Dat de kokkelvisserij straks in de ban gaat, is vastgelegd in het beleid voor de schelpdiervisserij tot 2020. Die koers is mede bepaald op grond van een terugblik op het oude beleid in het zogenoemde wetenschappelijk rapport EVA–II. Bij de presentatie van dat rapport gaf de minister de sector volgens de Kamer nog „hoop" door toekomst te zien voor de kokkelvissers. Dat de sector nu toch niet de tijd krijgt milieuvriendelijker te gaan vissen, gaat er bij de Kamerleden niet in.

Volgens Veerman is de speelruimte voor de kokkelvissers de afgelopen jaren zo klein geworden dat voortzetten van de sector niet mogelijk is. Het genoemde EVA–II rapport is slechts een van de „schragen" waarop het nieuwe beleid is gebouwd. Ook onderzoeksrapporten van bijvoorbeeld de commissie–Meijer over het waddengebied en de uitspraak van het Europees Hof, dat een stokje steekt voor schadelijke activiteiten in gebieden als de Waddenzee, hebben meegespeeld. Daarbij zouden de vissers te weinig tijd krijgen om een milieuvriendelijker manier voor het opvissen van de kokkels te ontwikkelen. Samen met de sector, zo benadrukt Veerman, is toen besloten „dat voortzetten van de kokkelvisserij onder deze voorwaarden niet mogelijk is". PvdA, D66, SP en GroenLinks zijn het wat dat betreft met de minister eens. Van Velzen (SP) waarschuwde de twijfelaars in de Kamer de kokkelvissers geen valse hoop op toekomst te geven.

Dat de mosselsector wel de tijd krijgt zijn leven te beteren, kan op brede steun van de Kamer rekenen. Wel willen de partijen meer garanties voor deze groep vissers, dat zij rustig en met steun van de overheid kunnen bouwen aan een milieuvriendelijker en stevige toekomst. „Deze sector heeft meerjarige zekerheid nodig waar niet ieder jaar tussendoor gefietst mag worden", aldus CDA’er Buijs.