Opinie

Column: Familiebedrijf vaak voedingsbodem van maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nederland kent veel familiebedrijven. Het zijn meestal kleine bedrijven, maar sommige zijn in de loop van de tijd heel groot geworden. Het mooie van familiebedrijven is dat zij vaak niet alleen hechten aan economische doelen, zoals de winst. Het gaat vaak ook om niet-financiële zaken. Familieleden identificeren zich emotioneel met hun bedrijf, hechten aan goede sociale banden en denken na over de opvolging van het bedrijf door de komende generatie.

Johan Graafland
20 June 2017 08:55Gewijzigd op 17 November 2020 01:55
„Het beste is wanneer naast familieleden ook niet-familieleden betrokken zijn in het management van een familiebedrijf.” Foto: Schoenenketen Sacha is het familiebedrijf van de familie Termeer. beeld ANP, Jeroen Jumelet
„Het beste is wanneer naast familieleden ook niet-familieleden betrokken zijn in het management van een familiebedrijf.” Foto: Schoenenketen Sacha is het familiebedrijf van de familie Termeer. beeld ANP, Jeroen Jumelet

Vanwege deze kenmerken zou je verwachten dat familiebedrijven ook een goede voedingsbodem voor maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn. Dit komt de naam van het bedrijf immers ten goede. En omdat de familie nauw verbonden is met de identiteit van het bedrijf, straalt dat ook af op de goede naam van de familie.

Daarnaast vormt het verlangen om het bedrijf door te geven aan de volgende generatie een motief om naar de lange termijn te kijken en niet alleen naar de korte. En ook dat bevordert maatschappelijk verantwoord ondernemen. Want investeringen in je personeel of in een beter milieu betalen zich vaak pas op langere termijn terug. Door dat te doen, breng je het bedrijf in een goede startpositie voor de volgende generatie.

In de derde plaats hechten familiebedrijven aan goede banden met de belanghebbenden, binnen het bedrijf en daarbuiten. Denk bijvoorbeeld aan de kerk.

Vinden wij dit verband nu ook terug in de werkelijkheid? Daar heb ik het afgelopen jaar onderzoek naar gedaan met behulp van een dataset van meer dan 3000 bedrijven in twaalf Europese landen. De meeste ervan zijn klein tot heel klein.

En wat blijkt? Allereerst dat familiebedrijven in vergelijking met niet-familiebedrijven inderdaad meer aan maatschappelijk verantwoord ondernemen doen. Niet alleen inzake de sociale dimensies (werknemersrelaties), maar ook als het om een beter milieu gaat. De theorie wordt dus bevestigd.

Ook keek ik of de grootte uitmaakt. Dan blijkt dat het onderscheid tussen familiebedrijven en niet-familiebedrijven afneemt naarmate beide groter worden. In een groot familiebedrijf worden de relaties tussen de familie en de verschillende belanghebbenden meer formeel. De emotionele band met het bedrijf wordt daardoor zwakker. Daardoor neemt ook de voedingsbodem voor maatschappelijk ondernemen af.

Een derde bevinding gaat over de samenstelling van het management van het familiebedrijf. Je zou verwachten dat de band tussen de familie en het bedrijf ook zwakker wordt als er meer niet-familieleden deelnemen aan de leiding van het bedrijf. En vervolgens dat dit ook ten koste gaat van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar mijn onderzoek laat zien dat dat iets gecompliceerder ligt. Op sommige punten neemt maatschappelijk verantwoord ondernemen juist toe als de leiding van het bedrijf niet alleen uit familieleden bestaat. De reden is dat, wanneer niet-familieleden ook betrokken zijn in het management van het bedrijf, de achtergrond van de leiding van het bedrijf (en daarmee de relaties met anderen) zich verbreedt. Dat behoedt het bedrijf ervoor dat het te veel focust op de belangen van de familieleden.

Tegelijkertijd blijkt ook dat het effect verdwijnt en zelfs in een tegendeel verkeert als heel het management uit niet-familieleden bestaat. Dan domineert het eerder genoemde effect dat minder betrokkenheid van de familie bij het bedrijf tot minder maatschappelijk verantwoord ondernemen leidt. Dat zou erop duiden dat het het beste is om een zekere balans te hebben, waarbij familieleden betrokken zijn in het management van het bedrijf, maar ook niet-familieleden.

Wat kunnen familiebedrijven leren uit deze onderzoeksresultaten? Allereerst steken ze hopelijk een hart onder de riem. Wees trots op uw bedrijf en koester de oriëntatie op de niet-financiële waarden. Mocht u uw bedrijf van de hand willen doen, let dan ook goed op de cultuur van het bedrijf waaraan u het wilt verkopen.

In de tweede plaats: ga niet alleen voor groei. Want met groei wordt het ook moeilijker om de cultuur van uw bedrijf te bewaren en u te blijven onderscheiden van niet-familiebedrijven. Aan de andere kant: wees ook niet bang om te groeien. Het onderzoek laat namelijk ook zien dat grote bedrijven meer ruimte hebben om te investeren in maatschappelijk verantwoord ondernemen. Probeer dus beide te combineren: het familiekarakter handhaven en de groei mede gebruiken om meer verantwoordelijkheid te kunnen nemen.

In de derde plaats: als het bedrijf groeit en meer management vereist is, kijk dan ook eens rond buiten de familie. Niet-familieleden met een andere achtergrond brengen verfrissende inzichten met zich mee, die de relaties met belanghebbenden buiten het bedrijf verder kunnen versterken.

Johan Graafland is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer