Kunstnier bezorgde Kampen rijksmonument
Het kleine ziekenhuis in Kampen waarin ”dokter Kolff” in de Tweede Wereldoorlog de kunstnier uitvond, was eind jaren 90 bijna gesloopt. Het boek ”Verhalen van de Engelenberg” blikt terug op een bijzondere strijd voor behoud van het huidige rijksmonument.
In het nu rijksmonumentale pand van voormalig stadsziekenhuis De Engelenbergstichting experimenteerde internist Willem Kolff in de oorlogsjaren met zijn eerste werkende kunstnier. Miljoenen mensen wereldwijd hebben volgens de Nierstichting hun leven mede te danken aan een uitvinding die in de binnenstad van Kampen werd ontwikkeld.
Tegelijk gebruikte Kolff het ziekenhuis met succes om onderduikers met verzonnen kwalen uit handen van de Duitsers te houden. Een verzetsdaad waarvoor de in 2009 overleden ”dokter Kolff” postuum de Yad Vashemonderscheiding kreeg.
Het had niet veel gescheeld of er was niet veel meer overgebleven dan alleen Kolffs borstbeeld, dat nog altijd langs de weg staat. Want het pand uit 1916 zou gesloopt zijn als strijdvaardige burgers de landelijke politiek niet bij de strijd voor behoud van het ziekenhuisgebouw hadden weten te betrekken.
Immens
Auteurs Herman Broers en Geraart Westerink hebben die geschiedenis en strijd om dit pand in een bundel samengevat. Het ziekenhuis werd bij de oplevering in mei 1916 al te groot en te duur gevonden, legt schrijver Broers uit. Het kon gebouwd worden omdat de familie Engelenberg een legaat van 200.000 gulden beschikbaar had gesteld. „Een immens bedrag voor die tijd.”
Toenmalig burgemeester Van Blommestein had de wens aan het einde van zijn burgemeesterschap nog een onuitwisbare herinnering achter te laten. Hij schakelde de gerenommeerde architect Willem Kromhout in om iets groots neer te zetten.
Vanaf het begin had het ziekenhuis te maken met een onderbezetting aan patiënten. „Als een Kampenaar serieus iets mankeerde, ging hij naar Zwolle.” Dat had te maken met het vorige ziekenhuis, „waar het gevaar om er te blijven groter was dan daarbuiten.” De uitvinding van Kolff bezorgde het ziekenhuis patiënten in overvloed. Dat tij keerde begin jaren 90. In 1992 stierven twee patiënten op de intensive care wegens nalatigheid. „Het was het begin van het einde.”
Sloop
Tijdens de sluiting in november 1994 protesteerden buiten duizend Kampenaren. Van dat protest was weinig meer over toen in de zomer van 1999 de gemeenteraad het besluit tot sloop nam. Maar een kleine groep Kampenaren gaf niet op. Kolff zelf speelde ook een bemiddelende rol en lokale politici wisten eerst toenmalig minister Borst (Volksgezondheid) en later ook staatssecretaris Van der Ploeg (Cultuur) mee te krijgen.
De gemeente had de benodigde 5 miljoen gulden echter niet in kas om het bestaande pand in te passen in plannen voor de bouw van een tehuis van zorginstelling IJsselheem. Die instelling had haast met de sloop en voerde de druk op. „De discussie spleet de stad: of je was voor behoud van het pand of voor goede ouderenzorg.” Van der Ploeg kwam met 1,4 miljoen gulden uit de nieuwe Kanjerregeling, waarna het gat gedicht was. De laatste stap was de toekenning van de status van rijksmonument.
Toen de gemeenteraad in 2000 uiteindelijk het sloopbesluit unaniem terugdraaide, werd Kampen weer enthousiast over het pand. Broers: „Bij de opening in 2005 werd het het mooiste verpleeghuis van het land genoemd.”
Over ”Verhalen van de Engelenberg, een bevochten monument, 1916-2016” opent morgen in de Stadskazerne in Kampen een expositie. Het boek gaat vanaf morgen in de verkoop.