Recept voor bananenijs
Omdat foodbloggers nogal warmlopen voor ijs op basis van banaan moest ik dat nodig eens proberen. Het basisrecept dat daarvoor circuleert is ongelooflijk eenvoudig, maar lijkt me technisch niet voor iedereen haalbaar. Je stopt gepelde bananen, al dan niet in plakjes, in de diepvries en pureert die vervolgens op het moment dat je zin hebt in bananenijs. Dat is alles.
Maar dan moet je wel een keukenmachine of blender hebben die dat aankan. Ik waag er m’n staafmixer niet aan en kies de omgekeerde route: eerst pureren en dan bevriezen.
Met een paar toevoegingen, voor een wat interessantere smaak.
Zelf ijs maken klinkt als een hachelijke onderneming. En dat is het ook eigenlijk wel. Tenminste: als je geen ijsmachine in de kast hebt staan, is het een hele kunst en wellicht zelfs onbegonnen werk om iets tot stand te brengen wat qua zachtheid, romigheid en niet te vergeten luchtigheid de concurrentie met willekeurig welke bak supermarktijs aankan.
Maar waarom zou je dat ook eigenlijk willen: een fabrieksmatig product evenaren? Zelfgemaakt is anders. Misschien moet je het dan ook gewoon anders noemen. Bevroren fruit, bijvoorbeeld. Of: een ijzig toetje. Compacter en veel minder zoet dan gebruikelijk. Maar dat komt natuurlijk door wat je er wel en vooral niet in stopt. Namelijk: veel fruit, een flinke scheut zuivel, een kneepje citroensap en een beetje suiker. (Liefhebbers van zoet kunnen natuurlijk extra suiker toevoegen.) Lekker overzichtelijk en herkenbaar, qua bestanddelen.
Dat kan van wat je ‘officieel ijs’ zou kunnen noemen niet altijd gezegd worden. Op een willekeurige doos uit de supermarkt tref je zaken aan als magere melk, roomboter, suiker, magere melkpoeder, room, emulgator, johannesbroodpitmeel, guarpitmeel, aroma en kleurstof.
Na een uur of vijf in de vriezer, met regelmatige roersessies, mag het resultaat er best zijn. Toegegeven: de tamelijk bleke ijsmassa is niet geheel vrij van kristallen. En de overheersende smaak is nogal bananig. Daar moet je van houden. Maar dat geldt ook voor een alternatief experiment met mango, dat dankzij het oranjegele vruchtvlees een fraai gekleurd toetje oplevert.
Je zou van het fruityoghurtmengsel ook ijslolly’s kunnen maken, als je nog ergens van die vormpjes hebt staan. Ik probeerde het uit, maar vond het niet zo geslaagd. Iets met ijsjes die niet uit de vormpjes wilden, stokjes die losschoten en op de handen druipend smeltvocht.
Recept: ijzig toetje
Ingrediënten (voor circa 4 personen)
2 rijpe bananen of 1 rijpe mango
250 ml volle yoghurt
1 eetlepel citroensap
1 eetlepel vanillesuiker
aardbeien of frambozen
Verder is nodig:
een staafmixer of keukenmachine
een afsluitbare diepvriesdoos
Bereiding
Pel de bananen en snijd ze in stukken. Snijd bij de mango aan beide kanten met een groot mes een dikke schijf vruchtvlees inclusief schil af vlak langs de dikke platte pit. Snijd het vruchtvlees in blokjes en snijd die los van de schil. Pureer het fruit met de yoghurt, het citroensap en de suiker met behulp van een keukenmachine of staafmixer. Giet de vruchtenmassa in een diepvriesdoos. Sluit de doos af. Zet het ijs een uur of vijf in de vriezer.
Schraap de massa in de tussentijd minstens één keer per uur met een vork los van de rand en de bodem. Roer alles grondig om, om de vorming van ijskristallen tegen te gaan. Haal de doos een halfuur voor het serveren uit de vriezer, zodat het ijs wat zachter wordt. Geef er vers fruit, bijvoorbeeld aardbeien en frambozen, bij. Of plakjes banaan of mango.