„Kerk Egypte staat in de steigers”
Als leider van de protestantse gemeenschap in Egypte is ds. Andrea Zaki als geen ander in staat om de hartslag van de kerk te meten. En ondanks (of dankzij?) de toenemende terreurdreiging, ziet hij de toekomst van de kerk in Egypte opvallend positief.
Afgaand op krantenkoppen dreigt het christendom uit het Midden-Oosten te verdwijnen. Hoe duidt u in dat licht de situatie van de kerk in Egypte?
„Het antwoord is simpel: we zien niet het einde, maar eerder het begin van een concentratie van het christendom in Egypte. Zolang christenen worden bedreigd en aangevallen, zullen we blijven groeien.
Nu is de situatie in Egypte een andere dan in Syrië en Irak, waar veel kerken met de grond gelijk zijn gemaakt.
In Egypte groeit het aantal kerkgangers. Leden zijn hier bovendien erg actief en betrokken.
Juist na een bomaanslag zien we de kerken vollopen. Toen de kerk in Caïro voor het eerst weer haar deuren opende na de bomaanslag in december, moesten er twee diensten georganiseerd worden – zo druk was het. Hetzelfde gebeurde in de kerk die op Palmzondag door een bomaanslag werd getroffen. Toen er met Pasen weer dienst was, puilde het gebouw uit van de mensen.
Mensen die beweren dat het einde van het christendom in het Midden-Oosten nadert, doen geen recht aan de werkelijkheid in Egypte. Christenen daar voelen zich blijvend verbonden met hun land, met hun geloof en met de kerk.”
Tegelijkertijd lijkt de overheid de veiligheid van christenen niet te kunnen garanderen. We herinneren ons allemaal nog de aanval op een bus met kopten in de provincie Minya, vorige maand.
„Dat kun je zo niet stellen. De overheid doet wat in haar vermogen ligt. Maar het voorkomen van terroristische aanslagen is als het vechten tegen een onzichtbare vijand.
Voor web: Kijk naar wat er gebeurd is in Londen en Manchester. Na die aanslagen wijzen we toch ook niet met de beschuldigende vinger naar de overheid? In Egypte trekken de overheid en de publieke opinie juist samen op tegen het terrorisme. Journalisten, denkers, filosofen: in de media spreken ze zich eensgezind uit tegen het antichristelijk geweld.”
Is de situatie voor christenen onder het bewind van president Sisi verbeterd?
„Ik denk van wel. President Sisi doet zijn best, maar staat tegelijkertijd voor grote uitdagingen. Neem zijn economische agenda. Op korte termijn moeten mensen lijden onder de hervormingen die hij doorvoert, maar ik ben ervan overtuigd dat zijn beleid op de lange termijn beter is dan het in honderd jaar geweest is. Hij neemt pijnlijke, maar wel gezonde maatregelen.
Daarnaast strijdt hij sterk tegen terrorisme. Geloof me, als Egypte faalt in het bestrijden van terrorisme, dan zal geen enkel land slagen. De strijd speelt hier al veel langer. Niet alleen in de Sinaï, ook in het zuiden dealen we met radicale moslims die instabiliteit veroorzaken door haat en verdeeldheid te zaaien.
Terrorisme laat zich in ieder geval niet bestrijden met enkele luchtaanvallen. Militaire slagkracht moet hand in hand gaan met een intellectuele strijd.”
Sommige onderzoekers stellen dat de meerderheid van de moslims in Egypte er superioriteitsgevoelens op nahoudt ten opzichte van christenen. Dat zou bedding geven aan gewelddadige incidenten.
„Als dat waar zou zijn, dan zouden christenen en moslims onmogelijk samen kunnen leven zoals nu het geval is. Het zou een burgeroorlog betekenen.
Wat ik denk, is juist het tegenovergestelde: de meerderheid van de Egyptenaren zijn hele normale moslims. Dat verklaart waarom moslims en christenen samenleven, en waarom er niet om de dag ongeregeldheden plaatsvinden. Een ander bewijs is de sterke afwijzing van religieus geweld door de publieke opinie.”
U klinkt erg positief over de relatie tussen moslims en christenen in Egypte.
„Ik ben optimistisch. Natuurlijk zijn er problemen. Maar het grote plaatje ontwikkelt zich positief.
Een belangrijk turning-point vond plaats na de ban op de Moslimbroederschap in 2013. Woedende aanhangers staken zo’n 140 kerken in brand. Dat bracht een wereldwijde protestgolf teweeg en buitenlandse mogendheden stonden klaar om de christenen gewapende steun te verlenen. Maar Egyptische kerkleiders spraken zich unaniem uit tegen welke buitenlandse inmenging dan ook. Dat had belangrijke gevolgen voor de publieke opinie in Egypte. Mensen associeerden christenen niet langer met het Westen, maar zagen in dat ze in de eerste plaats loyaal zijn aan hun land en hun kerk.”
EA: voor web: Die positieve ontwikkeling bevalt de radicale moslims natuurlijk niet. Zij proberen dan ook een anti-staatpropaganda aan te wakkeren, en geruchten te verspreiden die de relatie tussen president Sisi en de kerk in twijfel trekken.”
Lange tijd golden er beperkingen voor kerkbouw in Egypte. Inmiddels is er een nieuwe kerkbouwwet van kracht, die de rechtspositie van kerken moet verbeteren. Maar de reacties zijn verdeeld. Is de wet nu wel of geen verbetering?
„De wet is bijzonder goed, zeker als je die naast de vorige legt. Toestemming voor kerkbouw ligt nu in handen van de lokale overheid, die in vier maanden op een aanvraag moet beslissen en bij een afwijzing haar besluit moet onderbouwen. Bovendien kan de kerk tegen het overheidsbesluit in beroep gaan. Dat is nogal een verbetering; onder de vorige wet mocht je je als kerk gelukkig prijzen als je na tien jaar überhaupt een reactie kreeg op een vergunningsaanvraag.
Critici hameren op één wet die kerken en moskeeën gelijkstelt. Dat is een ideaal, maar dit is onderweg al een goede verbetering.”
Bruggen slaan met welzijnswerk
Ds. Andrea Zaki (1960) is zowel president van de protestantse gemeenschap in Egypte als directeur van de Coptic Evangelical Organization for Social Services (CEOSS), een welzijnsorganisatie die samenwerkt met Kerk in Actie. De predikant werd geboren in 1960, studeerde theologie en sociale ontwikkeling, en promoveerde aan de universiteit te Manchester in de theologie. CEOSS bereikt meer dan twee miljoen Egyptenaren verspreid over honderd locaties in het land. Ds. Zaki: „We maken geen onderscheid op basis van religie. Eén van onze doelen is dan ook om bruggen te slaan tussen moslims en christenen.”