer trad aan, en als er een andere paus was geweest die niet met massieve maatregelen Luther tot de orde had geroepen, was het anders toegegaan. Luther ontketende in de jaren 1517 tot 1520 een enorme publiciteit. Als Luther in 1520 op de rijksdag van Worms een onbekende monnik was geweest, had de paus hem aan zijn zijde kunnen krijgen, maar nu was hij een bekend persoon.”
Een overtuigd reformatorische gelovige zou zeggen: Luther is het instrument van de voorzienigheid geweest.
„Ja, maar ik wil als historicus wel weten hoe alles heeft gefunctioneerd. Luther kan misschien een instrument van God geweest zijn, maar God bedient Zich van de geschiedenis. Als christelijk theoloog zeg je ook dat God niet direct in de geschiedenis handelt, maar altijd bemiddelende instanties gebruikt.”
U schreef eens: De Reformatie kwam tot stand omdat de Katholieke Kerk zich niet líét redden.
„Zeker, Luther wilde de Katholieke Kerk, waarmee hij zich zo verbonden voelde en waarin hij opgroeide, juist van de ondergang redden. Hij werd zich ervan bewust dat deze kerk in toenemende mate met het Evangelie in tegenspraak was. Het project van redding van de Katholieke Kerk is mislukt, maar de impuls van de Reformatie is geweest dat de Katholieke Kerk zelf ook in een proces van verandering terechtgekomen is. Dat zou zonder Luther en de Reformatie niet zijn gebeurd. Door zijn religieuze vragen heeft Luther ook de pauselijke kerk gedwongen zich met deze zaken bezig te houden.”
Maar het Concilie van Trente was toch ook weer een negatieve reactie op de Reformatie.
„Natuurlijk, maar zonder Luther was die positieve reactie er niet gekomen. Dat de Katholieke Kerk nu een instituut is dat voor veel mensen religieuze aantrekkingskracht bezit, is te danken aan de vernieuwing die de Reformatie bracht. Zonder de Reformatie was de Katholieke Kerk een andere kerk geweest. Door de Reformatie is er expliciete aandacht voor de verhouding tussen geloof en werken, genade en vrijheid en Schrift en traditie gekomen.”
Zijn de Rooms-Katholieke Kerk en de kerken van de Reformatie dichter bij elkaar gekomen?
„Wat mijn land, Duitsland, betreft, is er een sterke vermenging van de verschillende confessionele richtingen. Veel katholieken wonen in protestantse gebieden, waardoor beide groepen met elkaar samenleven. Deze culturele situatie heeft het proces van oecumene bevorderd. Er zijn katholieke priesters in mijn omgeving die tegen de regels van Rome in avondmaal met protestanten vieren. Oecumene heeft dus iets ambivalents: op het vlak van de gemeente gebeurt er veel en is er een vertrouwelijk met elkaar samenleven, maar op het vlak van de leergesprekken stagneert de dialoog voortdurend. De reden is dat er katholieke instanties zijn die menen dat de leer van de kerk normatief vastligt. Het erge is dat de lutherse kerk daardoor geïnfecteerd is, namelijk in haar overtuiging dat er een kerkelijke hiërarchie is die de leer wil vastleggen. De lutherse kerk is enigszins verblind door de roomse hiërarchie, dat zie je aan de toga’s van de lutherse bisschoppen. Er is een zekere tendens naar formele kerkelijke structuren. Ik heb als ingezegende lutherse predikant geen enkele sympathie voor een hoogkerkelijke setting.”
Hoe gaan de Duitse kerken om met de herdenking van de Reformatie?
„De spits van de belangrijkste kerken was dat de Reformatie alle verworvenheden van de moderne tijd heeft voortgebracht, zoals tolerantie, de gelijkberechtiging van vrouwen en godsdienstvrijheid. De Duitse katholieke bisschoppen hebben gesteld dat zij niets te vieren hebben, omdat de kerk ernstig schade geleden heeft door de Reformatie. Met paus Franciscus is er een zekere opening gekomen en is de moeizame kwestie van vieren of gedenken iets op de achtergrond geraakt. Concrete oecumenische resultaten kunnen we niet verwachten, alleen symbolische handelingen. Ook niet ten aanzien van vrouw en ambt. Het is voor mij als luthers predikant onopgeefbaar dat vrouwen mogen voorgaan. Het accepteren van de vrouw in het ambt is een kernovertuiging van onze kerk, die al lang geruïneerd zou zijn als er geen vrouwen geordineerd waren.”
Komt er geen rehabilitatie van Luther?
„De Katholieke Kerk bestaat niet alleen uit een vriendelijke paus maar is ook een rechtsinstituut. De excommunicatie van Luther is een rechtsdaad geweest die ook de aanhangers van zijn leer betreft, en dus ook mij. We zijn nog steeds ketters in katholieke, rechterlijke zin. Maar ik ben als kerkhistoricus altijd voor veranderingen, en de Katholieke Kerk is erg veranderd en weet zich altijd verrassend opnieuw te positioneren. Dat kan ze ook doen in een nieuwe opening naar de protestanten.”
In uw jongste boek ”Erlöste und Verdammte” stelt u dat de „reformatie van onderop” nog uitstaat. Een nieuwe reformatie?
„De bestaande kerkelijke vormen zijn niet meer geschikt voor de toekomst. Het ledenaantal gaat verder naar beneden, terwijl de interesse in religie en christendom juist groot blijft. De huidige vormen beantwoorden niet meer aan de behoefte van deze tijd. Van de vrije kerken kunnen we veel leren, maar evenzeer is de wetenschappelijke theologie onmisbaar. Het is belangrijk dat het christendom in verbinding staat met de intellectuele ontwikkelingen van deze tijd en zich niet opsluit in een afgeschutte en onkundig gehouden religie. Ik ben bang voor charismatische macht die nadenken schuwt. Luthersen en gereformeerden hebben de waarde van theologie benadrukt, omdat ze geen sterk rechtsinstituut vormen zoals de Katholieke Kerk. We moeten met argumentatie en reflectie werken. Ik geloof dat we een kerk nodig hebben met meer inbreng van leken. Het christendom zal overleven, daarvan ben ik overtuigd, maar de institutionele vormgeving staat voor een fundamentele revisie.”
Zie ook rd.nl/reformatie
Prof. dr. Thomas Kaufmann
Thomas Kaufmann (1962) studeerde theologie in Münster, Tübingen, Göttingen en Parijs en promoveerde in 1990 tot doctor in de theologie. Hij is sinds 2000 hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Georg-August-Universität in Göttingen. Hij publiceerde tal van standaardwerken, zoals ”Der Anfang der Reformation” (2012), ”An den christlichen Adel deutscher Nation von des christlichen Standes Besserung” (2014) (een alomvattend commentaar op Luthers gelijknamige werk), ”Martin Luther” (vierde druk, 2016) en ”Erlöste und Verdammte. Eine Geschichte der Reformation” (2016). Kaufmann bekleedde tal van functies in wetenschappelijke organen aan diverse universiteiten in Duitsland, vooral op het terrein van de late middeleeuwen, de Reformatie en de vroegmoderne tijd. Hij is sinds 2011 voorzitter van de Verein für Reformationsgeschichte, een gezaghebbend onderzoeksinstituut dat de diverse aspecten van de Reformatie bestudeert. Kaufmann ontving dit jaar nog twee eredoctoraten in Noorwegen. Kaufmann is getrouwd met prof. dr. Antje Roggenkamp en heeft drie kinderen.