Emeriti predikanten publiceren ”Kerk 2025 getoetst”
Zie af van de „veel te zwaar belaste vrijgestelde classisvoorzitters” en laat de huidige classes in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) blijven zoals ze zijn of combineer ze met een sterkere classis als ze „te weinig bestuurskracht kunnen opbrengen.”
Dat pleidooi voeren prof. dr. W. Balke, ds. R. H. M. de Jonge en ds. P. Zeedijk –emeriti predikanten binnen de Protestantse Kerk– in de onlangs verschenen brochure ”Kerk 2025 getoetst. Protest tegen een machtsgreep van bureaucraten”.
De brochure bouwt voort op een in maart verschenen manifest tegen de structuurverandering in de kerk waarbij de huidige 74 classes (regionale vergaderingen) samengevoegd worden tot 11 classes met aan het hoofd een classispredikant. In de aanloop naar de extra synodevergadering op 22 september zetten de drie uiteen wat hun bezwaren zijn tegen de veranderingen in de Protestantse Kerk in Nederland, die volgens hen de presbyteriale kerkstructuur veranderen in een episcopale.
Dat dienstdoende collega’s en kerkenraadsleden „minder luid instemming betuigden met ons Manifest is mede verklaarbaar uit het feit, dat zij wellicht in het nieuwe systeem verder moeten en niet als dwarsligger te boek willen staan”, aldus de auteurs in de brochure, die 41 bladzijden telt.
De schrijvers stellen niet alleen voor om af te zien van de classispredikant en classes samen te voegen, maar ook om twee of drie keer per jaar als classis samen te komen. Deze vergaderingen moeten weer „hoogtepunten” zijn waarop concrete zaken die in gemeenten spelen uitvoering besproken worden, zonder „afgeraffeld te worden ten behoeve van een spreker van buiten.”
Verder vinden de opstellers van de brochure dat de visitatie in haar huidige vorm binnen de Protestantse Kerk moet blijven bestaan. „Een dominee en een ouderling uit de eigen omgeving voelen beter aan wat er plaatselijk speelt dan zo’n classisvoorzitter van ver, die honderden gemeenten per 4 jaar moet afstruinen.”Ze vinden ook dat het dienstencentrum in Utrecht zijn diensten verder moet inkrimpen zodat „de classis zijn oorspronkelijke betekenis, die geheel was uitgehold, weer terugkrijgt.”