Bidden en vasten vormen juiste antwoord op postmodernisme
Het is hoog tijd dat we het postmodernisme achter ons laten en terugkeren naar de Heere, onze God, betoogt Pierre J. Beaujon.
Het is alweer een tijd geleden dat ik een lezing bijwoonde over het opvoeden van kinderen. De spreker had het er maar over dat we de kinderen zelf moeten laten kiezen. „Kinderen weten het zelf”, was zijn credo.
Aan het eind van zijn betoog liep ik naar hem toe. Ik vroeg hem of het wel zo wijs was om kinderen in de leeftijd van acht tot zestien zelf beslissingen te laten nemen. Vol overtuiging verdedigde hij zijn standpunt.
Daarop vroeg ik hem of het verstandig zou zijn als mijn zoon voortaan niet meer van een warme maaltijd genoot, maar alleen maar chocoladereepjes at. „Nee, dat was niet de bedoeling”, was zijn reactie. „Maar dat was wel de inhoud van uw betoog”, reageerde ik. Het is typisch een kenmerk van onze tijd: de autonome mens wil alles zelf bepalen.
Is dit dan zo nieuw? Nee, als christen ben ik me bewust van de gevolgen van de zondeval. Adam maakte de keuze autonoom te zijn.
Nu is dat géén excuus om te zeggen dat we toch niet anders kunnen, omdat we allemaal kinderen van Adam zijn. Onze tijd is géén tijd voor slappe christenen! Een christen wordt geroepen om een zoutend zout en een lichtend licht te zijn, en geen kaars onder een korenmaat.
Jakobus is daar meer dan helder over: bid om wijsheid als die u ontbreekt. Maar kunnen we nog oprecht bidden? Een gebed bidden dat rechtstreeks uit het hart omhoogkomt?
In de klas en op school krijg ik geregeld te maken met gezagsondermijnend gedrag van kinderen. Om niet te zeggen: onbeschoft gedrag. Je vraagt je af waar dat vandaan komt.
Relativisme
Als we trots zijn op het onbeschofte gedrag van onze kinderen en het zelfs stoer vinden, want kinderen moeten toch voor zichzelf opkomen, dan moet het ons niet verbazen als dat gedrag zich tegen ons keert. Vanwaar deze houding?
Toen ik jong was, brak de seksuele revolutie uit. Het was de tijd van de hippies, nozems en provo’s. Het postmodernisme werd aangekondigd. Na 200 jaar verlicht denken, waarin het gebruik van het verstand centraal stond, was de tijd van het relativisme aangebroken, met daarin juist een grote rol voor het gevoel. De mens bepaalt zelf wat goed is en alles is maar net hoe jij het zelf ziet. Dat is het postmodernisme, de tijd waarin onze kinderen opgroeien. Een tijd waarin een hevige strijd woedt tussen het conservatieve gedachtegoed en de progressieve insteek van de marxistisch-socialistische filosofische stroming. Hoe gaan we daarmee om?
Paulus
Hoe heeft het ooit zover kunnen komen? Paulus zegt dat hij zich het Evangelie niet schaamt. Doen wij dat soms wel?
Ik herinner me de opmerking van een behoudende hoogleraar, op een theologische universiteit, dat we in een postchristelijk tijdperk zouden leven. Klopt dat? Heeft de verlichting het christelijk geloof vernietigd? Weten we echt meer dan Paulus, zoals de postmoderne mens ons wil doen denken?
Het is niet de bedoeling dat een christen nu als een heremiet in zijn schulp kruipt. Hij dient juist gehoor te geven aan de oproep van onze Heiland om op te komen voor zijn geloof. Maar ligt daar misschien de pijn? Had de hoogleraar toch gelijk? Zijn christenen verslagen en leven we echt in een postchristelijke tijd?
Strijd
In Psalm 11:3 staat: „Zekerlijk, de fundamenten worden omgestoten; wat heeft de rechtvaardige bedreven?” Dat de fundamenten worden omgestoten, betekent dat alle vreze Gods, gerechtigheid en billijkheid door de tijdgeest worden omgekeerd en verdraaid. Daar zijn de voorstanders van het postmodernisme druk mee bezig.
Wat kan een rechtvaardige daartegen doen? Maar één ding: vasten en bidden. Wilhelmus à Brakel (1635-1711) waarschuwt in hoofdstuk 77 van zijn ”Redelijke godsdienst” dat het „een teken is van groot verval dat men zo weinig werk maakt van het vasten.”
En dan de vraag over ons gebedsleven. Hebben we die momenten nog waarop we ons terugtrekken in onze binnenkamer, om op de knieën te vallen en ernstig tot de Heere te bidden?
Veelzeggend is ook wat de profeet Joël zegt, zeker in het kader van de verstoktheid van onze ontkerstende tijd. De Heere belooft in Joël 2:25 de jaren te vergelden die de sprinkhaan, de kever, de kruidworm en de rups hebben afgegeten. De strijd is niet verloren. Het is hoog tijd dat we het postmodernisme achter ons laten en met bidden en vasten terugkeren naar de Heere, onze God.
De auteur is docent in het voortgezet onderwijs.