Slecht slapen zit ook in de genen
Er zijn voor het eerst genen gevonden die in verband kunnen worden gebracht met slapeloosheid.
Dat is gebeurd in een groot internationaal onderzoek onder leiding van de Nederlandse hoogleraren Daniëlle Posthuma en Eus van Someren verbonden aan het VUmc in Amsterdam. De resultaten zijn maandag gepubliceerd in Nature Genetics.
De vondst bewijst volgens de onderzoekers dat slapeloosheid geen puur psychische aandoening is die tussen de oren zit, wat veelal wordt beweerd. Van Someren hoopt dat de bevindingen het begin vormen van een beter begrijpen van slapeloosheid en daarmee het vinden van nieuwe behandelmogelijkheden.
In het onderzoek is een steekproef gedaan onder ruim 113.000 mensen in diverse landen, waarbij uiteindelijk zeven genen zijn gelokaliseerd die meespelen bij slapeloosheid. Ze dragen bijvoorbeeld bij aan het proces waarin hersencellen stoffen afgeven om te communiceren met hun omgeving.
De onderzoekers vonden onder meer een sterke genetische overlap met andere problemen zoals angststoornissen en depressie. „Dit is interessant omdat we deze eigenschappen vaak samen zien met slapeloosheid. We weten nu dat dit mede komt door een gedeelde genetische basis”, zegt VU-neurowetenschapper Anke Hammerschlag, promovendus en eerste auteur van de studie.