Oorlogskunst met een glimlach
Zijn illustraties bij de verhalen van het beertje Winnie de Poeh zijn wereldberoemd. Museum Huis Doorn toont ander werk van de Britse kunstenaar Ernest Howard Shepard: tekeningen van het front in de Eerste Wereldoorlog.
Twee soldaten in een loopgraaf. Een van hen kijkt door een periscoop omhoog en klaagt over het slechte beeld, dat hij maar niet scherp krijgt. Een tweede tekening toont de kijker boven de grond. Een zwarte kat blijkt het zicht te belemmeren.
Voor de Eerste Wereldoorlog tekende Ernest Howard Shepard (1879-1976) al voor het satirische tijdschrift Punch, wat hij zijn verdere leven zou blijven doen. De stijl die hij voor dat blad bezigde, is terug te zien in tekeningen die hij van 1915 tot 1919 maakte toen hij bij de Britse artillerie diende. De humor ontbreekt niet in zijn schetsen.
„Vlotter gaat niet. Ik heb maar twee snelheden”, zegt een soldaat, bepakt en bezakt, tegen zijn maat achter hem. „Traag en halt.” Collega-officieren zagen zichzelf terug in een tekening van balletdanseressen die een vrededans uitvoeren.
Shepards oorlogsprenten zijn voor het eerst buiten Engeland te bezichtigen. „Daarmee hebben we de vijand in huis gehaald, in de persoon van een Engelse oorlogsofficier”, zegt Cornelis van der Bas, conservator van Museum Huis Doorn, met gepaste trots. „Een eeuw na de Eerste Wereldoorlog moet dat toch wel kunnen.”
De verbannen Duitse ex-keizer Wilhelm II, de verliezer van de oorlog, verbleef van 1920 tot zijn dood in 1941 in Huis Doorn. Shepard vocht mee in beruchte veldslagen in Frankrijk (aan de Somme, 1916), België (om Passchendaele, 1917) en Italië (bij Vittorio Veneto, 1918).
Kanonnen
Van der Bas onderscheidt drie soorten tekeningen. Allereerst Shepards werk voor Punch. „Om het thuisfront niet te verontrusten, bracht hij niet de ergste ellende in beeld, maar tekende hij vooral de humoristische kant van de oorlog. Oorlogskunst met een glimlach dus.”
Een tweede categorie zijn de militair-tactische tekeningen. „Zo tekende Shepard landschappen met de posities van de vijandelijke stellingen, zodat Britse soldaten wisten waar ze hun kanonnen op moesten richten. Ook maakte hij instructietekeningen voor het leger, van een kanon of een ontstekingsmechanisme bijvoorbeeld.”
Voor zichzelf legde Shepard daarnaast in snelle schetsen momentopnamen vast, met teksten erbij, die hij soms in brieven naar zijn vrouw stuurde.
Shepard tekende voor Punch ook een aantal keren Wilhelm II. „Hij stak daarbij de draak met hem, maar ik denk dat de keizer deze tentoonstelling in ‘zijn’ huis wel gewaardeerd zou hebben. Hij las Punch namelijk graag.” Van der Bas baseert zich voor deze veronderstelling op een beschrijving van de winteravonden van Wilhelm II in het Neues Palais in Potsdam bij Berlijn. „Na het avondeten zaten de keizerin en haar hofdames met hun borduurwerk rond een grote tafel in een van de salons, terwijl de keizer de Engelse kranten bestudeerde die uitgespreid voor hem lagen”, aldus Anne Topham, de Britse gouvernante van Wilhelms dochter Victoria-Louise. „Het kwam vaak voor dat Wilhelm passages hardop voorlas. Hij was een groot liefhebber van Punch, vooral van de politieke cartoons, waarin hij zelf ook vaak werd geportretteerd in de vorm van een zeeslang, een orgelman of als Zijne Keizerlijke Hoogheid zelf met een overdreven snor en een grote frons op het gezicht.”
„Ik probeerde Punch altijd te verbergen als het mijn beurt was om aan te schuiven”, schreef de gouvernante. „Maar Zijne Majesteit vertrouwde mij en besprak de cartoons met mij. „Wat vind je daarvan”, zei hij dan. „Leuk, is het niet? Goede gelijkenis, hè?” Het was op dat moment vaak moeilijk om een geschikt antwoord te vinden.”
”Kunstenaar in oorlogstijd” is tot en met 10 december te zien in Museum Huis Doorn.
Echte beer stond model voor Winnie de Poeh
Een echte beer stond model voor Winnie de Poeh in de kinderboeken van Alan Alexander Milne (1882-1956). Winnipeg heette hij. Een Canadese dierenarts, Harry Colebourn, nam hem aan het begin van de Eerste Wereldoorlog mee naar een legerbasis waar hij oorlogspaarden moest verzorgen. Bij een overstap op een treinstation in Canada had hij het jonge dier, amper een halfjaar oud, gekocht van een pelsjager die de moeder van het beertje had gedood. Colebourn vernoemde zijn aankoop naar zijn woonplaats Winnipeg.
Winnipeg werd de mascotte van het Royal Canadian Army Veterinary Corps. Toen Colebourns regiment enkele maanden later vanuit Engeland naar het westelijk front vertrok, bleef Winnipeg in Londen achter. In de dierentuin van de Engelse hoofdstad werd de knuffelbare en speelse beer een grote attractie. Christopher Robin, zoon van schrijver Milne, vond het beertje zo leuk dat hij zijn eigen teddybeer ”Winnie-the-Pooh” ging noemen. Dat inspireerde zijn vader tot de beroemde boekenserie. Voor tekenaar Ernest Howard Shepard was de knuffelbeer van zijn eigen kinderen het voorbeeld voor Winnie de Poeh.
De tentoonstelling in Museum Huis Doorn schenkt ook aandacht aan de rol van dieren in de Eerste Wereldoorlog. Paarden, ezels en olifanten werden ingezet als rij- of lastdier, postduiven werden benut voor de communicatie. Op de expositie ontbreekt Senta niet, de favoriete teckel van Wilhelm II die hem tijdens de Eerste Wereldoorlog en ook in Doorn vergezelde.