De Vries: Ik ben geboren als molenaar
Hij was de drijvende kracht achter de restauratie van korenmolen De Regt in zijn woonplaats Nieuw-Lekkerland. Onlangs vierde Jan de Vries zijn 60-jarig jubileum als molenaar. „Het zit in m’n bloed, ik ben geboren als molenaar.”
De verhalen volgen elkaar in snel tempo op, zeker als de plakboeken opengaan. „Ik kan blijven vertellen”, verzucht De Vries.
Zijn vader werd in 1940 aangesteld als timmerman en molenaar in Kinderdijk. „Wij gingen in de molen wonen. Soms draaiden de wieken zo hard dat de olielamp heen en weer schudde.”
Zijn vader viste ’s nachts op paling. „Die werd getrokken door de maalstroom van de molens. Hoe harder de wieken draaiden, hoe meer hij ving. Dan stond-ie ’s nacht vol trots met een maaltje bij de bedstee.”
Weer en wind
De Vries werd gegrepen door het molenaarsvak. „Je werkt altijd midden in de natuur, bent afhankelijk van weer en wind. Mooier is er niet.” Als jongen van 14 ging hij naar de fabriek. „Dat vond ik niks. Ik was een buitenmens, voelde me opgesloten in de fabriek. Na een jaar stapte ik op en zei meteen dat ik niet meer terugkwam.”
Hij ging aan de slag bij een meubelmaker en leerde daar hout bewerken. Dat was een goede basis voor zijn latere werk als molenmaker. Toen zijn vader met pensioen ging, werd De Vries verantwoordelijk voor de molens van de Nederwaard.
Daarnaast runde hij dertig jaar de bezoekersmolen – pal naast de molen waar hij zelf woonde.
„Zes dagen in de week was ik daar te vinden. De molen maakte zo’n 430.000 omwentelingen per seizoen. En dat dertig jaar lang. Geen molenaar in de regio draaide zo veel. In de begintijd kregen we 10.000 bezoekers per jaar, later waren dat er 80.000. Eerst was er nog tijd voor een praatje en kon je uitleggen hoe de molens werkten. Later kregen de bezoekers een cassette met een bandje in vier talen, veel minder persoonlijk.”
Hij bleef na zijn pensioen nog een paar jaar in de molen aan de Nederwaard wonen en verhuisde toen naar het aanpalende Nieuw-Lekkerland. Daar wachtte een immense klus: de restauratie van De Regt. De korenmolen uit 1850 was verwaarloosd en rijp voor de sloop.
Romp
In 2009 begon de stichting met de restauratie. Die deed een beroep op de kennis van Jan de Vries. „Vanuit mijn huis keek ik uit op de molen en ik vond het leuk om te helpen.”
Na de romp kwam ook de kap aan de beurt. „Iemand had nog een lading hout liggen, we maakten een praatje onder elkaar en op een gegeven moment zijn we gewoon begonnen. Twee jaar lang heb ik er dertig uur per week aan gewerkt. ’s Avonds zat ik nog schetsen te maken.”
Met veel vrijwilligers en sponsoren werd de klus geklaard. In 2014 werd de molen heropend. Als initiator van de restauratie kreeg De Vries toen een koninklijke onderscheiding.
Nog altijd is hij actief als eerste molenaar van De Regt en verricht hij als vrijwilliger hand- en spandiensten. „Ik blijf dit doen zolang ik kan. Dit voorjaar ben ik ernstig ziek geweest. Dan denk je niet meer aan de molen. Dan word je erbij bepaald dat er een leven na de dood is. De behandeling werd gezegend. Dat ik er nog ben is Gods genade. Ik ontvang elke dag met dankbaarheid uit Zijn Vaderhand.”