Er hangt een prijskaartje aan winkelen op het web
Een groot geel plakkaat op de ruit: „Opheffingsuitverkoop”. Ernaast, in wat kleinere letters: „Wij gaan een webwinkel starten!”
In het eerste halfjaar van 2017 hebben consumenten weer 13 procent meer online aankopen gedaan dan in diezelfde periode in 2016. De Nederlandse Thuiswinkel Organisatie becijferde vrijdag dat bijna een kwart van alle bestedingen wordt uitgegeven in webshops. Voor geheel 2017 betreft dat 22,6 miljard euro.
De stijging wordt deels veroorzaakt door de groeiende economie. De directeur van de thuiswinkelorganisatie wijst echter ook op de verschuiving in het koopgedrag van consumenten. De verkopen in de winkelstraat nemen niet of nauwelijks toe. Bij de detailhandel stijgt de omzet wel, maar die is vrijwel alleen afkomstig van de verkook van online producten.
De winkel die z’n deuren sloot en overstapte op een webshop heeft de ontwikkelingen niet afgewacht en eieren voor z’n geld gekozen. Nu de omzetcijfers voor online bestedingen jaar op jaar stijgen, is duidelijk dat deze trend onomkeerbaar is. Het gaat intussen ook om vrijwel alle consumenten: negen op de tien Nederlanders heeft in het afgelopen halfjaar online aankopen gedaan. Doorslaggevende factoren zijn het gemak van het bestellen op het moment dat het je als consument het beste uitkomt, de wetenschap dat het artikel op voorraad is, de mogelijkheid om prijzen te vergelijken, de bezorging aan huis en de retourservice. Een paar jaar geleden beweerden deskundigen nog dat mensen artikelen als kleding en schoenen altijd in de fysieke winkel zullen blijven kopen omdat je die wil passen, maar veel webwinkelaars hebben er geen moeite mee om vier paar schoenen te bestellen en de volgende dag drie paar terug te sturen.
Betekenen die webshops het einde van de winkelcentra? Die conclusie is te kort door de bocht. Bij al die uitgaven zijn ook diensten als telefoonabonnementen, verzekeringen en vliegreizen meegenomen. Die aankopen hebben weinig invloed op de winkelstraat. Bovendien blijven er aankopen waarvoor mensen eerst een product in de handen willen hebben en zijn er weer webwinkels die juist een fysieke winkel openen.
Er zijn ook andere kanttekeningen te maken bij deze trend. Webwinkelaars beseffen vaak onvoldoende welke ‘meerprijs’ ze betalen. Bijvoorbeeld door het inleveren van hun privacy. Of door de verleiding tot impulsaankopen via hun smartphone.
Maar dat is niet het enige. De aankoop van een product is tegelijkertijd een vorm van steun voor de aanbieder. Gaat die steun naar de webshop of naar de buurtwinkel? Het voortbestaan van de lokale middenstand is van belang voor kwetsbare groepen in de samenleving. Op die manier kan er ook oog zijn voor ondernemers die hun zaak op zondag gesloten houden – wat bij webshops maar zelden het geval is. Of voor ondernemers die niet mee willen doen met omstreden acties.
Het gemak van de webshop is onmiskenbaar, maar heeft wel z’n prijs. En ook voor die prijs geldt wat een predikant deze week in een kerkbode schreef: Bekering is niet alleen een zaak van je hart, maar ook van je portemonnee.